101 of one-oh-one is een aanduiding voor basiskennis, van zelfsprekende kennis voor een bepaalde vaardigheid of bezigheid. Volgens Wikipedia wordt het bij de meer technische studierichtingen gebruikt als niveau aanduiding voor de cursus of lezing: 100 = inleiding of basiskennis, 200 = gevorderden, 300 en 400 zijn voor masters en doctoraal niveau. 101 is daarmee de inleiding tot de basiscursus, de allereerste beginselen van een kennisgebied. De beide lezingen van Alfie Kohn, 14-11-2013 in De Roode Hoed in Amsterdam waren de 101 van onderwijs en de 101 van opvoeding.
Heel kort samengevat en redelijk kort door de bocht komt Alfie Kohn’s boodschap erop neer dat je kinderen moet behandelen net alsof het echte mensen zijn. Dat je aan kinderen niets moet doen waarvan je niet zou willen dat ze aan jezelf gedaan zouden worden, maar dat je ze moet benaderen zoals je zelf benaderd zou willen worden. In de opvoeding moeten kinderen willen doen omdat ze dat zelf een goed idee vinden, niet omdat ze er een lofprijzing of beloning voor krijgen; ze moeten dingen laten omdat ze het zelf een niet zo goed idee vinden om ze wel te doen, niet omdat ze anders afkeuring, onthouding van liefde of straf krijgen. Kohn gaat er, zonder dat met zoveel woorden te zeggen, van uit dat kinderen inherent goed zijn en in principe de juiste dingen willen doen.
In het onderwijs vertalen de ideeën van Alfie Kohn zich in een onderwijs opzet die uitgaat van de kinderlijke behoefte aan leren (leergierigheid, nieuwsgierigheid) en het eerder aanwakkeren dan verstikken daarvan. Dat prikkelen van de wens tot leren lukt niet zo best als het doel van leren is om goede cijfers te krijgen of straf te ontlopen. Het werkt wel als het leren vanuit de vragen van het kind zelf komt.
Wat kunnen ouders met de principes van Afie Kohn zolang hun kind nog een baby of peuter is? Waar is de link met borstvoeding? Die link zit hem in zijn uitgangspunt, dat helemaal de basis is van wat hierboven staat en wat er in zijn lezing werd gezegd en in zijn boeken geschreven. Die basis is onconditionele liefde. Onconditionele liefde wil zeggen dat je niet alleen met hart en ziel van je kind houdt, maar dat je van hem houdt, wat hij ook doet, hoe hij zich ook gedraagt. Je houdt van de mens die je kind is, ook als je zijn gedrag liever niet zag. Onconditionele liefde is ook onbaatzuchtige liefde, het is empathische liefde, het is bij alles wat je doet en zegt kijken vanuit de visie van het object van je liefde. Hoe ervaart jouw kind jouw handelingen en woorden? Hoe zou jij je voelen wanneer jouw geliefde jou zo zou behandelen of toespreken?
Ouders willen altijd weten of ze het goed doen. Daarbij moet je je afvragen: ‘’Goed, volgens wiens of welke maatstaven?’’ En zijn, voor ouders die voor zichzelf willen uitmaken of ze ‘het goed doen’’ drie vragen die ze zich moeten stellen: ‘’Wat wil ik hiermee bereiken?’’, ‘’Hoe belangrijk is dat doel?’’ en ’’Hoe gaat mijn kind dit ervaren, wat gaat hij ervan leren, wat voor goed doet het hem?’’. Bedenk ook altijd dat het gedrag dat je kind vertoont niet je kind zelf is en dat hij bepaald gedrag al helemaal niet vertoont met het doel jou te manipuleren of te pesten. Een huilende baby maakt het jou niet moeilijk, hij heeft het moeilijk. Onconditionele liefde betekent dat je je kind wilt helpen zich beter te voelen, ook als zijn gedrag jou op dit moment eerder agressief dan liefdevol maakt.
Dat is nogal een opgave. Gelukkig is er niemand die van ouders verlangt dat zij dat zomaar even voor elkaar krijgen en altijd liefdevol, onconditioneel en begripvol bezig zijn. Ouders zijn ook maar mensen die uit de bocht kunnen vliegen en missers maken. Dat mag. Kinderen mogen ook weten dat hun ouders ook maar mensen zijn. Maar geef het ruiterlijk toe als je fout zat, zeg (welgemeend!) dat het je spijt en zoek samen naar een manier om het een volgende keer beter aan te pakken.
Meer blogs over Alfie Kohn:
- Walraven A: Wat ik mis bij Alfie Kohn op Didactief Online
- Werkhoven PH: Weg met de opvoedgoeroes! op Fabulous Mama