Foto: Het (met een lens roodgemaakte) oog van Michael Sheen als opper-vampier Aro in de filmserie The Twilight Saga
Bij het boze oog, hebben we meestal een blauw oog op het oog, althans een blauwe steen om dat oog de andere kant op te laten kijken. Persoonlijk vind ik zo’n rood oog veel bozer. Het geloof in een boos oog komt in veel culturen voor en variaties aan ogen worden vaak als bovennatuurlijk geduid. Het hebben van twee ogen van verschillende kleur kan worden gezien als een teken van heiligheid of duiden op het bezit van superieure spirituele krachten, of het wordt gezien als een duivels- of heksenteken. Het idee dat de ogen de spiegels van de ziel zijn, is ook wijdverbreid evenals de tegenhanger dat via ogen dodelijke krachten kunnen worden doorgegeven of gebruikt. Denk aan de uitdrukking ‘’Als blikken konden doden’’ of aan het geloof in het boze oog. In feite zijn ogen natuurlijk gewoon de organen waarmee visuele informatie wordt opgenomen, het zijn opneemapparaten, geen projectoren. Van heel dichtbij zijn ze wel van een sprookjesachtige schoonheid*.
Toch denken mensen veel uit iemands ogen op te kunnen maken. Maar waarneming en interpretatie van die waarneming ligt in het oog van de kijker, niet van die van de bekekene. Net als ‘’beauty is in the eye of the beholder’’ is ook stemming, bedoeling en karakter dat. Het is de perceptie en interpretatie van wat wij zien, niet het oog zelf dat betekenis en bedoeling aangeeft. Wanneer je iemand in de ogen kijkt, is het enige dat in het oog zelf kan veranderen de pupil, ofwel de sluiter van de camera. De mate waarin de pupil is geopend of gesloten wordt voornamelijk bepaald door de hoeveelheid licht die erop valt, door de kijkafstand en deels door emotie. Bepaalde substanties, zoals medicijnen, kunnen ook de opening van de pupil bevorderen. Mensen vinden grote pupillen aantrekkelijker en bij emotie worden de pupillen groter. Groter wordende pupillen zorgen dus eenvoudig voor een positieve inschatting, maar die vergroting van de pupil is een puur fysieke reactie op emotie, licht, medicatie of kijkafstand.
Wanneer we enkel naar het oog zelf kunnen kijken, dan is het vrijwel onmogelijk om enige interpretatie te geven van wat de eigenaar van het oog zegt, denkt of voelt. De uitdrukking die wij denken te zien in de ogen wordt voornamelijk tot stand gebracht door de spiertjes rondom het oog en verder in het gezicht. Terwijl wij iemand diep in de ogen kijken, kijken we ondertussen stiekem, want onbewust, ook naar de rest van het gezicht en hoe meer er van dat gezicht te zien is, hoe meer de ogen spreken. De ogen spreken dus vooral binnen de context van het gezicht. Baby-oogjes lijken nog niet zo te spreken. Dat is niet omdat het kind zijn ziel niet wil of kan blootleggen, maar omdat de fijnere nuances van de aangezichtsspieroefeningen nog niet zo ver ontwikkeld zijn dat zijn gezicht mee kan praten met zijn ogen. Hij ziet er ter compensatie wel overdreven schattig uit, mede door zijn ronde vormen en zijn vaak grote ronde ogen en zijn pupillen die vaak groot zijn. Grote pupillen vergroten de aaibaarheidsfactor. En hoe groter de aaibaarheidsfactor, hoe groter de beschermende reacties die in de kijker worden opgeroepen.
Kijkend vanuit het oogpunt van de baby zijn ogen ook heel belangrijk. Wellicht omdat die in het gezicht waar hij naar kijkt de grootste contrastwerking hebben. Misschien heeft het er ook mee te maken dat de voorlopig de enige afstand waarin een kind enigszins scherp kan zien die afstand is tussen zijn eigen ogen en die van zijn moeder als hij aan de borst ligt. Baby’s herkennen al heel vroeg schematische afbeeldingen met gezichts-facetten, met name de cirkels voor de ogen. Dit geldt ook als ze niet in de traditionele rangschikking van een gezicht staan. De ogen zijn voor een baby dus een echte blikvanger. En als een moeder en haar kind tijdens de voedingen zo helemaal in elkaars ogen lijken te verdrinken, zou je toch haast gaan denken dat ze elkaars ziel zien.
*) Damien Gayle: The eyes have it: The iris pictured in remarkable detail by incredible close-up shots. DailyMail Online, 12-12-2012
Bij het boze oog, hebben we meestal een blauw oog op het oog, althans een blauwe steen om dat oog de andere kant op te laten kijken. Persoonlijk vind ik zo’n rood oog veel bozer. Het geloof in een boos oog komt in veel culturen voor en variaties aan ogen worden vaak als bovennatuurlijk geduid. Het hebben van twee ogen van verschillende kleur kan worden gezien als een teken van heiligheid of duiden op het bezit van superieure spirituele krachten, of het wordt gezien als een duivels- of heksenteken. Het idee dat de ogen de spiegels van de ziel zijn, is ook wijdverbreid evenals de tegenhanger dat via ogen dodelijke krachten kunnen worden doorgegeven of gebruikt. Denk aan de uitdrukking ‘’Als blikken konden doden’’ of aan het geloof in het boze oog. In feite zijn ogen natuurlijk gewoon de organen waarmee visuele informatie wordt opgenomen, het zijn opneemapparaten, geen projectoren. Van heel dichtbij zijn ze wel van een sprookjesachtige schoonheid*.
Toch denken mensen veel uit iemands ogen op te kunnen maken. Maar waarneming en interpretatie van die waarneming ligt in het oog van de kijker, niet van die van de bekekene. Net als ‘’beauty is in the eye of the beholder’’ is ook stemming, bedoeling en karakter dat. Het is de perceptie en interpretatie van wat wij zien, niet het oog zelf dat betekenis en bedoeling aangeeft. Wanneer je iemand in de ogen kijkt, is het enige dat in het oog zelf kan veranderen de pupil, ofwel de sluiter van de camera. De mate waarin de pupil is geopend of gesloten wordt voornamelijk bepaald door de hoeveelheid licht die erop valt, door de kijkafstand en deels door emotie. Bepaalde substanties, zoals medicijnen, kunnen ook de opening van de pupil bevorderen. Mensen vinden grote pupillen aantrekkelijker en bij emotie worden de pupillen groter. Groter wordende pupillen zorgen dus eenvoudig voor een positieve inschatting, maar die vergroting van de pupil is een puur fysieke reactie op emotie, licht, medicatie of kijkafstand.
Wanneer we enkel naar het oog zelf kunnen kijken, dan is het vrijwel onmogelijk om enige interpretatie te geven van wat de eigenaar van het oog zegt, denkt of voelt. De uitdrukking die wij denken te zien in de ogen wordt voornamelijk tot stand gebracht door de spiertjes rondom het oog en verder in het gezicht. Terwijl wij iemand diep in de ogen kijken, kijken we ondertussen stiekem, want onbewust, ook naar de rest van het gezicht en hoe meer er van dat gezicht te zien is, hoe meer de ogen spreken. De ogen spreken dus vooral binnen de context van het gezicht. Baby-oogjes lijken nog niet zo te spreken. Dat is niet omdat het kind zijn ziel niet wil of kan blootleggen, maar omdat de fijnere nuances van de aangezichtsspieroefeningen nog niet zo ver ontwikkeld zijn dat zijn gezicht mee kan praten met zijn ogen. Hij ziet er ter compensatie wel overdreven schattig uit, mede door zijn ronde vormen en zijn vaak grote ronde ogen en zijn pupillen die vaak groot zijn. Grote pupillen vergroten de aaibaarheidsfactor. En hoe groter de aaibaarheidsfactor, hoe groter de beschermende reacties die in de kijker worden opgeroepen.
Kijkend vanuit het oogpunt van de baby zijn ogen ook heel belangrijk. Wellicht omdat die in het gezicht waar hij naar kijkt de grootste contrastwerking hebben. Misschien heeft het er ook mee te maken dat de voorlopig de enige afstand waarin een kind enigszins scherp kan zien die afstand is tussen zijn eigen ogen en die van zijn moeder als hij aan de borst ligt. Baby’s herkennen al heel vroeg schematische afbeeldingen met gezichts-facetten, met name de cirkels voor de ogen. Dit geldt ook als ze niet in de traditionele rangschikking van een gezicht staan. De ogen zijn voor een baby dus een echte blikvanger. En als een moeder en haar kind tijdens de voedingen zo helemaal in elkaars ogen lijken te verdrinken, zou je toch haast gaan denken dat ze elkaars ziel zien.
*) Damien Gayle: The eyes have it: The iris pictured in remarkable detail by incredible close-up shots. DailyMail Online, 12-12-2012