Sommige olympische sporten geven mij moeite met het concept sport. Het zijn de vechtsporten: boksen, worstelen, judo, taekwondo. Ik ben een fervent pacifist en ben uiterst afkerig van lichamelijk geweld in welke situatie ook. Ik heb problemen met het verbinden van de concepten 'sport' en 'geweld'. Boksen, en andere sporten waarbij het voornaamste doel is de tegenstander knock-out te slaan, daar kan ik dus helemaal niets mee. Die andere vechtsporten zijn bij nader inzien toch niet alleen geweld en aanval, maar vooral ook verdediging en krachtmeting. En waar bij boksen de hersenen onvermijdelijk langzaam maar zeker veranderen in een inerte grijze brei, moet de grijze massa bij andere vechtsporten actief en alert blijven en worden gebruikt.
Met name bij de Oosterse vechtsporten is het van het grootste belang dat de vechter zijn tegenstander inschat, zijn sterke en zwakke punten leert kennen en, vooral, kan voorzien wat de strategie van zijn tegenstander zal zijn. Vervolgens zal niet een botte aanval, als in ''aanval is de beste verdediging'', de actie van onze vechter zijn, maar hij zal proberen de actie van zijn tegenstander tot zijn eigen voordeel te gebruiken. De actie van zijn tegenstander tot zijn eigen actie maken; de kracht van de tegenstander tot zijn eigen kracht maken. Dit vergt nadenken over de eigen doelen en handelingen en over die van de tegenstander.
Opvoeding wordt in sommige denkwijzen gezien als een manier om een kind te vormen tot een gewenst persoon, waarbij het breken of afleren van wat het kind zelf meebrengt noodzakelijk is of kan zijn. Dat kan ertoe leiden dat opvoeden wordt gezien als een gevecht, waarbij de ouder zich in een aanvallende positie opstelt. In extreme vormen kan fysiek geweld worden ingezet om het opvoedingsdoel te bereiken. Net als bij boksen kan dat fysieke geweld leiden tot fysieke schade, maar ook tot hersenbeschadiging. Dit kan eveneens het geval zijn wanneer dat geweld niet fysiek is, maar psychisch en emotioneel. Schelden, dreigen, kleineren en beschamen kunnen een kind, net zo erg als slaan, schoppen en schudden, voor het leven tekenen.
Subtieler, maar nog steeds een worsteling, zijn methodes waarbij een kind wordt overgehaald of aangemoedigd tot het aanwennen of vertonen van gewenst gedrag door straf en beloning. Bij straf en beloning is het vaak het kind, de persoon zelf, die wordt beoordeeld en kinderen krijgen het gevoel dat zij de liefde van hun ouders kunnen verliezen door ongewenst gedrag en verdienen door gewenst gedrag. De motivatie voor hun gedrag komt dus niet uit henzelf, maar wordt gestuurd door hun behoefte aan geliefd zijn door de ouders. Terwijl de liefde van de ouders voor hun kind een vaststaand gegeven hoort te zijn, welk gedrag een kind al dan niet vertoont.
Die drang naar het sturen, veranderen, modelleren van het gedrag van een kind begint al vanaf dat hij is geboren. Vanuit de baby zelf is het eenvoudig. Zoals dr. Grantly Dick-Read al zei: ‘’De pasgeborene heeft maar drie dingen nodig: de warmte in de armen van zijn moeder, de melk uit haar borsten en de zekerheid van het weten dat zij er is. Hij vindt deze alle drie aan de borst.’’ Op de een of andere manier hebben we als maatschappij het idee gekregen of onszelf en elkaar aangepraat, dat dit verkeerde behoeften zijn en dat eraan toegeven leidt tot verwende, onzelfstandige mensen met mogelijk nog allerlei andere ongemakkelijke eigenschappen zoals ongehoorzaamheid en egoïsme. Het is opvallend te zien dat uit ervaring en onderzoek blijkt dat mensen die als kind hebben gekregen wat ze nodig hadden, wanneer en zo vaak en zo veel ze dat nodig hadden, een veel grotere kans hebben zelfstandige, zelfverantwoordelijke en sociaal gevoelige mensen te zijn. Misschien niet een volgzame, serviele en gehoorzame burger, maar wel iemand die niet bang is zelf na te denken en verantwoording voor het eigen handelen te nemen.
Opvoeding begint al in het kraambed. Niet door disciplineren en kinderen in een schema wringen of de tijd tussen en van zijn voedingen en slaapjes te manipuleren, maar door hem de drie dingen te geven die hij nodige heeft. Wanneer hij ze nodig heeft. Zo vaak en zo veel hij ze nodig heeft. Zo is opvoeden geen gevecht, geen krachtmeting en zelfs geen zelfverdediging, maar een relatie die is gebaseerd op liefde en vertrouwen. Toch kunnen de eigenschappen die een beoefenaar van oosterse vechtsporten in zichzelf traint en cultiveert - zelfbeheersing, concentratie en meditatie - goed van pas komen als we als ouders ook maar mensen blijken te zijn en uit onmacht en frustratie toch gaan schreeuwen of erger. En ''sorry'' en ''ík houd van je'' zeggen, wanneer je als ouder toch uit de bocht gevlogen bent, zijn krachtige technieken om je eigen mentale gezondheid en die van je kind intact te houden.
O, en behalve de melk, kunnen die basisbehoeften van de baby met even goed gevolg door de vader worden voldaan. Duidelijk geen olympische vechtsport dat opvoeden, als je het met zijn drieën doet.
Olympiade
Afbeelding: iconisch: borstvoeding als olympische prestatieZwanger zijn en vervolgens een kind baren wordt wel vergeleken met een Olympische duursport. Die Olympische prestatie wordt als het aan het lichaam van de moeder en aan de baby ligt afgerond met een lange en intensieve cooling down: borstvoeding. Ter ere van de Olympische Spelen en van de Olympische prestatie die elke vrouw levert als zij moeder wordt zolang de Spelen duren elke dag een stukje met een olympische sport als thema en afbeelding. Deze serie begon met een Proloog op 26 juli.