Foto: David Blue (L) als ICT-geek-vampier Logan Griffen in Moonlight (2007–2008) (met Alex O'Loughlin (R) als Mick St. John, vampier, prive detective)
Met de computer hebben we de term programmeren geleerd. Om een computer te laten werken, moeten er programma’s worden geschreven. Een programma is voor de computer zelf zijn handboek. Het vertelt de computer wat hij op welk moment op welke manier in reactie op welke opdracht moet doen. Een computer die geen opdracht krijgt, kan niets doen, evenmin als een computer die een verkeerde opdracht krijgt. Op een verkeerde opdracht kan een foutmelding volgen of het systeem kan vastlopen of rare dingen gaan doen. Dat is het moment dat je ICT belt en de geek aan de andere kant van de telefoon je vraagt of alle stekkers aangesloten zijn en of je al eens alles uit en weer aan gezet hebt. Als je dat braaf hebt gedaan en het probleem blijft, dan wil dat zeggen dat er iets in het programma niet goed zit of in de communicatie met het programma. Je doet zelf iets fout of het programma is ziek: een virus opgelopen of er is iets versleten. Net een mens, zo’n computer, eigenlijk.
Ook een mens komt geprogrammeerd ter wereld. Meestal noem ik het de blauwdruk, maar een programma kan je het ook noemen. In dat programma staat beschreven hoe alle organen werken, wat hun brandstof is en of welke vormen van plan B er zijn als die primaire brandstof er niet is. Ook de voorkeuren voor het onderhoud en ontwikkeling zijn aangegeven. Als nu de gebruiker van dat lichaam zoveel mogelijk de door de programmeur aangegeven producten gebruikt (ja, precies, die van het eigen merk, niet de look-a-likes!) blijft het risico voor malfunctie het laagst. Hoe sterker de afwijking van het programma, hoe groter de kans dat er iets vastloopt. Als je pech hebt met een niet zo goed geschreven programma te zijn opgescheept, kun je dat proberen te verhelpen of er het beste van maken.
Een voorbeeld van een programmaonderdeel van het apparaat mens is de werking van de darmen en de rest van de spijsvertering. Dat is nogal een ingewikkeld onderdeel en het communiceert met allerlei andere onderdelen. De darm levert grondstoffen en brandstoffen voor andere onderdelen en voert van sommige onderdelen en systemen het afval af. Als de darm goed geprogrammeerd is en hij met de juiste materialen kan werken, is het een fantastisch systeem dat de rest van de organen en systemen lekker aan de gang houdt. Maar het staat bloot aan kleinere en grotere fouten in de programmeertaal en is bevattelijk voor virussen (en ander kleine verstoorders). Er is een mooi back-up systeem in de vorm van allerlei beveiligingsprogramma’s. Zo zijn er de pre- en probiotica die zorgen voor een gezonde omgeving waarin de darm zijn werk goed kan doen. Die pre- en probiotica leven en onderhouden zichzelf in de darm en er worden regelmatig aanvullingen geleverd met het voedsel.
Met dat voedsel nu gaat het vaak fout. Een typisch modern Westers eetpatroon kan een tekort aan pre- en probiotica en andere levendige cellen bevatten. Tegelijk zitten er in dat voedsel vaak wel allerlei overbodige en functie verstorende onderdelen. Daardoor kunnen allerlei min of meer vage klachten ontstaan, die inmiddels zo vaak voorkomen dat ze als normale functie worden gezien. Een ander gevolg kan zijn het steeds vaker, en naar het lijkt ernstiger, voorkomen van allergieën. Moeders met een niet optimaal functionerende darm kunnen daarbij via die darm te grote voedselpartikels doorlaten, en ze via de bloedbaan in hun melk laten komen. Deze voedselpartikels zijn vaak nog herkenbare eiwitstructuren (nog herkenbaar als komend van een koe of van de sojaboon bijvoorbeeld) en zijn voor een zuigeling die nog enkel menselijke melk kan verwerken (volgens zijn eigen programmering) vaak allergeen.
Nu hadden er mensen gedacht dat je dus die darmflora moet versterken om allergieën te bestrijden. En dus kregen moeders en zuigelingen probiotica supplementen in de hoop daarmee astma te kunnen voorkomen of verhelpen. Helaas heeft een vergelijkend literatuuronderzoek (een meta analyse door Azad et al, 2013) nu aangetoond dat dat zo niet werkt. Niet voor astma in elk geval. Sommige soorten probiotica lijken sommige soorten van allergische sensitisatie te bevorderen en andere lijken dat te verminderen (Elazab et al, 2013). Waarschijnlijk hebben we meer baat bij een meer op ons programma toegespitse voedselkeuze voor moeder en borstvoeding au naturel voor de baby.
Azad MB ,Coneys JG ,Kozyrskyj AL ,Field CJ ,Ramsey CD ,Becker AB ,et al. Probiotic supplementation during pregnancy or infancy for the prevention of asthma and wheeze: systematic review and meta-analysis. BMJ 2013;347:f6471
Elazab N, Mendy A, Gasana J, Vieira ER, Quizon A, Forno E: Probiotic administration in early life, atopy, and asthma: a meta-analysis of clinical trials. Pediatrics. 2013 Sep;132(3):e666-76. doi: 10.1542/peds.2013-0246. Epub 2013 Aug 19.