Foto: Joshua Jackson rijdt als Ben Tyler op zijn Norton rond in Noord Amerika om zichzelf te vinden in One Week<www.imdb.com/title/tt1104806/> (2008)
‘’Als je recht oversteekt, ben je er eerder.’’ Met deze uitspraak van mijn vijfde-klas juffrouw (zr. Lidwina om precies te zijn) bijna een halve eeuw geleden, ben ik altijd in discussie gegaan. Niet met de zuster zelf, uiteraard, dat deed je gewoon niet, stel je voor, maar wel in mijn hoofd. Want ik wist heel erg zeker dat als je van punt A aan jouw kant van de weg naar punt B vijftig meter naar links aan de andere kant van de straat wilde gaan, je er veel sneller was wanneer je in een rechte lijn van A naar B ging. Ik vond dat gewoon een omweg om eerst recht over te steken en dan nog eens vijftig meter de andere kant op te gaan. Wiskunde deed ik nog niet, maar ik was er vrij zeker van dat de lange zijde van een driehoek korter was dan de twee andere zijden bij elkaar. Het probleem was natuurlijk dat ik keek naar ‘’zo snel mogelijk op de plaats van bestemming’’ komen en de zuster naar ‘’zo snel mogelijk uit de gevarenzone waar auto’s rijden’’. De zuster vond, begrijpelijk, de omweg minder zwaar wegen dan het risico van langer op de rijweg blijven. Soms is de omweg de beste weg.
Zuigelingen krijgen alles wat zij aan voedsel, voedingsstoffen en bescherming nodig hebben ook het best via een omweg. De omweg via de moeder. Moedermelk wordt gemaakt uit de reserves van de moeder. Uiteindelijk heeft zij dat zelf via mond en maag binnen gekregen, maar de bestanddelen van de melk gaan niet rechtstreeks, met de kortste verbinding van de maag naar de melk, maar via de omweg van het lichaam van de moeder. Dat lichaam gebruikt wat het nodig heeft en slaat de rest op als reserve voor moeilijke tijden of voor het voeden van haar kind. Sommige nutriënten, bijvoorbeeld water-oplosbare vitamines gaan wel vrij rechtstreeks naar de melk, want deze worden niet in het lichaam opgeslagen. Ook kleur-, geur- en smaakstoffen, medicijnen en alcohol gaan min of meer rechtstreeks van moeders maag naar haar melk.
Het spijsverteringssysteem van een zuigeling is nog niet in staat om nutriënten op te nemen die niet via (moeder)melk binnenkomen. Het hele eerste halve levensjaar heeft dat verteringssysteem nodig om het concept ‘verteren van voedsel’ goed op poten te krijgen. Het tweede halve levensjaar wordt dan gebruikt om het systeem zo af te stellen dat er behalve melk ook andere vormen van voedsel efficiënt kunnen worden verwerkt. In het eerste halve levensjaar, en grotendeels ook nog in het tweede halve jaar, is het dus zaak om alles wat een kind nodig heeft, of zelfs extra nodig heeft, in die melk te stoppen. En dat ‘in die melk stoppen’ gebeurt dan bij voorkeur tijdens het productieproces, dus in de borst. De darmen van een baby zijn weliswaar nog niet helemaal af, maar ze laten zich niet voor de gek houden. Afgekolfde melk met extra druppeltjes van dit of dat erdoor, wordt niet geaccepteerd als het echte spul en de opname van die extra druppeltjes is meestal teleurstellend.
Het is dus niet echt verbazingwekkend dat Bouhouch et al (2013) als conclusie van hun onderzoek konden stellen dat het suppleren van moeders met jodium effectiever is voor het verkrijgen van goede jodiumspiegels in zuigelingen dan het suppleren van de kinderen zelf. Een enkele orale dosis van 400mg jodium in een olie direct postpartum zorgt ervoor dat moeders hun kinderen minimaal zes maanden lang voorzien van voldoende jodium voor een gezonde schildklierfunctie. In populaties waar de jodium inname via normale voeding voldoende is, is suppletie uiteraard helemaal niet nodig.
Dit opent natuurlijk wel perspectief voor die andere supplementen die standaard aan alle kinderen die borstvoeding krijgen worden gegeven: vitamine K en D. Het zou wel eens veel efficiënter kunnen blijken om moeders al tijdens de zwangerschap (liever nog al daarvoor) te suppleren met D en K, zodat hun melk voldoende ervan bevat voor hun kinderen. De kinderen hoeven dan in hun eerste kwetsbare periode nog geen soort-vreemde substanties binnen te krijgen, wat minder interruptie van de borstvoeding betekent. Moeders zelf profiteren er ook van, want te lage spiegels D en K in hun melk wil zeggen dat de voorraad ervan voor henzelf ook veel te laag is. Zij zullen dus ook gezonder zijn en beter functioneren met meer vitamine D en K. In dat rijtje kunnen we natuurlijk ook de B-vitamines en ijzer invoegen.
Bouhouch RR, Bouhouch S, Cherkaoui M, Aboussad A, Stinca S, Haldimann M, Andersson M, Zimmermann MB: Direct iodine supplementation of infants versus supplementation of their breastfeeding mothers: a double-blind, randomised, placebo-controlled trial. The Lancet Diabetes & Endocrinology 22 November 2013(Article in Press DOI: 10.1016/S2213-8587(13)70155-4)