Foto: De Volturi Bij het schrijven van dit stukje luisterde ik onder andere naar de Volturi Waltz in de uitvoering van The Redfeld Ensemble. Ik vond dat wel geschikte muziek, anders dan andere walsen, anders dan andere bestuurders. Een andere heel geschikte wals voor mijn thema waar ik naar luisterde is Maskerade van Khachaturian.
Twee artikelen uit de professionele literatuur over donormelk trokken mijn aandacht. Het ene ging over de geschiktheid van donormelk voor prematuren als de donor al meer dan een bepaalde tijd postpartum is, met name als dat meer dan een jaar is. Het andere artikel ging over de veiligheid van via internet verkregen donormelk in vergelijking met die van een melkbank. Beide interessante artikelen, maar beide met een insteek die ik niet logisch vind. Nu lijkt mijn logica wel vaker niet met die van anderen overeen te komen, aangezien ik van andere uitgangspunten lijk uit te gaan dan die anderen. Ik ga namelijk uit van de vooronderstelling dat de natuurlijke of biologische norm het startpunt van elk onderzoek moet zijn en dat gewoon logisch nadenken vaak al een boel problemen voorkomt. En het ene artikel sluit aan bij uitgangspunten en het andere bij gezond verstand.
Tigchelaar et al (2013) Rapporteerden over een review van de bestaande literatuur rondom de nutritieve en beschermend waarde van gedoneerde moedermelk voor prematuren en of de restrictie van 1 jaar lactatieperiode voor donoren wel terecht is. Zij komen tot hun vraag omdat er een tekort is aan donormelk voor prematuren en het toelaten van ‘’oudere’’ melk daarvoor een oplossing zou kunnen bieden. Zij spitten daartoe de bestaande literatuur over de samenstelling van moedermelk na het eerste jaar door. Zij kwamen - surprise surprise! - tot de conclusie dat er in dat tweede jaar van het een meer, van het ander minder en van sommige dingen de ene keer meer en de andere keer minder in lijkt te zitten. Ze eindigen de conclusie met de uitspraak dat er meer onderzoek nodig is om tot evidence based richtlijnen te komen aangaande nutritieve en beschermende waarde van donormelk door de hele duur van de lactatie heen.
Ik haak dan dus alweer af. In de inleiding staat dat het vermijden van niet-humane melk van essentieel belang is voor de gezondheid van de kwetsbare prematuur. Dat wil dus zeggen dat er geen veilig alternatief is voor humane melk voor prematuurtjes van moeders die zelf geen of onvoldoende melk produceren. Mijn denkrichting gaat dan twee kanten uit: de productie van eigen moedermelk verbeteren en veiligstellen voor alle prematuren. De melk van de eigen moeder is altijd goed, en wat betreft de bescherming perfect aangepast op wat deze baby nu nodig heeft. Als er onderzoek moet worden gedaan zou ik dat als eerste gericht willen zien op het veilig stellen van de biologische normvoeding.
De tweede denkrichting komt dan van de vaststelling dat ondanks inspanningen van ouders, verpleging en onderzoekers er inderdaad moeders zullen zijn bij die veiligstelling niet of onvoldoende werkt. Dan is er een alternatief nodig en dat alternatief is humane melk van een andere moeder. Mijn aandacht zou dan minder uitgaan van de specifieke samenstelling van de melk van een specifieke lactatieleeftijd, maar op het veilig verzamelen, vervoeren, bewaren en gebruiken van die melk. Als tweede kun je dan proberen te matchen op het gebied van nabijheid in geografie en lactatieleeftijd. Hoe dichterbij, hoe liever uiteraard, maar als dichtbij niet mogelijk is, is verder of ver weg ook goed.
Mogelijk zou je kunnen onderzoeken of je maatregelen kunt nemen om bij ‘’verder weg’’ melk de samenstelling beter aan te laten sluiten op de specifieke behoeften va een prematuur geboren kind. Dan kom je in de richting van waar nu zoveel aandacht naar gaat: het maken van een moedermelkversterker op basis van niet-humane melk, maar dan dus van humane melk. Of je gaat eens kijken wat je kunt doen met donormelk op het gebied van moedermelkmanipulatie (het versterken van melk door er voornamelijk het vettere deel van te gebruiken. U ziet het: ik denk meer aan direct in de praktijk toepasbaar onderzoek dan aan de meer theoretische wetenschap. Ik denk namelijk niet dat het steeds verder uitpluizen van melk in steeds kleinere onderdeeltjes zorgt voor een betere zorg voor premature kindjes.
Het andere onderzoek betrof de veiligheid van via het internet verkregen donormelk. De uitslag was naar verwachting negatief. In internetmelk werden vaker pathogenen aangetroffen dan in moedermelkbankmelk. De bacteriegroei had meer correlatie met de duur van de transitie (het vervoer, de verzending) dan met de tijd die sinds het kolven was verstreken. Ook dat viel te verwachten. Overigens is er nog iets af te dingen op de opzet van het onderzoek. Het aantal onderzoek monsters was ruim honderd, terwijl het aantal controle monsters maar twintig was. Een uitkomst bij 1 van de 100 is 1%, terwijl een uitkomst van 1 bij een groep van 20 5% is. Los daarvan: wat hadden ze dan verwacht? De melk die door melkbanken wordt verzameld wordt protocollair geregeld verzameld, bewaard en vervoerd en de donoren moeten aan bepaalde eisen voldoen, waaronder bloedonderzoeken naar bepaalde ziektes. Internet donaties gaan informeel en het is maar afwachten hoe schoon en nauwkeurig de kolfsters werken. Hier mist dus duidelijk het gewone gezonde veerstand en dat maakt de wetenschappelijkheid niet beter.
Moedermelk verkrijgen via onbekende donoren via het internet is inderdaad niet de beste optie. Maar dat wil niet zeggen dat een moedermelkbank het enige alternatief is. Er zijn andere manieren om te zorgen voor veilige melk. Een zo’n optie is gebruik maken van een bemiddelingsbureau zoals het moedermelknetwerk. Hier gelden ook regels zoals bij een melkbank, zoals het verplicht laten doen van een bloedonderzoek vergelijkbaar met dat voor bloeddonoren. Het moedermelknetwerk geeft ook veel informatie over het veilig kolven, verpakken, bewaren en verplaatsen van moedermelk.
Als er toch melk uit onbekende bron wordt gebruikt verdient het de voorkeur de melk voor gebruik te pasteuriseren. Dat doodt de bacteriën en ten dele de beschermende stoffen. Dat laatste is erg jammer, maar gepasteuriseerde mensenmelk is altijd nog geschikter voor een mensenkind dan koeienmelk of daarvan gemaakte kunstvoeding.
Tigchelaar Perrin M, Fogleman A, Allen JC: The Nutritive and Immunoprotective Quality of Human Milk beyond 1 Year Postpartum: Are Lactation-Duration-Based Donor Exclusions Justified? J Hum Lact 0890334413487432, first published on May 14, 2013 doi:10.1177/0890334413487432
Keim SA, Hogan JS, McNamara KA, Gudimetla V, Dillon CE, Kwiek JJ, Geraghty SR: Microbial Contamination of Human Milk Purchased Via the Internet. Pediatrics peds.2013-1687; published ahead of print October 21, 2013, doi:10.1542/peds.2013-1687