Foto: Kristen Bell als Gracie Thompson in Gracie's Choice, maakt een ongewone en moeilijke, maar voor haar juiste ouderschapskeuze
De Olympische Spelen zijn weer voorbij en het leven kan zijn normale gang hervatten. Ik heb met plezier mijn Olympiade geschreven: elke dag gedurende de hele Olympische Spelen een stukje waarin sport en borstvoeding en/of moederschap werden vergeleken of samengebracht. Geïllustreerd met een afbeelding van die sport, in plaats van meer gebruikelijke afbeeldingen uit films. Okay, ik heb een keertje gesmokkeld en een boogschutter scène uit een film gebruikt, maar dat was de mooiste vrouwelijke boogschutter die ik kon vinden. Ik heb mijn filmfoto’s gemist, maar dat ga ik snel weer inhalen. Ik heb ook wat anders gemist: diepgang. Afgemeten naar de hoeveelheid media aandacht die de Spelen kregen (die sport in het algemeen krijgt) zou je denken dat het een onderwerp is waarmee de wereld staat of valt. En dat terwijl er in die wereld voldoende andere grote onderwerpen zijn die wel degelijk met het overleven van de mens en van de planeet als geheel te maken hebben. Veel meer dan de strubbelingen van een stel mensen die zich in het zweet werken om sneller, dieper, hoger, sterker of gewoon beter te zijn dan alle anderen die hetzelfde proberen. Het lijkt wel dat hoe moeilijker de wereld ervoor staat, hoe belangrijker (kijken naar) sport wordt. De Romeinen wisten het al: geef het volk brood en spelen en dan houden ze zich wel koest.
Tijdens de Olympische Spelen was er ook nog de World Breastfeeding Week (1-7 augustus). Ik benoem die expres met de Engels naam, want Wereld Borstvoeding Week wordt in Nederland en veel andere Europese landen pas later gevierd (week 40, eerste week van oktober). WBW wordt door de media graag ook aangegrepen als leverancier van brood en spelen. Voor de media betekent dat over het algemeen eerder intellectueel junkfood en sensatie. Een beetje net als de uitingen over de Olympische Spelen, maar dan met meer nadruk op sensatie op klein-menselijk vlak en met niet uitgezonden financiële sensatie voor de belangrijkste sponsors. Die sponsors die zo verschrikkelijk goed hun best hebben gedaan, dat ze het voor elkaar hebben dan duizenden mensen, volkomen vrijwillig, gratis en zonder dat ze er zelf erg in hebben, reclame maken voor ze. De sponsors zitten lui achterover in en vallen van hun stoel van het lachen.
Een voorbeeld van deze gratis reclame vinden we in de online editie van Spits van 31 juli met de pakkende titel ‘’Onderzoek dat zuigt.’’ Wow, subtiel, hoor, duw-duw, knipoog-knipoog. Een stukje in een ietwat denigrerende toon over de wiebelige waarde van onderzoek dat zou aantonen dat borstvoeding beter is. Zal ik eens wat verklappen: borstvoeding is niet beter en dat hoeft dus ook niet bewezen te worden. Borstvoeding is. Punt. Borstvoeding is de voedingsstandaard voor menskinderen in hun eerste levensfase. Daarnaast is het ook de zorgstandaard voor die kinderen. Dat behoeft geen bewijs, dat is een biologisch gegeven. Afijn, redelijk recht voor de raap toch nog die aanval op borstvoeding. In de reacties is de veel subtielere vorm terug te vinden. Eén lezer schrijft: ‘’Waarom de fles geven als borstvoeding ook een optie is? Ik vertrouw liever op de natuur in dat geval.‘’ (Zenom1 | 01-08-12 | 10:32). Netjunk antwoord: ‘’Nou misschien omdat borstvoeding soms erg moeilijk kan gaan? Erg pijnlijk voor de moeder, te weinig melk, waardoor de baby constant ligt te janken van honger, een borstontsteking, couveusekindje, de moeder moet na een aantal weken weer aan het werk en wil geen gehannes met kolven e.d. Flessenvoeding is vaak vele malen praktischer en is van een uitstekende kwaliteit. Borstvoeding is natuurlijk prima, als het een beetje redelijk gaat. Maar ik vind dat een moeder die voor de fles kiest, geen schuldgevoel aangepraat moet krijgen.’’ (01-08-12 | 15:02) De aangehaalde problemen zijn problemen die voornamelijk te voorkómen zijn en als ze toch optreden veelal vrij eenvoudig op te lossen (behalve ‘’geen gehannes willen’’ natuurlijk). Als zorgverleners niet en masse, met open ogen in de praatjes van de sponsors zouden zijn gelopen, zouden veel van die problemen niet zijn ontstaan en indien wel, beter worden opgelost.
En dan als uitsmijter de schuld-joker. Moeders die *kiezen* voor borstvoeding, maar het om welke reden ook niet voor elkaar krijgen, moeten zich niet schuldig voelen, maar misschien boos (op uitblijvende goede zorg) of verdrietig omdat hun lichaam of dat van hun kindje niet werkt zoals je zou verwachten. Moeders die *kiezen* voor kunstvoeding (flessenvoeding is een uitermate inaccurate term) kunnen zich schuldig voelen als ze zelf weten of vinden dat ze een verkeerde *keuze* hebben gemaakt. Het schuldgevoel kan ze niet worden aangepraat als ze voor zichzelf overtuigd zijn van de juistheid van hun *keuze*. Het idee van schuldgevoel, collectief schuldgevoel en het collectieve ‘’weten’’ van schuldgevoel bij kunstvoeding, is aangepraat, meer bepaald: ingeprent, door degenen die financieel baat hebben bij het in een kwaad daglicht stellen van niet alleen borstvoeding, maar ook van hen die daarvoor kiezen en die erbij willen helpen. Het geniepigste deel ervan is dat deze geldwolven niet alleen niet recht voor de raap reclame maken en zorgverleners voor hun karretje spannen om hun reclameboodschap met een wetenschappelijk sausje overgoten uit te dragen, maar dat ze moeders tegen elkaar opzetten.
De Jong A: Onderzoek dat zuigt, SpitsNieuws - 31 juli 2012