Foto: vissende grizzlybeer-peuter; als de melk van zijn moeder zijn tanden zou aantasten zou het nooit wat worden met dat vissen.
Algemeen wordt aangenomen dat borstvoeding geven kan leiden tot tandbederf wanneer kinderen na de eerste maanden ‘’nog steeds’’ borstvoeding krijgen en wanneer dat ook nog eens tot in het tweede of zelfs –houd je vast- derde levensjaar gebeurt. Want we weten inmiddels door grote voorlichtingscampagnes allemaal dat hele dagen lurken aan een babyfles en nog eten of drinken nadat je ’s avonds je tanden hebt gepoetst detrimenteus is voor de gezondheid van het gebit. En iedereen ‘denkt’ te weten dat wat geldt voor flessen kunstmelk ook geldt voor borstvoeding. Want is niet die fles gewoon een alternatief voor de borst waar alleen een beetje andere melk inzit? En daar gaan we dus massaal de fout in. Zowel de melk is diagonaal verschillend als wel als de manier van toediening. Moedermelk op zich is geen tandbederf veroorzakend voedsel, zelfs niet met die grote hoeveelheid suiker die er in zit. Sterker nog, door de actieve bacterie dodende eigenschappen is het zelfs een beschermer voor tandbederf. Suiker maakt namelijk niet de tanden kapot, maar de bacteriën die van die suiker leven. Suiker (en andere koolhydraten) in combinatie met de cariës bacterie Streptococcus Mutans veroorzaken de verzuring van het milieu in de mond waardoor het glazuur wordt aangetast. Moedermelk bevat antistoffen tegen S Mutans en de vorm waarin suiker in moedermelk zit, lactose, is een vorm waarmee bacteriën niet zo gek veel kunnen. De manier van toediening, het drinken aan de borst, is ook een en al bescherming. Een actief aan de borst drinkend kind krijgt namelijk de melk achter in de mond, bijna in de keelholte gespoten, terwijl de melkstroom uit een fles voornamelijk voor in de mond, rondom het gebit binnenkomt. Het actieve drinken aan de borst stimuleert de afscheiding van speeksel, een andere belangrijke afweer tegen cariës bacteriën, terwijl het drinken uit een fles zo weinig mondactiviteit vraagt, dat er ook weinig speeksel vrij komt. Tot slot geeft zuigen aan een flessenspeen een sterk verhoogd risico op veranderingen in de vorm van de mond- en neusholte, waardoor neusademen moeilijker wordt. Door de mond ademen droogt de mond uit, waardoor de aanwezige bacteriën niet meer uit de mond worden gespoeld.
Ondanks de beschermende werking van moedermelk en de techniek van drinken aan de borst krijgen ook kinderen die borstvoeding krijgen soms gaatjes in de tanden. Maar dat komt dus niet door borstvoeding op zich. Antropologisch en evolutionair bekeken is het natuurlijk volkomen onlogisch dat het voedsel dat nodig is voor overleving en dat ook de belangrijkste bron is voor calcium waar de tanden mee worden opgebouwd, tegelijkertijd cariogeen zou zijn. En vergelijkend met alle andere zoogdieren zien we dat dit dan ook bij geen enkel ander zoogdier voorkomt. Er moet dus een andere factor in het spel zijn. En die blijkt er ook te zijn. Een onderzoek in Zweden (Bankel et al, 2011) wees uit dat van alle verwachte cariës bevorderende factoren (inname suikerhoudende drankjes, aanwezigheid van S Mutans in het speeksel en nachtelijke borstvoeding) in de onderzochte 2 en 3 jarigen alleen de inname van gesuikerde drankjes statistisch significant was bij de voorspelling van de aanwezigheid van cariës. De bacterie alleen kan met borstvoeding geen kwaad, het is de toevoeging van suikers die het verval van de integriteit van het gebit inzet.
Brian Palmer, DDS, dé expert op het gebied van mondgezondheid en borstvoeding, over cariës en borstvoeding
Meer Eurolac Flitsen over cariës
Meer Eurolac Flitsen over het gebit
Algemeen wordt aangenomen dat borstvoeding geven kan leiden tot tandbederf wanneer kinderen na de eerste maanden ‘’nog steeds’’ borstvoeding krijgen en wanneer dat ook nog eens tot in het tweede of zelfs –houd je vast- derde levensjaar gebeurt. Want we weten inmiddels door grote voorlichtingscampagnes allemaal dat hele dagen lurken aan een babyfles en nog eten of drinken nadat je ’s avonds je tanden hebt gepoetst detrimenteus is voor de gezondheid van het gebit. En iedereen ‘denkt’ te weten dat wat geldt voor flessen kunstmelk ook geldt voor borstvoeding. Want is niet die fles gewoon een alternatief voor de borst waar alleen een beetje andere melk inzit? En daar gaan we dus massaal de fout in. Zowel de melk is diagonaal verschillend als wel als de manier van toediening. Moedermelk op zich is geen tandbederf veroorzakend voedsel, zelfs niet met die grote hoeveelheid suiker die er in zit. Sterker nog, door de actieve bacterie dodende eigenschappen is het zelfs een beschermer voor tandbederf. Suiker maakt namelijk niet de tanden kapot, maar de bacteriën die van die suiker leven. Suiker (en andere koolhydraten) in combinatie met de cariës bacterie Streptococcus Mutans veroorzaken de verzuring van het milieu in de mond waardoor het glazuur wordt aangetast. Moedermelk bevat antistoffen tegen S Mutans en de vorm waarin suiker in moedermelk zit, lactose, is een vorm waarmee bacteriën niet zo gek veel kunnen. De manier van toediening, het drinken aan de borst, is ook een en al bescherming. Een actief aan de borst drinkend kind krijgt namelijk de melk achter in de mond, bijna in de keelholte gespoten, terwijl de melkstroom uit een fles voornamelijk voor in de mond, rondom het gebit binnenkomt. Het actieve drinken aan de borst stimuleert de afscheiding van speeksel, een andere belangrijke afweer tegen cariës bacteriën, terwijl het drinken uit een fles zo weinig mondactiviteit vraagt, dat er ook weinig speeksel vrij komt. Tot slot geeft zuigen aan een flessenspeen een sterk verhoogd risico op veranderingen in de vorm van de mond- en neusholte, waardoor neusademen moeilijker wordt. Door de mond ademen droogt de mond uit, waardoor de aanwezige bacteriën niet meer uit de mond worden gespoeld.
Ondanks de beschermende werking van moedermelk en de techniek van drinken aan de borst krijgen ook kinderen die borstvoeding krijgen soms gaatjes in de tanden. Maar dat komt dus niet door borstvoeding op zich. Antropologisch en evolutionair bekeken is het natuurlijk volkomen onlogisch dat het voedsel dat nodig is voor overleving en dat ook de belangrijkste bron is voor calcium waar de tanden mee worden opgebouwd, tegelijkertijd cariogeen zou zijn. En vergelijkend met alle andere zoogdieren zien we dat dit dan ook bij geen enkel ander zoogdier voorkomt. Er moet dus een andere factor in het spel zijn. En die blijkt er ook te zijn. Een onderzoek in Zweden (Bankel et al, 2011) wees uit dat van alle verwachte cariës bevorderende factoren (inname suikerhoudende drankjes, aanwezigheid van S Mutans in het speeksel en nachtelijke borstvoeding) in de onderzochte 2 en 3 jarigen alleen de inname van gesuikerde drankjes statistisch significant was bij de voorspelling van de aanwezigheid van cariës. De bacterie alleen kan met borstvoeding geen kwaad, het is de toevoeging van suikers die het verval van de integriteit van het gebit inzet.
Brian Palmer, DDS, dé expert op het gebied van mondgezondheid en borstvoeding, over cariës en borstvoeding
Meer Eurolac Flitsen over cariës
Meer Eurolac Flitsen over het gebit