Borstvoeding geven en melk produceren zijn volkomen normale lichamelijke functies, die door de meeste vrouwen probleemloos uitgevoerd kunnen worden, net als alle andere normale lichamelijke functies. Maar, ook weer net als bij al die andere functies, kunnen er omstandigheden zijn waarin het niet zo vanzelf gaat. Functies kunnen verstoord zijn of de weefsels, organen en structuren om die functies uit te voeren kunnen incompleet, fout of niet zijn aangelegd. Of ze kunnen verkeerd worden gebruikt. Eerste prioriteit zou moeten zijn om bij alle vrouwen die net een kind hebben gekregen te zorgen voor een optimaal borstvoedingbeleid, zodat vermijdbare oorzaken voor een te kort aan moedermelk ook daadwerkelijk worden voorkomen. (Een goed beleid omvat: prenatale informatie, direct na de geboorte minimaal een uur ongestoord huidcontact en omstandigheden creëren om het kind zichzelf, met begeleiding door zijn mama te laten aanleggen, voortgaande dichte nabijheid van moeder en kind in de eerste dagen en weken, frequente voedingen, minimaal 10-12 per etmaal, zeker in de eerste dagen.) Niet vermijdbare, maar behandelbare oorzaken omvatten: (medisch geïndiceerde) scheiding van moeder en kind en fouten in de aanleg en/of de hormoonhuishouding. Wanneer moeder en kind van elkaar gescheiden zijn, moet de melkproductie door kolven op gang worden gebracht en/of gehouden. Voor veel vrouwen is dit op den duur moeilijker vol te houden dan door direct voeden. Ondersteuning door kruiden middelen en/of medicatie kan dan aangewezen zijn. Wanneer de hormonen in een vrouw niet goed werken kunnen ook andere functies verminderd zijn. In dat geval moet door endocrien onderzoek worden bepaald om welke hormoonfuncties het gaat en die moeten dan adequaat worden behandeld. Tot slot de aanlegvariaties: de hoeveelheid klierweefsel in de borsten van elke vrouw is heel verschillend. Vrouwen met veel klierweefsel hebben over het algemeen een makkelijke productie, vrouwen met minder kleiweefsel zullen bijvoorbeeld vaker moeten voeden om aan voldoende melk te komen. Het kan nodig zijn om met behulp van kruidenpreparaten en/of medicatie het wel aanwezige klierweefsel tot optimale capaciteit te stimuleren. The Academy of Breastfeeding Medicin heeft een duidelijk en goed onderbouwde richtlijn ontwikkeld voor het bepalen van de noodzaak tot stimulatie van de productie en op welke manier dat kan worden uitgevoerd.
The Academy of Breastfeeding Medicine Protocol Committee: ABM Clinical Protocol #9: Use of Galactogogues in Initiating
or Augmenting the Rate of Maternal Milk Secretion. BREASTFEEDING MEDICINE
Volume 6, Number 1, 2011
The Academy of Breastfeeding Medicine Protocol Committee: ABM Clinical Protocol #9: Use of Galactogogues in Initiating
or Augmenting the Rate of Maternal Milk Secretion. BREASTFEEDING MEDICINE
Volume 6, Number 1, 2011