Foto: Taart met ‘’1000’’ kaarsjes
Hiep hiep hiep hoera in de gloria, Eurolac Flits! heeft 1000 kaarsjes verdiend vandaag. Feest! Kaarsjes op de taart en bubbels in het glas. De eerste aflevering verscheen op 15 augustus 2010, een kleine tweeënhalf jaar geleden. 1000 keer geschreven over borstvoeding, ouderschap, opvoeding. Over opties en keuzes maken. Over alles precies doen zoals het goed voelt, zoals je je het had voorgesteld, zoals je kind het zich had voorgesteld. Bij mijn jubileum aankondiging vroeg ik ook om suggesties voor deze 1000ste aflevering. Wat ik kreeg was een idee voor een blog over iets minder feestelijks, over wat als er van alles gebeurt, waardoor het maken en volgen van je eigen keuzes niet zo vanzelfsprekend is. Hier het verhaal van ‘’de trotste mama van Mattias (8j, ASS* + dyslexie), Jonas (6j, ASS) en Sara (bijna 4 j.)’’:
In de media wordt wel eens gezegd dat teveel kinderen een ‘etiket’ krijgen, een ‘stempel’ krijgen. Zolang je aan de zijlijn staat, kan je daarover debatteren, je mening uiten, maar het raakt je niet vanbinnen. Je wilt je eigen kinderen zo goed mogelijk opvoeden, liefst met heel veel nabijheid en liefde. Maar alles loopt zo moeilijk, zo verdomd moeilijk. Je botst telkens weer op problemen, en je ziet dat anderen met hun ‘up-methode’ goed bezig zijn. Wat doe je verkeerd? speelt voortdurend door je hoofd, je praat erover met de papa, maar het lukt gewoon niet.
En dan krijg je een ‘etiket’, en neen niet één kind met een etiket, maar direct twee en wat later (iets minder dan een jaar later) krijgt je oudste nog een tweede etiket erbij. En dan raakt het je het plots in de kern van je eigen zijn. Het is niet meer ‘een kind’ maar wel je eigen kind dat je zo graag ziet, maar waarmee het zo moeilijk loopt. Neen, voor ons geen up meer, maar zeer duidelijke opdrachten, geen ‘wil je ...’ maar ‘doe ...’ Oh we willen het zo graag anders, maar het kan echt niet. Het etiket dat onze beide zonen kregen is zo ‘bevrijdend’ voor ons als ouders: neen het is niet onze fout, het is hun ‘zijn’ die alles zo moeilijk maakt.
Hier in Vlaanderen worden we daarbovenop nog geconfronteerd met de ellendige lange wachtlijsten, van maanden tot jaren naargelang wat je nodig hebt voor hulp. Het zijn maar cijfers, maar de ellende die hierachter zit is verborgen voor velen.
Ik weet dat mijn zonen mij heel graag zien, mij hun bovenbeste mama noemen. Toen de oudste peuter was, zei ik nog dat hij het woord ‘mama’ gebruikte voor de melk, en niet voor mij als persoon. De huisarts lachte ermee. Nu weet ik dat ik gelijk had, en ja de tweede heeft dit ook gedaan. Mij graag zien om wie ik ben, iets doen voor mij, ... is voor hen nog steeds niet aan de orde. Mama zorgt voor hen, mama kent best hun noden, bij mama mogen ze ‘ontladen’ als het nodig is. Mama veroordeelt hen niet. Oh ja, mama is ook wel eens boos, mama is ook wel eens moe, of het wordt voor haar ook wel eens veel te veel. Maar van mij aanvaarden ze heel veel.
Mijn derde, mijn dochter is anders, zij is ‘normaal’ maar leeft wel in een gezin samen met twee broers die speciaal zijn. Dat heeft heel erg veel invloed op haar, op haar ontwikkeling als persoon, als jong meisje ... In kleine dingen merken we wel duidelijk dat zij anders is.
Daar sta je dan met je goede wil, je vaste overtuiging dat de up-methode (Unconditional Parenting) de juiste is, maar die op jouw geëtiketteerde kinderen niet werkt. Daar sta je dan in je gezin, waar het enige kind zonder etiket het kind is dat anders is. Je had zo graag anders gewild. Ouderschap had voor jou ook een feest moeten zijn, mogen zijn. Kinderen met etiketten, met speciale noden, met een soms onleesbare gebruiksaanwijzing, zijn voor ouders een ongekende uitdaging. En ‘’uitdaging’’ is niet perse een positief begrip.
Toch, ook hier heb je de instelling nodig die je ook deed grijpen naar UP om te beginnen. Die instelling die je allereerst laat kijken naar het kind waarvoor je de verantwoordelijkheid hebt gekregen en genomen. Wat zijn zijn noden, behoeften, zijn mogelijkheden en beperkingen. Hoe zijn die anders dan van het zusje zonder etiket. Het zusje zonder etiket, dat anders is. Kinderen die opgroeien in een gezin met een of meer gezinsleden met een chronische ziekt of handicap of met een of ander etiket, hebben een andere jeugd dan andere kinderen. Zij kunnen al vroeg extra zorgtaken hebben, moeten veel meer leren rekening houden met anderen. De gelegenheid voor een feestje of dagje uit is minder of soms zelfs onmogelijk. Voor deze kinderen is er (in Nederland) de Stichting FunCare4Kids**. Via deze stichting kunnen zij ook nu en dan eens een dagje een zorgeloos kind zijn en plezier maken. In het gezelschap van andere ongeëtiketteerde kinderen die weten hoe het voelt om de enige zonder etiket te zijn.
Mijn 1000ste blog draag ik op aan de moeders en vaders met gecompliceerde gezinnen. Aan de ouders van gezinnen waar niets vanzelfsprekend gaat, waar bij alles moet worden nagedacht, gepland, voorbereid. Waar een liefhebbende onvoorwaardelijke ouder zijn zo veel meer inhoudt dan voor veel andere ouders. Aan hen die ondanks al die moeite zielsveel van hun kind houden, alles voor hem willen doen (en laten) en er altijd voor hem willen zijn. Maar die ook eens wat waardering zouden kunnen gebruiken, een dagje zonder zorgen of gewoon wat fysieke hulp in huis. In plaats van mij te complimenteren zou ik u, mijn lieve trouwe lezer, willen vragen ook eens te reiken naar die ouders, hen te complimenteren, te helpen, bij te staan. Bedenk eens welk gezin bij jou in de buurt een feesttaart heeft verdiend en ga die eens brengen.
*) ASS: Autisme Spectrum Stoornissen
**) Voor kinderen met een chronisch ziek of gehandicapt gezinslid: https://www.facebook.com/FunCare4Kids
**) Voor kinderen met een chronisch ziek of gehandicapt gezinslid: https://www.facebook.com/FunCare4Kids