Foto: Keanu Reeves en Sandra Bullock als Jack Traven en Annie Porter in Speed en als Alex Wyler en Kate Foster in The Lake House
Deel 3 in Een paar apart, een serie waarin aparte paren acteurs de inspiratie zijn.
In deze twee films met deze twee acteurs zijn plaats en het verloop van tijd de kernbegrippen. In de ene is een bus vol passagiers een rijdende tijdbom die een bepaalde snelheid moet houden terwijl in de andere tijd sprongetjes maakt en twee mensen elkaar telkens net mislopen op een bepaalde plaats. Tijd en plaats, of specifieker, tijd en ruimte zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Op tijd op de verkeerde plaats of op de verkeerde tijd op de goede plaats is allebei zinloos.
Een baby wordt geboren als hij daarvoor klaar is. Of iets eerder als de placenta het moeilijk krijgt. Of eerder als er iets mis is met de baby of met de baarmoeder of de moeder. De natuurlijke bepaling van het moment van de geboorte is een afweging van de beste plaats-tijdcombinatie. Welke plaats-tijdcombinatie is voor de baby het veiligst en gezondst? Ingrijpen in dit natuurlijke proces kan een verstoring geven van die plaats-tijdbepaling.
Voor elke diersoort is er een ideale gemiddelde dracht of zwangerschap. Het jong moet zolang in het moederlichaam blijven dat het optimaal ontwikkeld is om op de andere plaats –buiten het lichaam van de moeder- te kunnen leven, groeien en verder ontwikkelen. Voor elke diersoort geldt dat er een bepaalde ideale tijdsduur is voor ontwikkeling in de baarmoeder en een ideale tijd voor ontwikkeling daarbuiten. Daarbij zijn naast de behoeften van het jong ook de kosten en baten voor de moeder en de soort ingecalculeerd. Weegt de langere dracht, en daarmee de meer beschermde plaats en tijd van ontwikkelen van het jong, op tegen de risico’s voor de moeder die log en zwaar wordt? Kost een lange dracht de moeder niet te veel energie of levenskracht om het jong na de geboorte nog te verzorgen (Dufour&Sauther, 2002)?
Weegt aan de andere kant een kortere dracht, met de voordelen daarvan voor de moeder, op tegen de nadelen van een kortere tijd in de hogere bescherming van ontwikkeling in de baarmoeder? Kunnen er tijd-plaatsaanpassingen gevonden worden om die bezwaren te compenseren? Een kortere dracht is minder energiebelastend voor de moeder, de baring is makkelijker en wellicht kan ze eerder weer zwanger worden en zo voldoende nageslacht veilig stellen. Maar een minder ontwikkeld jong heeft meer en andere bescherming nodig en een bepaalde tijd-plaats om zich te ontwikkelen. Een soort buitenlichamelijke baarmoeder. Buideldieren hebben die optie erin geëvolueerd. Primatenjongen worden over het algemeen vroeg genoeg geboren om veel baat te hebben van sociale stimuli voor hersenontwikkeling, maar zo vroeg dat ze veel extra buitenlichamelijke baarmoederzorg nodig te hebben. Behalve de mens. Mensenkindjes hebben geen vacht die ze warm houdt en hun moeders geen vacht waaraan ze zich kunnen vasthouden. Zowel de moeders als de kinderen hebben nog wel de instincten om dat warm- en vasthouden zeker te stellen. Die instincten werken het beste als beide op de goede tijd op de goede plaats zijn: na een voldragen zwangerschap niet meer in, maar bij elkaar. Ongestoord. Zonder pogingen van buitenaf om de tijd of de plaats te veranderen. Want op tijd op de verkeerde plaats of op de verkeerde tijd op de goede plaats is allebei zinloos. Op de verkeerde tijd en op de verkeerde plaats is helemaal desastreus. Gelukkig zijn moeders en kinderen als ze de kans krijgen superhelden die die plaats en tijd goed kunnen maken en de boel toch goed op de rails krijgen. Zolang ze maar niet teveel worden tegengewerkt.
Deel 3 in Een paar apart, een serie waarin aparte paren acteurs de inspiratie zijn.
In deze twee films met deze twee acteurs zijn plaats en het verloop van tijd de kernbegrippen. In de ene is een bus vol passagiers een rijdende tijdbom die een bepaalde snelheid moet houden terwijl in de andere tijd sprongetjes maakt en twee mensen elkaar telkens net mislopen op een bepaalde plaats. Tijd en plaats, of specifieker, tijd en ruimte zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Op tijd op de verkeerde plaats of op de verkeerde tijd op de goede plaats is allebei zinloos.
Een baby wordt geboren als hij daarvoor klaar is. Of iets eerder als de placenta het moeilijk krijgt. Of eerder als er iets mis is met de baby of met de baarmoeder of de moeder. De natuurlijke bepaling van het moment van de geboorte is een afweging van de beste plaats-tijdcombinatie. Welke plaats-tijdcombinatie is voor de baby het veiligst en gezondst? Ingrijpen in dit natuurlijke proces kan een verstoring geven van die plaats-tijdbepaling.
Voor elke diersoort is er een ideale gemiddelde dracht of zwangerschap. Het jong moet zolang in het moederlichaam blijven dat het optimaal ontwikkeld is om op de andere plaats –buiten het lichaam van de moeder- te kunnen leven, groeien en verder ontwikkelen. Voor elke diersoort geldt dat er een bepaalde ideale tijdsduur is voor ontwikkeling in de baarmoeder en een ideale tijd voor ontwikkeling daarbuiten. Daarbij zijn naast de behoeften van het jong ook de kosten en baten voor de moeder en de soort ingecalculeerd. Weegt de langere dracht, en daarmee de meer beschermde plaats en tijd van ontwikkelen van het jong, op tegen de risico’s voor de moeder die log en zwaar wordt? Kost een lange dracht de moeder niet te veel energie of levenskracht om het jong na de geboorte nog te verzorgen (Dufour&Sauther, 2002)?
Weegt aan de andere kant een kortere dracht, met de voordelen daarvan voor de moeder, op tegen de nadelen van een kortere tijd in de hogere bescherming van ontwikkeling in de baarmoeder? Kunnen er tijd-plaatsaanpassingen gevonden worden om die bezwaren te compenseren? Een kortere dracht is minder energiebelastend voor de moeder, de baring is makkelijker en wellicht kan ze eerder weer zwanger worden en zo voldoende nageslacht veilig stellen. Maar een minder ontwikkeld jong heeft meer en andere bescherming nodig en een bepaalde tijd-plaats om zich te ontwikkelen. Een soort buitenlichamelijke baarmoeder. Buideldieren hebben die optie erin geëvolueerd. Primatenjongen worden over het algemeen vroeg genoeg geboren om veel baat te hebben van sociale stimuli voor hersenontwikkeling, maar zo vroeg dat ze veel extra buitenlichamelijke baarmoederzorg nodig te hebben. Behalve de mens. Mensenkindjes hebben geen vacht die ze warm houdt en hun moeders geen vacht waaraan ze zich kunnen vasthouden. Zowel de moeders als de kinderen hebben nog wel de instincten om dat warm- en vasthouden zeker te stellen. Die instincten werken het beste als beide op de goede tijd op de goede plaats zijn: na een voldragen zwangerschap niet meer in, maar bij elkaar. Ongestoord. Zonder pogingen van buitenaf om de tijd of de plaats te veranderen. Want op tijd op de verkeerde plaats of op de verkeerde tijd op de goede plaats is allebei zinloos. Op de verkeerde tijd en op de verkeerde plaats is helemaal desastreus. Gelukkig zijn moeders en kinderen als ze de kans krijgen superhelden die die plaats en tijd goed kunnen maken en de boel toch goed op de rails krijgen. Zolang ze maar niet teveel worden tegengewerkt.
Dufour DL, Sauther ML: Comparative and evolutionary dimensions of the energetics of human pregnancy and lactation. Am. J. Hum. Biol. 2002, 14(5):584-602