Basketbal is een intrigerende sport. Het is een teamsport, waarbij twee teams van bovengemiddeld lange mensen, door elkaar heen rennend en springend op een relatief klein speelveld, ieder voor zich proberen te scoren en de spelers van de tegenpartij proberen te verhinderen dat te doen. Zowel bij het scoren als bij het blokkeren van de tegenstanders is samenwerking van doorslaggevend belang. Het is niet zozeer een sport van aanvallen en verdedigen, maar van aanvallen en belemmeren van aanvallen.
Het lijkt soms of moeders worden ingedeeld bij één van twee grote basketbalploegen: de ‘’BV-mama’s’’ en de ‘’KV-mama’s’’. Ofwel de moeders die borstvoeding geven en de moeders die kunstvoeding geven. (Er zijn meer vergelijkbare moeder-ploegen, bijvoorbeeld de ‘prikkers’’ versus de ‘’niet-prikkers’’, de ‘’katoenen’’ versus de ‘’wegwerp’’, maar die spelen toch in een minder op de voorgrond tredende competitie.) Beide ploegen betichten elkaar met enige regelmaat van vuil spel en te agressief aanvallende verdediging. Toeschouwers zouden zich kunnen afvragen of het werkelijk alleen gaat om sportieve competitie of dat er dieper gelegen conflicten op het veld worden uitgevochten.
De doelpunten die de moeder-ploegen scoren worden geteld als punten voor goed moederschap. Wie de meeste punten krijgt voor goed moederschap wint. Het spel moet vlug en dynamisch verlopen (als het even te traag gaat is er altijd wel ergens een media-uiting die het vuurtje opstookt) en er is dus weinig tijd voor het goed overdenken van elke volgende actie. Voorkomen dat de andere ploeg scoort voorkomt dat je eigen gebrek aan positieve punten erg opvalt. Voorkomen dat de andere ploeg scoort mag op allerlei manieren, maar voor sommige manieren krijg je straf opgelegd. Dan heeft geen van beide ploegen er een punt bij, maar je imago is een punt gedaald.
Het tragische van deze vergelijking is, dat waar je ervan uit mag gaan dat top-basketbalspelers zelf bewust voor deze carrière hebben gekozen en voor de ploeg waarin ze spelen, dat bij moeders niet altijd het geval is. Bewust moeder geworden wel, de meesten dan toch, maar ingedeeld worden bij de ene of andere ploeg is lang niet altijd een bewuste en goed geplande zet geweest. Sommigen zitten een de ploeg omdat ze denken dat dat van ze wordt verwacht, sommigen omdat in die ploeg al allerlei bekenden van ze waren ingedeeld. Sommige zitten er omdat het gewoon eigenlijk zo gelopen is, omdat er een coach aan het werven was of omdat er scouts langs waren geweest. En hoewel de meeste moeders gewoon een goede moeder willen zijn, goed genoeg en ook passend binnen hun eigen verlangens en omstandigheden, zeg maar liever alleen recreatief willen basketballen, achter op het pleintje, worden velen min of meer tegen wil en dank de competitie ingeschoven. Niet een goed genoeg moeder, maar een betere moeder of nog liever: de beste moeder.
Waar een moeder is, is een kind. En het kind zal het, over het algemeen, eerlijk gezegd, allemaal worst wezen. De beste moeder? Dat is natuurlijk zijn eigen moeder. Duh-huh. Zijn eigen moeder die van hem houdt, in haar armen neemt en knuffelt; die hem koestert en beschermt; die hem hoort en er voor hem is als hij haar nodig heeft. En wat de anderen in de ploeg en in de andere ploeg en de toeschouwers, pers en sponsoren ervan vinden – het kon hem niet minder interesseren.
Olympiade
Afbeelding: iconisch: borstvoeding als olympische prestatieZwanger zijn en vervolgens een kind baren wordt wel vergeleken met een Olympische duursport. Die Olympische prestatie wordt als het aan het lichaam van de moeder en aan de baby ligt afgerond met een lange en intensieve cooling down: borstvoeding. Ter ere van de Olympische Spelen en van de Olympische prestatie die elke vrouw levert als zij moeder wordt zolang de Spelen duren elke dag een stukje met een olympische sport als thema en afbeelding. Deze serie begon met een Proloog op 26 juli.