Foto: Vincent D'Onofrio als Carl Stargher in The Cell (2000), een zeeer complexe en dynamische film
Vandaag een verslag van een korte, maar lastige presentatie. Zware kost over cellen in moedermelk en immuunfunctie. Gepresenteerd door Foteini Hassiotou, PhD, een Griekse microbioloog die onderzoek doet binnen het Cel Biologie Team van de Hartman Onderzoek Groep in Australië. Na een vluchtig overzicht van wat borstvoeding voor goeds doet in moeder, kind, en moeder en kind, gaat ze in op de complexiteit en dynamiek van de voedingskundige samenstelling en met name ook op het beschermende deel van moedermelk. De rest van de lezing gaat dieper in op het aantonen van immuuncellen in moedermelk en de verschillende hoeveelheden in de melk afhankelijk van allerlei omstandigheden.
Het onderzoek van Foteini is eigenlijk het eerste systematische onderzoek naar immuuncellen in humane melk. Er is wel vrij veel onderzoek gedaan naar die cellen in koemelk en daar blijken ze de dominante soort cellen in te zijn. In menselijke melk ligt dat een stuk genuanceerder. In colostrum zitten grote hoeveelheden immuuncellen die zowel uit het bloed van de moeder komen als uit de borstweefsels. Na de eerste dagen daalt de basislijn van immuuncellen als moeder en kind beide gezond zijn. Als de moeder of het kind of beiden een infectie krijgen, stijgt het aandeel immuuncellen. De hoogste stijging wordt gezien bij borstontsteking bij de moeder, de laagste bij infecties in het kind alleen.
Interessant is dat de hoeveelheid immuuncellen anders is wanneer een kind gedeeltelijk geen borstvoeding maar ander melk krijgt. Tijdens een infectie van moeder en/of kind is er dan geen verschil te zien, maar als beide vrij van infecties zijn bevat de melk voor exclusief moedermelk drinkende kindjes veel meer immuuncellen dan die voor kindjes die ook andere melk krijgen. Dit zou goed kunnen verklaren waarom kinderen die uitsluitend moedermelk krijgen minder vatbaar zijn voor infecties. Het is namelijk ook nog eens zo, dat de hoeveelheid immuuncellen al gaat stijgen voor er bij moeder en/of kind merkbare symptomen van infectie zijn. Als er dus een besmetting heeft plaatsgevonden, beter gezegd als er een kolonisatie heeft plaatsgevonden, gaan de cellen al direct in overdrive om het uitbreken van een infectie te voorkomen na kolonisatie. Door het veel grotere aandeel immuuncellen in kinderen die exclusief borstvoeding krijgen werkt dat kennelijk vlotter en efficiënter.
Men veronderstelt dat die reactie zo snel komt omdat tijdens de pauzes in het drinken melk met een beetje speeksel van de baby terug de borst in gaat, daar de melk en de weefsels koloniseert met de eventuele ziekteverwekkers en zo een directe immuunreactie teweegbrengen. Antistoffen en beschermende stoffen komen dus bij een baby de borstvoeding krijgt niet alleen uit de darm van zijn moeder en zijn eigen darm, maar ook direct uit de borst, daar, ter plekke klaargemaakt. Dat is een van de redenen dat ik moeders graag aanraad om het aan de borst voeden van hun kindje het laatste te laten zijn als zij hem aflevert bij de oppas (onthaalmoeder, crèche, KDV, …) en het eerste als ze hem ophaalt. Daar, ter plekke, waar de ziektekiemen vandaan komen. Zodat de antistoffen direct mee geleverd worden.
Tot slot nog een leuk feitje voor liefhebbers van nummers en cijfers. Er zitten zoveel cellen in moedermelk dat een kind per etmaal, afhankelijk van hoeveel hij drinkt en de ziekt/gezondheidstoestand van hemzelf en zijn moeder, tussen 5.000.000 en –houd je vast- 17.000.000.000 cellen binnen krijgt. Levende, beschermende cellen uit het bloed en de weefsels van zijn moeder. En stamcellen, ook zowel uit de borstweefsels als uit het bloed.