Foto: Tony Randall als Hercule Poirot, Anita Ekberg als Amanda Beatrice Cross en Robert Morley als Hastings in The Alphabet Murders (1965), een Hercule Poirot verhaal gebaseerd op Agatha Christie's The A.B.C. Murders. Het achterhalen van het precieze probleem en de juiste behandeling is soms detectivewerk.
Degelijk denkwerk met praktische invulling, daarop kun je altijd rekenen als je met Linda Smith, MPH, FACCE, IBCLC, FILCA (die Amerikanen zijn dol op een alfabet-spaghetti achter hun naam), in zee gaat. Coach Linda richt zich, naast directe moeder en kind zorg vooral op het scholen van geschoolden. Van haar komen ook de, onder lactatiekundige beroemde, ‘’Regels voor borstvoeding: 1e geef de baby eten, 2e stel de melkproductie veilig 3e stel de borstvoeding veilig’’. Zij werkt, en leert anderen werken, volgens het principe dat je altijd uitgaat van wetenschappelijk onderbouwde principes en werkwijzen. Als die uitgeput zijn, niet werken of niet beschikbaar zijn ga je over naar algemene praktijk en interventies die zijn gebaseerd op een voortborduren op wat bekend is over de anatomie en fysiologie. Als ook die route uitgeput is, ga je kijken wat anderen doen of hebben gedaan en wat werkt, je probeert nieuwe ideeën uit en experimenteert op basis van observaties, ‘’trial & error’’. Bij die laatste route hoort dat je gaat beschrijven wat je deed en waarom, hoe het uitwerkte, wat anders had gemoeten en je publiceert dat als casestudies. Dit brengt je werk terug naar de tweede cirkel (die van algemene praktijk). Vervolgens ga je het wetenschappelijk onderzoeken (of je probeert anderen zover te krijgen dat ze dat doen), zodat het naar de binnenste cirkel, die van Evidence Based Practice kan komen. In de afbeelding, die Coach Smith bij deze uitleg gebruikt, zijn de twee middelste ruimten (EBP en algemene praktijk) redelijk strakke, concentrische cirkels, terwijl de buitenste een onregelmatige vorm is, niet rond en niet hoekig, met uitstulpingen en bochten. Voor een beelddenker zoals ik is dat een mooi beeld voor de gedachtekronkels en uitschieters die je als onderzoekende therapeut soms moet maken om een moeder-en-kind te kunnen helpen.
De onderhavige lezing gaat niet over de 3 Regels voor Borstvoeding, niet over het model voor waar je je werkwijzen als lactatiekundige vandaan haalt, maar over het ‘’A-B-C model’’ voor het zoeken naar problemen en oplossingen. A voor ‘Access’, B voor ‘Breastmilk transfer’ en C voor ‘Comfort’. Er hoort een Flowchart bij, waarbij drie vragen (A, B en C) onder elkaar zijn weergegeven met elk een ja en een nee optie en de daarbij horend vervolg stappen.
A staat voor ‘Access’, ofwel aanwezigheid. ‘’Is de baby in het restaurant?’, zijn moeder en baby voldoende bij elkaar? Onderzoek heeft aangetoond dat moeder en kind minimaal ruim 10 minuten per uur, 24 uur per 24 uur tegen elkaar aan moeten zijn, om tot goede en effectieve borstvoeding te komen. Meer is beter. Bereikbaarheid (access) van de melk is niet hetzelfde als bereikbaarheid van de borst of borstvoeding en heeft dus mogelijk niet hetzelfde resultaat. Nabijheid van moeder en kind is essentieel, ook voor andere doelen dan baby eten geven. Het voldoen aan dit punt is iets dat iedereen kan doen: zorgverlener, familie, vrijwilligers, werkgevers, collega’s. Het gaat om het aanmoedigen en beschermen van borstvoeding en nabijheid, het gaat om attitude van de omgeving. Klinische vaardigheden voor het werken met A zijn luistervaardigheid (laat de moeder gewoon haar eigen verhaal doen zonder interrupties en zonder oordelen); uitvinden en begrijpen wat voor deze moeder belangrijk is, wat haar doelen zijn; aanmoedigen, uitleggen en onderwijzen (wat weet de moeder over normaal babygedrag, zijn normale behoeften en vaardigheden, van het concept moeder-kind-dyade en voeden op verzoek); zoeken naar en vinden van praktische oplossingen voor ‘’bereikbaarheid’’ en ‘’beschikbaarheid’’.
B is Breastmilk transfer. Niet goed te vertalen met een B aan het begin, want borstmelk is echt geen goed Nederlands woord. Als ik een goed B-woord heb gevonden laat ik het u weten, maar voorlopig gebruiken we hier gewoon de Engelse term voor. Krijgt de baby als hij aan de borst is ook daadwerkelijk melk binnen, dat wil zeggen: hij zit in het restaurant, maar eet hij ook). Daarvoor zijn kwantitatieve (vorm van de tepel bij het loslaten, activiteit van de baby tijdens het drinken en de inschatting van de moeder) en kwalitatieve (voor en na wegen, luiers tellen) evaluatie middelen. Interventie strategieën omvatten: begin met volledige nabijheid en toegankelijkheid tot de borst gedurende zeker 48 uur (in bed, pyjama/bloot, geen huishoudelijke of werktaken, moeder gedraagt zich of ze ziek is met baby in bed); corrigeer positie, houding en aanhappen met aandacht voor grove, fijne en mondmotoriek; probeer altijd eerst aan te leggen; gebruik hulpmiddelen waar nodig en kies 1 middel om melk uit de borst te krijgen en 1 middel om de melk in de baby te krijgen; ga door met het voeden van de baby en melk uit de borsten te halen en maak daarvan zo kort mogelijk gebruik van het minst gecompliceerde middel. Een flink deel van de anderhalf uur presentatie wordt vervolgens gevuld met een opsomming en uitleg van de technieken, vaardigheden en uitvoering van en rond middelen en technieken. Ik zou met die informatie makkelijk en lesdag voor zorgverleners of lactatiekundigen in opleiding kunnen vullen. Belangrijk put is dat de moeder zoveel mogelijk betrokken wordt in de zoektocht en de besluitvorming en in de uitvoering.
De C van Comfortabel. Moeder moet comfortabel zijn (ik voeg daar zelf altijd aan toe dat dat ook voor de baby geldt). Als moeder pijn heeft of nadrukkelijk ongemak, gaat het niet of maar moeilijk lukken met die borstvoeding. Het restaurant kan in orde zijn, de baby kan in het restaurant zitten en eten, maar als de kok niet comfortabel is, gaat het vroeg of laat fout. Behandeling van pijn is dus een zeer belangrijk onderdeel van het ABC model. Pijn heeft vaak een link met een medisch conditie dus de lactatiekundige zal vaak moeten samenwerken met zorgverleners die medische diagnoses mogen stellen en medicatie voorschrijven. De werkwijze van de lactatiekundige op gebied van comfort van de moeder omvat een grondige anamnese van moeder, kind en borstvoeding; het opstellen van een korte termijn plan samen met de moeder (zij moet het uitvoeren, dus mag ze zeker inbreng hebben in het plan!); evalueer na 2-3 dagen en stel bij: ga door met wat werkt, maar stop met wat niet werkt of averechts werkt; ga door tot het goed gaat volgens moeders doelen; en documenteer alles.
C is ook van Community: elke moeder moet, op het laatst bij het beëindigen of overdragen van de zorg) in contact gebracht worden met vrijwilligersgroepen (borstvoedingsorganisaties) zodat zij in contact komt met andere moeders in een met die van haar vergelijkbare situatie.