Foto: Tyson Houseman als Quil Ateara en Kiowa Gordon als Embry Call kluiven wel tien keer hetzelfde kippenpootje af tijdens de opnames van The Twilight Saga: Eclipse (2010): eten gaat niet altijd om eten.
Borstvoeding is het enige dat een baby in de eerste zes maanden van zijn leven nodig heeft. Daarna gaat hij, met stukjes en beetjes, beginnen aan vast voedsel. De gewoonte om te beginnen met papjes, prutjes en prakjes naast melkvoeding stamt nog uit de tijd dat kinderen al vanaf een paar maanden aan ander eten begonnen. Vast voedsel kun je dat niet noemen, eerder semi-vloeibaar. Dat komt omdat een kind voor de zes maanden absoluut nog niet toe is aan het verwerken van ander dan vloeibaar voedsel. De motoriek van zijn mond en tong zijn nog net zo ver ontwikkeld dat ze de bewegingen kunnen maken om kauwend voedsel in te nemen in plaats van zuigend. Alles wat je dus in die tijd via de mond nar de maag probeert te krijgen moet een vloeibare of semi-vloeibare substantie zijn die gezogen of geslobberd kan worden. En zelfs dat is nog moeilijk met een lepeltje te bereiken, want de ‘’wat is dit, dat wil ik niet, weg ermee’’ reflex ligt nog voor in de mond. Op het moment dat er voedsel voor op de tong terecht komt wordt dit getracht er met dezelfde snelheid weer uit te werken.
U kent het beeld wel: hapje wordt de mond in geschoven, de tong gaat aan het werk en schuift de hap, vermengd met gelijke delen speeksel weer naar buiten, waar het over de onderlip heen langs de kin omlaag dribbelt. Snel met de lepel schrap-schrap-schrap erlangs en opnieuw de mond in en dan vijf keer herhalen. Inmiddels is het geheel vloeibaar geworden en kan het opgezogen worden. Sommige voeders ontwikkelen een handigheidje waarbij de inhoud van de lepel langs het gehemelte wordt afgeschraapt en het voeden in een dusdanig tempo wordt voortgezet dat de eerste hap met de tweede naar de keel geduwd wordt. ‘’Kijk eens wat een gulzig menneke’’ wordt er vervolgens geëxalteerd uitgeroepen. Het fervente slikken end e grote ogen worden per abuis aangezien voor gulzigheid in plaats van totale paniek vanwege de sensatie van waterboarding.
Eenmaal via de keel naar de maag getransporteerd, moet die maag zien uit te vogelen wat het met die vreemde substantie aan moet. Het kan er niet veel mee, dus schuift de maag de opdracht met gezwinde spoed door naar de darm. De darm pruts er wat mee, vindt wellicht hier en daar iets herkenbaars, kan stukjes en beetjes verteren en opnemen, maar de bulk wordt doorgeschoven naar de uitgang. Onderweg wordt een flinke ravage aangericht aan de darmwand en in de darmflora. Want, net zoals mond en tong nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn voor dit soort eten, is de darm dat ook nog niet.
Wanneer we wachten met ander eten dan moedermelk tot na die eerste zes maanden zijn mond, maag en darmen een stuk verder in de ontwikkeling en klaar voor het overgaan op andere manieren van voedsel opname en verwerking. De tong kan bewegingen maken die het voedsel door de mond heen bewegen om te worden gekauwd, in plaats van alleen van voor naar achter te transporteren. De kokhals reflex vindt langzamerhand zijn uiteindelijke plaats achter in de mond, waar het kan zorgen dat er geen te grote stukken naar de keel gaan. De maag krijgt in plaats van definitieloze drab brokken te verwerken. De darm is toe aan het verwerken van ander voedsel dan melk en heft de nodige robuustheid opgebouwd om niet meer beschadigd te raken door dat andere voedsel. De darm is toe aan het leren verteren van ander voedsel en het opnemen van voedingsstoffen daaruit.
Dat leren verwerken van niet-melkvoeding is een proces, niet een enkele stap. Het is niet zo dat een kind op 6 maanden nog enkel melk verwerkt en op zes maanden en dag alles kan eten, verwerken en verteren. Dat proces kan wel een paar maanden in beslag nemen en niet alle kindjes zijn er ook al direct op de zes-maanden-streep aan toe. Dat betekent dat de behoefte aan borstvoeding of moedermelk nog niet direct gelijk met de eerste hapjes vast voedsel vermindert. Vooralsnog blijft het aantal voedingen aan de borst gelijk, bij sommige kinderen neemt dat zelfs toe. Beginnen aan vast voedsel is een belangrijke verandering en voor veel kinderen is elke verandering reden voor vaker vragen om de borst. De borst is vertrouwd en veilig en maakt dat de wereld ondanks veranderingen een veilige plaats blijft.
Voeding naast borstvoeding, bijvoeding, vaste voeding, hoe je het noemen wilt, komt met stukjes en beetjes. Dit kun je letterlijk nemen: eten in stukjes in plaats van prakjes en prutjes, en in kleine beetjes om mee te beginnen, te oefenen, te ontdekken, te experimenteren. De eerste tijd is het vaste voedsel nog niet echt bedoeld als substantiële toevoeging aan het dagmenu. Het is ook nog niet direct nodig om aan alle benodigde voedingsstoffen te komen. Leren eten is vooral een ontwikkelingsstap, net als leren praten en leren lopen. Daarom is met de handen eten geschikter dan met een lepel of vork. Met de handen eten leert een kind van alles over het eten dat hij opeet.