Foto: De kookkunsten van de kok kunnen zijn vrouw niet meer in hem geïnteresseerd houden en zij zoekt vertier bij een gast van het restaurant in The Cook, the Thief, His Wife & Her Lover (1989) met Richard Bohringer als Richard Borst, Michael Gambom als Albert Spica, Helen Mirren als Georgina Spica, Alan Howard als Michael, Tim Roth als Mitchel en Ciarán Hinds als Cory. Smakelijk detail: de acteurs die Albert en Cory speelden, ontmoetten elkaar als de gebroeders Dumbledore in de Harry Potter films
Ik moest ineens weer eens aan een spreekwoord denken dat mijn wijze oude grootmoe graag bezigde: ‘’Er is geen kok die naar alle monden koken kan’’. Ofwel: niemand kan het iedereen naar de zin maken. Meestal loopt dat niet zo dramatisch af als in de film van de illustratie, maar het kan de gemoederen aardig verhitten. ‘’Over smaak valt niet te twisten’’ is een stellingname die door sommigen haast te vuur en te zwaard wordt bevochten. Experts die menen voor iedereen te kunnen bepalen wat Haute Cuisine is, vinden ook dat zij kunnen stellen dat zij die dat niet lekker of spannend vinden geen smaak hebben. In mijn echtgenoot’s familie was ‘’Dat is lekker, hoor, het is zo gaar als boter’’ een aanmoediging om iets te eten, terwijl het in mijn kant van de familie nu juist tot onpasselijkheid leidt, vooral als het om groenten gaat. En waar vrijwel iedereen olijfolie het summum van smakelijkheid schijnt te vinden, wordt ik bij de gedachte alleen al ongemakkelijk. Ik vind aardbeien met zwarte peper dan weer erg lekker of oude schapenkaas met fruit.
Smaak is niet het eerste zintuig dat zich bij kinderen ontwikkeld. Geurzin begint al erg vroeg, zelfs al n de baarmoeder. De geurzin is direct na de geboorte erg belangrijk bij het vinden van de borst, de bron van voedsel en beschutting. Vanaf de eerste slok aan de borst gaat de smaakzin goed aan de gang. Moedermelk is namelijk niet altijd hetzelfde, maar altijd anders. De smaak van moedermelk is zoet door de bijna 10% melksuiker erin. Kinderen die vaak genoeg kunnen drinken krijgen daarbij ook veel vet in de melk. Dat is op zich geen smaak, maar de consistentie is wel mede bepalend voor de smaakervaring. Het is niet verwonderlijk dat ‘zoet en vet’ een geliefde smaakervaring is, het is ongeveer de eerste mondervaring op culinair gebied, of zou dat moeten zijn. In de rest van het leven is het een feest van herkenning voor wie dat als kind ten volle gesmaakt heeft of een voortdurend verlangen voor hen die het ontbeerden.
Naast die basissmaak ontvouwt zich bij elke maaltijd een ander bouquet, afhankelijk van wat de moeder zo door de dag heen eet en drinkt en snoept. In tegenstelling tot de meeste nutriënten gaan kleur-, geur- en smaakstoffen vrij direct over in de melk. Dat is minder leuk bij chemische GK&S-stoffen, maar goed als het om de natuurlijke stoffen gaat. Zo leert een kind al direct wennen aan de eetcultuur van het gezin waarin hij is geboren. Wanneer hij dan zelf aan de gang gaat met ander eten dan melk, zal hij de smaken eerder herkennen en waarderen. Dat moet dan wel het soort voedsel zijn dat in het gezin normaal is en geen potjes eenheidsworst uit een fabriek. Het is ook geen goed idee om voor het kind heel andere dingen te gaan koken dan die in het gezin gebruikelijk zijn. Een uitzondering maak ik daarbij voor eten uit pakjes en zakjes. Die zijn over het algemeen te zout voor kinderen (en volwassenen) en bevatten te veel toevoegingen van bedenkelijke oorsprong.
Moeders zouden daarom kunnen overwegen om, vanaf dat zij moeder gaan worden, hun eetmanieren eens onder de loep te nemen en te zien of die gezond voor gezinsgebruik zijn. Tijdens de zwangerschap overgaan op een gezond voedingspatroon maakt zomaar een kok die in elk geval voor alle monden in het gezin koken kan. Gezond eten hoeft niet ingewikkeld te zijn en al helemaal niet smakeloos. Uitgangspunt is dat het eten zo dicht mogelijk in de buurt van zijn natuurlijke staat is, dus geen voorgeprepareerde zaken en zo min mogelijk pakjes en zakjes. Tweede uitgangspunt is variatie in herkomst (plant/dier), kleuren, vormen, bereidingswijze. Deze uitgangspunten kunnen grotendeels ook worden toegepast op kinderen die beginnen met ander eten naast borstvoeding. Laat kinderen mee-eten met de gezinskeuken en verbaas je over de smaken die zij lekker vinden. Peuters blijken vaak een voorkeur te hebben voor stevige smaken: olijven, knoflook, oude kaas, mosterd, nieuwe haring, blauwe kaas, …. Zolang de zoutinname een beetje in de gaten wordt gehouden is daar niets mis mee en het kan bijdragen aan het vormen van ‘’makkelijke eters’’ in plaats van kieskauwers. Pas tot de eerste verjaardag wel een beetje op voor mogelijke allergieën en voor kleine, harde, gladde dingen die makkelijk het verkeerde keelgat in schieten.