Foto: Winnie the Pooh en zijn geliefde honingpot
‘’Met honing van je meer vliegen dan met azijn’’. ‘’Melk en honing’’. Honing heeft een rijk en gezond aura. Honing heet een gezond alternatief te zijn voor suiker of andere zoetmiddelen. Want het is niet geraffineerd en het bevat naast suikers ook nog vitaminen en mineralen. En het is geneeskrachtig. Toch blijft voor het grootste deel (krap 80%) suiker. Volgens Wikipedia ‘’bestaat honing gemiddeld uit 38% vruchtensuiker, 31% druivensuiker, 10% andere suikers en 17% vocht. Hiernaast bevat honing nog 4% begeleidende waardevolle stoffen zoals bijvoorbeeld enzymen, vitaminen, zuren, hormonen, bacterie-remmers, waterstofperoxide, stuifmeelkorrels en mineralen zoals bijvoorbeeld fosfor, mangaan, ijzer en koper’’. De hoeveelheden gezonde stoffen zouden echter de inname van kilo’s honing nodig maken om er effectieve hoeveelheden van binnen te krijgen.
In plaats van te stellen dat honing gezonder is dan suiker, zou je dus waarschijnlijk beter kunnen stellen dat honing ietwat minder ongezond is dan suiker. De invloed op de suikerhuishouding verschilt nauwelijks en het levert vrijwel evenveel calorieën. Door de sterkere eigen smaak hebben mensen mogelijk wel de neiging om van honing minder te nemen dan van suiker, waardoor hun smaakvoorkeur mogelijk minder zoet wordt. Dat zou dan de totale inname van enkelvoudige suikers verminderen en dat zou dan een gunstig effect op de gezondheid kunnen hebben. Honing lijkt dus als zoetstof een net even minder ongezond alternatief voor suiker te kunnen zijn, met als toegevoegd gunstig effect een verlaging van de suikerinname. Aan de andere kant blijken suikervervangers, zoals die worden gebruikt in light en suikervrije producten, een even ongunstig effect op de suikerhuishouding te hebben als suiker en te leiden tot een zoetere smaakvoorkeur en een uiteindelijke toename van het gebruik van snelle koolhydraten.
Een zelfde verhaal zou je over heel veel voedingsmiddelen en hun alternatieven kunnen vertellen. Gezond en ongezond zijn geen statische grootheden, die of waar of niet waar zijn. De omstandigheden, de effecten, de combinaties en de reacties op reacties op reacties veroorzaken allemaal telkens andere uitkomsten. Dit is een van de redenen waarom verschillende onderzoeken tot volledig tegengestelde conclusies kunnen komen. Daarbij geldt dan ook nog dat hoe meer factoren worden meegenomen, hoe diffuser de uitslagen worden en hoe meer geïsoleerd wordt onderzocht, hoe meer de verschillende uitkomsten uit elkaar komen te liggen. Hoe complexer het onderwerp van onderzoek, hoe groter deze diffusiteit en variaties worden.
Borstvoeding is een van de meest complexe onderwerpen om te onderzoeken. Het is iets wat om te beginnen altijd per twee of meer mensen tegelijk gaat. Dan zijn er processen en producten te onderscheiden in beide participanten, die ook in beiden verschillende doelen en betekenissen kunnen hebben. Beide deelnemers reageren op elkaar en op omgevingsfactoren en worden daardoor beïnvloed. Het uitlichten, isoleren of veranderen van een enkel aspect, verandert alle andere aspecten en hun synergie. Het moge duidelijk zijn dat dat zeker een van de redenen is dat het lijkt of borstvoeding zo weinig bewijsbaar is.
Gelukkig hoeft borstvoeding zich niet te bewijzen, het is gewoon zoals het is, ontwikkelde, bijgewerkt, afgestemd, aangepast en verfijnd door een eeuwenlang proces van evolutie op basis van uitkomsten en reactie op veranderingen van omstandigheden. Het is de biologische en evolutionaire norm voor het voeden, beschermen, koesteren en groot brengen van mensenkinderen. De voorgestelde alternatieven zouden wel moeten worden onderzocht op effectiviteit, veiligheid en volledigheid. Dat is een heel lastige, waarschijnlijk onmogelijke opgave. Alternatieven voor borstvoeding kunnen zich door de aard van de zaak maar richten op een of enkele aspecten van het hele complex van borstvoeding. Bijvoorbeeld op de voedingswaarde, op de toedieningsvorm van het voedsel, op e beschermende factoren, op de koestering of de fundering van relatievorming, m er maar een paar te noemen. De beschikbare alternatieven voor borstvoeding zijn op zijn best fragmentarisch en dus is het bewijs voor effectiviteit en veiligheid dat ook. Misschien wordt het ook nog eens mogelijk om de voedingswaarde van moedermelk te imiteren in een alternatief product, maar hoe zit het dan met de toedieningsvorm, de bescherming en de koestering?
De wervende liedjes van alternatieven bieders klinken honingzoet in onze oren, maar de stroperige kleverigheid inherent aan honing verstopt ook makkelijk de toegang tot het gezonde, zelfdenkende logische verstand. Honing, verleidelijk lekker en met gezonde potenties, maar evengoed een zoete verleider met zeer ongezonde potenties.