Foto: Vandaag jarig: Lucille Ball (1911–1989), een echte trip down Memory Lane voor mij.
Zij en haar shows waren mijn eerste beeld van Amerika en Amerikanen. Is het vreemd dat ik altijd nog een beeld van overdrevenheid heb als ik aan de USA en haar inwoners denk? Maar het is wel zoete nostalgie naar tijden waarin de wereld duidelijk ingedeeld leek. Goed was goed, slecht was slecht en normaal en abnormaal waren duidelijk onderscheiden: wij waren normaal en de rest niet. Oorzaak en gevolg lagen onwrikbaar vast. Maar zo bleek het in het echte leven toch niet te zijn. Ook rond borstvoeding werden dingen lang voor onmiskenbare waarheden aangezien, die dat laten niet bleken. Van borstvoeding krijgen vrouwen geen hangborsten, osteoporose of oververmoeidheidssyndromen, borstontsteking is geen reden om te stoppen met borstvoeding en reclame blijft de poten onder gezonde voedingskeuzes uitzagen.
Kunstreclame
Zwangeren en moeders van zuigelingen zijn dé doelgroepen voor reclame voor kunstmatig vervangingen voor borstvoeding, ofwel kunstvoeding. Hoewel in Nederland, in navolging van de Internationale Code van de WHO, reclame voor kunstvoeding voor de 1e 6 maanden verboden is, is er volop reclame voor de nummers 2 en 3, die min of meer gelijk zijn aan de nummer 1, zowel in verpakking als claims. Kunstvoeding fabrikanten claimen in hun reclame en op de verpakkingen allerlei gezondheidsvoordelen voor kinderen die hun product gevoerd krijgen. Gezondheidsclaims voor voedsel zijn verboden en ze kunnen ertoe leiden dat ouders op basis van onjuiste informatie hun keuze voor zuigelingenvoeding bepalen. Dat kunstvoeding voor zuigelingen eerder risicovol dan voordelig is voor de gezondheid zou betere informatie voor ouders zijn, die zij via zorgverleners zouden moeten verkrijgen. Veel zorgverleners zijn daarvan zelf echter nog niet ten volle overtuigd. Ten dele kan dit komen doordat in zuigelingenvoeding onderzoek er vaak van wordt uitgegaan dat kunstvoeding de norm is, in plaats van dat in de titels van de rapporten en in de onderzoeksvragen wordt gesproken over de risico’s van ‘’geen borstvoeding’’. 30 november 2010
en
Borstontsteking
Borstontsteking is een al dan niet geïnfecteerde ontsteking in de lacterende borst. Het gaat gepaard met pijn, rode verkleuring plaatselijke temperatuurverhoging en verhoogde lichaamstemperatuur. Buiten een ziekenhuisomgeving is de oorzaak meestal niet bacterieel van aard, maar volgt de ontsteking op een ophoping van melk. De oorzaken voor deze ophoping kunnen zijn een afknelling (kleding, schoudertas, autogordel, …) of een niet legen van de borst (voeding overslaan, voeding uitstellen, restricties voedingsduur, slechte drinktechniek, …) Het ABM Protocol Mastitis volgt de klassieke aanwijzingen voor behandeling: in de eerst plaats grondig lediging van de borsten, rust, goede voeding en voldoende vocht, en warmte om de melk te laten stromen. Na het legen van de borst kan kou worden gebruikt als pijnstilling. Medicinale ondersteuning kan worden geboden in de vorm van pijnstillers en ontstekingsremmers. Antibiotica zijn pas aangewezen als er duidelijke klinische aanwijzingen voor infectie zijn of als traditionele behandeling niet binnen 24 uur tot verbetering leidt. Voor verstopping die zich niet met deze maatregelen laten lossen kunnen dompelbaden in Zeezout, medicinaal badzout of magnesiumzout helpen. Kompressen van kwark of groene leem worden in de natuurgeneeskunde met succes gebruikt in de behandeling van ontstekingen. 29 november 2010
en
Borstvoeding en diabetes
Zowel het beginnen als het doorgaan met borstvoeding lijken minder bij moeders met diabetes. Toch is voor zowel moeder als kind borstvoeding belangrijk bij de preventie en behandeling van diabetes. Diabetes type 1 is een chronische ziekte met een subklinisch voorstadium waarin zich β-cel auto-immuniteit ontwikkelt. Dit gebeurt volgens onderzoek al in het eerste levensjaar en de voeding van de zuigeling heeft daarop invloed. Voeding met complexe eiwitten zijn een risico verhogende factor, moedermelk een beschermende. Moeders met typ 2 diabetes zouden elk kind minimaal 1 maand exclusief borstvoeding moeten geven. Dit heeft volgens Schwarz et al een beschermend effect tegen de vaak voorkomende verslechtering van het suikermetabolisme in vrouwen in de weken na een bevalling. Uit onderzoek van Sorkio c.s. blijkt dat niet de diabetes zorgt voor minder beginnen en doorgaan met borstvoeding, maar de vaak optredende complicaties bij vrouwen met diabetes, zoals een hogere incidentie van vroeggeboorte en keizersnede en een statistisch lagere leeftijd en scholing van deze moeders. Optimalisatie van de zorg voor borstvoeding is voor moeders met diabetes van groot belang. 28 november 2010
en
Borstvoeding en MS
Borstvoeding is goed voor baby’s, maar ook voor moeders. Moeders doen ook zichzelf een plezier door borstvoeding te geven en dat geldt ook voor vrouwen met een chronische ziekte zoals MS. Multiple Sclerose is een ondermijnende ziekt die reageert op allerlei veranderingen in het lichaam. Menstruatie en vitamine D spiegels worden geacht verslechtering te brengen. Langer-Gould et al (2009;2010) onderzochten (in verschillende studies) de samenhangen tussen MS en borstvoeding en vitamine D en ook tussen MS en borstvoeding exclusiviteit. Zij vonden een hoge waarschijnlijkheid dat exclusief borst voeden en het daarbij horende langer uitblijven van de menstruatie het risico van terugval verlaagt. In een andere studie zagen zij dat, hoewel in zwangere en zogende vrouwen met MS de vitamine D spiegels laag zijn, dit niet leidde tot meer terugval. Eerder al hadden Haas & Hommes (2007) ontdekt dat borstvoeding geven een gunstige invloed heeft op de behandeling van postpartum MS patiënten met een intraveneuze immunoglobuline behandeling gedurende de 1e 6 maanden na de bevalling. 26 november 2010
Stang J, Hoss K, Story M: Health Statements Made in Infant Formula Advertisements in Pregnancy and Early Parenting Magazines: A Content Analysis. ICAN 2010, 2:16-25.
Smith J, Dunstone M, Elliott-Rudder M: Health Professional Knowledge of Breastfeeding: Are the Health Risks of Infant Formula Feeding Accurately Conveyed by the Titles and Abstracts of Journal Articles? J Hum Lact August 2009 25: 350-358
The Academy of Breastfeeding Medicine Protocol Committee: ABM Clinical Protocol #4: Mastitis. BREASTFEEDING MEDICINE 2008, 3(3).
van Veldhuizen-Staas: Hulpmiddelen en technieken bij verstopte melkkanalen en borstontsteking. http://eurolac.net/index.php?p=132
Sorkio S, Cuthbertson D, Bärlund S, Reunanen A, Nucci AM, Berseth CL, Koski K, Ormisson A, Savilahti E, Uusitalo U, Ludvigsson J, Becker DJ, Dupré J, Krischer JP, Knip M, Åkerblom HK, Virtanen SM (2010): Breastfeeding patterns of mothers with type 1 diabetes: results from an infant feeding trial. Diabetes/Metabolism Research and Reviews, 26:206–211.
Knip M, Virtanen SM, Åkerblom HK: Infant feeding and the risk of type 1 diabetes Am J Clin Nutr 2010 91:1506S-1513S.
Schwarz EB, Brown JS, Creasman JM, Stuebe A, McClure CK, Van Den Eeden SK, Thom D: Lactation and Maternal Risk of Type 2 Diabetes: A Population-based Study. The American journal of medicine 2010, 123(9):863.e1-863.e6.
Haas J, Hommes OR: A dose comparison study of IVIG in postpartum relapsing-remitting multiple sclerosis. Multiple Sclerosis 2007; 13: 900-908.
Langer-Gould A, Huang SM, Gupta R; Leimpeter AD, Greenwood E; Albers KB, Van Den Eeden SP, Nelson LM: Exclusive Breastfeeding and the Risk of Postpartum Relapses in Women With Multiple Sclerosis. Arch Neurol. 2009;66(8):958-963.
Langer-Gould A, Huang S, Van Den Eeden SK, Gupta R, Leimpeter AD, Albers KB, Horst R, Hollis B, Steinman L, Nelson LM: Vitamin D, Pregnancy, Breastfeeding, and Postpartum Multiple Sclerosis Relapses. Arch Neurol. Published online November 8, 2010.