Oppervlakkig kijkend naar All-in the family zou de kijker het idee kunnen krijgen dat Carroll O’Connor net zo’n racistische, homofobe rechtse sukkel is als het karakter Archie Bunker, terwijl in werkelijkheid de acteur een rooie rakker was. In deze aflevering van de zomerspecial In de herhaling een paar stukjes waarin ook duidelijk wordt dat aannames niet altijd overeenstemmen met de werkelijkheid. Over slapen, relatieve veiligheid, preventie en kangoeroes.
Waar zal dat kindje slapen ...en
De plaats waar een baby slaapt is sinds mensenheugenis en over de hele wereld geen vraag geweest, maar een automatisme: bij de moeder. In de laatste eeuw is het in de Westerse wereld mode geworden om kinderen alleen te slapen te leggen en in de laatste decennia is de boodschap dat het gevaarlijk is kinderen bij hun moeder te laten slapen er met vaak grove middelen in gestampt. (Het feit dat het aantal kinderen dat overlijdt als gevolg van wiegendood ongeveer even groot is als het aantal kinderen dat overlijdt als gevolg van het niet krijgen van borstvoeding, wordt angstvallig verzwegen; het feit dat geen borstvoeding krijgen het risico van wiegendood verdubbeld wordt niet hardop genoemd, want daar zouden ouders maar schuldgevoel van krijgen.) Diverse onderzoeken, onder andere van de experts in dit gebied Ball (UK) en McKenna (USA) tonen echter aan dat veilig toegepast samen slapen geen verhoogd risico voor het kind met zich meebrengt. De onderzoekers benadrukken echter wel dat er niet 1 advies is dat voor alle ouders en kinderen geldt en dat er goede en volledige informatie moet worden gegeven over veilig samen slapen en over risicofactoren zoals roken, alcohol, slapen op bank of leunstoel en onjuiste bedmaterialen. 7 oktober 2010
Kunstvoeding veilig verwerkenen
Hoewel WHO en Unicef overtuigd zijn van de superioriteit van borstvoeding en algemeen aanbevelen dat kinderen 6 maanden uitsluitend borstvoeding krijgen en tot 2 jaar of langer borstvoeding naast geschikt ander voeding, realiseren zij zich dat er altijd kinderen zullen zijn die geen borstvoeding krijgen en evenmin menselijke donormelk. Om de risico's voor die kinderen zoveel mogelijk in te perken, bieden zij richtlijnen voor het veilig klaarmaken van en voeden met kunstvoeding. WHO heeft een uitgebreide brochure met uitleg waarom deze aanwijzingen worden gegeven (onder andere voor het elimineren van de potentieel dodelijke pathogenen E Sakazikii en Salmonella) en met gedetailleerde instructies voor de bereiding in het ziekenhuis en thuis. Deze brochure is niet geïllustreerd. Unicef UK (Groot Brittannië) heeft 2 brochures: 1 voor ouders en een handleiding bij de ouder-brochure voor zorgverleners. De Engelse brochures zijn evenmin geïllustreerd. De brochure voor ouders geeft uitleg over de verschillend soorten kunstvoeding en waarom sommige soorten wel of niet geschikt en/of gewenst zijn. Daarnaast een hoofdstukje over voeden op verzoek, hongersignalen en weten of de baby genoeg heeft, die opmerkelijke overeenkomsten vertoont met deze informatie bij borstvoeding. De handleiding voor zorgverleners geeft hierbij achtergrond informatie en referenties naar de gebruikte literatuur. Een ouder foldertje van de NHS geeft de advisering van de WHO weer met foto's. 18 oktober 2010
Overgewicht preventie voor kinderenen
In de hele Westerse wereld voeren overheden harde campagnes om overgewicht in alle bevolkingsgroepen en met name in kinderen te bestrijden. Er worden programma's opgezet voor pubers, schoolkinderen en zelf al voor peuters. Gezonde voeding, een ban op vet en suiker en veel bewegen is de boodschap. In vrijwel alle programma's wordt volledig voorbij gegaan aan de meest betrouwbare vorm van preventie: gezonde zwangerschap voor moeder en gezond eten voor het kind in zijn eerste levensjaren. Kinderen die uit een moeder met een gezond zwangerschapsgewicht worden geboren en vervolgens op een goede manier borstvoeding krijgen (volgens bio-normale patronen, 6 maanden exclusief en tot 2 jaar of langer naast geschikte andere voeding) groeien volgens universele standaarden en hebben maar een zeer laag risico om al als peuter overgewicht te hebben. 19 oktober 2010
Kangoeroe-zorg (huid-op-huid-contact)
Over de hele wereld doen wetenschappers onderzoek naar de effecten van direct huidcontact voor pasgeboren en kwetsbare kinderen. In het Academisch kinderziekenhuis in Aken, Duitsland keken Heimann et al naar de verschillen in hartfunctie bij prematuur geboren kinderen die op de buik (de aanbevolen houding voor prematuren), op de rug (de aanbevolen houding voor op tijd geboren kinderen) en in direct huidcontact met de moeder lagen. Zij vonden dat kinderen die in direct huidcontact waren geen negatieve effecten daarvan ondervonden voor de hartfunctie ten opzichte van kinderen die op de buik lagen. Schultz c.s. in het kinderziekenhuis van Westmead in Australië onderzochten de kennis van beginnende artsen over pijn bij prematuur geboren kinderen. Zij vonden dat er gaten in die kennis zaten en dat het met name schortte aan kennis van en geloof in de effecten van massage en huidcontact en zij bevelen dan ook aan dat er aan dit onderdeel meer aandacht wordt gegeven in de opleidingen. Effecten van kangoeroe zorg en de uitvoering daarvan bij op tijd geboren gezonde zuigelingen werd in Scandinavië onderzocht door Calais et al. Zij vonden dat vooral informatie voor de bevalling belangrijk was bij het topassen van kangoeroezorg en de tevredenheid van de ouders. Bij en deel van de onderzochte gezinnen bleek bezoek anders dan het directe gezin als hinderlijk te worden ervaren. 20 oktober 2010
Heimann K, Vaessen P, Peschgens T, Stanzel S, Wenzl TG, Orlikowsky T: Impact of skin to skin care, prone and supine positioning on cardiorespiratory parameters and thermoregulation in premature infants. Neonatology. 2010 Jun;97(4):311-7.
Schultz M, Loughran-Fowlds A, Spence K: Neonatal pain: a comparison of the beliefs and practices of junior doctors and current best evidence. J Paediatr Child Health. 2010 Jan;46(1-2):23-8.
Calais E, Dalbye R, Nyqvist Kh, Berg M: Skin-to-skin contact of fullterm infants: an explorative study of promoting and hindering factors in two Nordic childbirth settings. Acta Paediatr. 2010 Jul;99(7):1080-90.
WHO Multicentre Growth Reference Study Group. WHO child growth standards based on length/height, weight and age. Acta Paediatrica 2006;Suppl 450:76-85.
Ruth A. Lawrence. Childhood Obesity (Formerly Obesity and Weight Management). August 2010, 6(4): 193-197.
UNICEF UK, October 2010: A guide to infant formula for parents who are bottle feeding
UNICEF UK, October 2010: ''The health professional’s guide to: “A guide to infant formula for parents who are bottle feeding”
World Health Organization in collaboration with Food and Agriculture Organization of the United Nations: Safe preparation, storage and handling of powdered infant formula: guidelines.
NHS Leaflet 'Bottle Feeding>
Vennemann, MM, Bajanowski T, Brinkmann B, Jorch G, Yucesan K, Sauerland C, Mitchell EA, GeSID Study Group: Does Breastfeeding Reduce the Risk of Sudden Infant Death Syndrome? Pediatrics 2009 123: e406-e410
Ball, H. (2009), Airway covering during bed-sharing. Child: Care, Health and Development, 35: 728–737
Ball, Helen L. (2009) 'Bed-sharing and co-sleeping : research overview.', NCT new digest., 48 . pp. 22-27.
Gettler LT, McKenna JJ: Never Sleep with Baby? Or Keep Me Close But Keep Me Safe: Eliminating Inappropriate “Safe Infant Sleep” Rhetoric in the United States. Current Pediatric Reviews, 2010, 6(1):71-77(7)