Foto: Martin Lawrence als undercover agent Malcolm Turner vermomd als Big Momma in Big Momma's House (2000)
Mensen met overgewicht dragen niet alleen dat extra gewicht met zich mee, maar ook een lading etiketten. Overgewicht is een struikelblok bij het krijgen van een baan en een partner. In het collectieve bewustzijn liggen de etiketten dom, zwak, willoos en vies voor het grijpen. Sommige corpulente mensen cultiveren het, net als bijvoorbeeld mensen met dwerggroei (achondroplasie), en kiezen een beroep waarbij hun speciale statuur een voordeel is, meestal in showbusiness. Obesitas kan, ook weer net als dwerggroei, een reden zijn om voor vermaak te zorgen ten koste van de waardigheid van de anders gevormde mens. Vrouwen met overgewicht die moeder willen worden krijgen nog een extra stapeltje etiketten erbij, waaronder dat van verminderd vruchtbaar, hoog risico zwangerschap, hoog risico baring en een verlaagde incidentie, exclusiviteit en duur van borstvoeding.
Visram et al (2013) vergeleken moeder met een gemiddeld BMI, met overgewicht en met obesitas en keken daarbij naar intentie om borstvoeding te geven en daadwerkelijk borstvoeding geven. Zij vonden dat obese moeders minder vaak aangeven borstvoeding te willen gaan geven, maar dat zowel in de obesitas als in de overgewicht groep minder exclusief borstvoeding werd gegeven bij ontslag uit het ziekenhuis. Chapman en collegae (2012) hadden al eerder opgemerkt dat voor vrouwen met een lage SES en een hoog tot zeer hoog gewicht speciale peercounseling naast normale BFHI zorg niet tot betere borstvoedingcijfers in deze groep leidde.
Leuk, zulke onderzoeken, maar wat heb je eraan? Kan hier misschien sprake zijn van een selffulfilling profecy? ‘’Tja, dat mens is gewoon te dik om fatsoenlijk borstvoeding te kunnen geven.’’ Zou dat een zo sterke gedachte kunnen zijn, bij zowel de persoon zelf als haar zorgverleners, dat de obese vrouwen er niet eens aan durven beginnen en de vrouwen met elk overgewicht er maar weinig in slagen? Of ligt er een andere oorzaak voor? Er speelt inderdaad ook een ander aspect mee en dat is de hoeveelheid prolactine die een vrouw met een hoger BMI aanmaakt. Volgens Balbach cs (2013) zijn lage prolactinewaarden gerelateerd aan obesitas en verhoogd diabetes mellitus 2 risico. Maar is dat oorzaak of gevolg? De titel van Balbachs werk doet vermoeden dat lage prolactinewaarden eerder een oorzaak voor overgewicht en diabetes dan een gevolg ervan zijn. Minder melkproductie zou dan geen gevolg van het overgewicht op zich zijn, maar een gevolg van de zelfde oorzaak als dat overgewicht. Logisch dat speciale peercounseling niet helpt. Daarmee krijg je de prolactine waarden niet omhoog, maar het kan wel het gevoel van niet goed genoeg zijn bij de moeder bevestigen of zelfs versterken.
Bij vrouwen met overgewicht moet dus eerder ingezet worden op optimaal beleid: veel, heel veel huidcontact, vroeg, vaak en goed voeden en nog een beetje nabijheid. Als dat niet direct resultaat heeft, niet aarzelen om prolactine stimuli in te zetten. Bij het aanleggen moet samen met de moeder worden gezocht naar houdingen en posities die voor moeder en kind comfortabel zijn en waarbij moeder ook kan zien wat ze doet, of waarbij de baby het heft in handen kan nemen, zoals bij instinctief voeden (Biological Nurturing). Dit moet allemaal direct na de geboorte beginnen. Hier ligt dus een schone taak voor baring- en kraamzorgverleners in ziekenhuizen, want overgewicht is een indicatie voor ziekenhuis bevalling. Zij moeten ten alle tijden voor ogen houden dat het overgewicht niet de oorzaak van het probleem is, maar mogelijk alleen één van de uitingen van het probleem. Patiënt-adequate zorg verlenen dus, in plaats van etiketten plakken.
Bij de uitblijvende intentie van obese vrouwen om borstvoeding te geven, moet naar ik verwacht worden uitgegaan van de mogelijkheid dat zij wel borstvoeding willen geven, maar bij voorbaat denken dat dat niet kan, of dat zij zich opgelaten denken te zullen voelen als zij hun kindje de borst geven. Goede, professionele counseling, zonder etikettering!, vooraf zou daarom wel effectief kunnen zijn in het verbeteren van de intentie cijfers. Als die zorg vervolgens wordt opgevolgd en waargemaakt door zorg die de borstvoeding ook bij deze vrouwen ondersteunt en mogelijk maakt, zouden de cijfers bij een volgend onderzoek wel eens heel anders kunnen uitvallen.
Visram H, Finkelstein SA, Feig D, Walker M, Yasseen A, Tu X, Ern Keely E: Breastfeeding intention and early post-partum practices among overweight and obese women in Ontario: a selective population-based cohort study. Journal of Maternal-Fetal and Neonatal Medicine 2013 26:6, 611-615
Chapman DJ, Morel K, Bermúdez-Millán A, Young S, Damio G, Pérez-Escamilla R: Breastfeeding Education and Support Trial for Overweight and Obese Women: A Randomized Trial. Pediatrics 2013; 131:1 e162-e170; published ahead of print December 3, 2012, doi:10.1542/peds.2012-0688
Balbach, L., Wallaschofski, H., Völzke, H., Nauck, M., Dörr, M., & Haring, R. (2013). Serum prolactin concentrations as risk factor of metabolic syndrome or type 2 diabetes?. BMC endocrine disorders, 13(1), 12.