Foto: Sam Riley als Sal Paradise / Jack Kerouac, Garrett Hedlund als Dean Moriarty / Neal Cassady en Kristen Stewart als Marylou / LuAnne Henderson in On the Road (2012)
In een deel van Nederland en in heel België is vandaag de vakantie begonnen. Alle scholen dicht en de kinderen thuis. Nu ja, thuis, niet op school in elk geval. Voor veel gezinnen is dat tegenwoordig een probleem. Want de scholen hebben nog steeds zes weken vakantie (in België zelfs twee volle maanden) maar de werkende ouders kunnen er maar twee, met een beetje geluk drie, weken tussenuit. Wat doen we met de kinderen in de tussentijd... Voor de leidsters van kinderopvang en naschoolse opvang is het juist geen vakantie nu, want al die schoolkinderen zonder school moeten toch ergens heen. Er zijn speelkampen, doeweken en andere vormen van vakantievermaak, maar een flink deel van de vakantie moet toch in de opvang worden doorgebracht. Maar ook ouders die thuis zijn, hebben geen rust in de vakantie, want ouders hebben nooit vakantie in de zorg voor de kinderen. Vanaf het moment dat je aan een kind begint tot z/hij een kleine twintig jaar later het huis uitgaat, ben je geen baas meer over je eigen tijd of je tijdsindeling.
De evolutie heeft voor elke soort een eigen oplossing gevonden voor het tegemoet komen aan de behoefte aan zorg en bescherming van het nageslacht en de behoefte aan zorg voor zichzelf voor de ouders. In de loop van miljoenen jaren evolutie (evolutie is een zeer traag proces) zijn die oplossingen geperfectioneerd en nu en dan aangepast aan veranderende omstandigheden. Natuurrampen en kosmische invloeden die de ene soort de das om deden vormden voor andere soorten juist een mogelijkheid om verder te ontwikkelen. Zo bleek het een evolutionair voordeel voor sommige soorten te zijn om de dracht lang te rekken en dan een jong te baren dat al vrij zelfstandig is. Voor andere soorten werkte het dan juist weer beter om de jongen relatief vroeg geboren te laten worden en ze dan buiten, maar wel tegen het lichaam van de moeder verder te laten ontwikkelen. De mens hoort bij die laatste categorie.
Twee factoren zijn van belang bij deze ontwikkeling. Ten eerste is daar het feit dat wij als soort rechtop zijn gaan lopen. Dat gaf allerlei voordelen, zoals het vrijkomen van de handen voor andere dingen, wat mede een factor was bij de toenemende hersenontwikkeling. Het nadeel was dat om die recht opgaande houding te kunnen laten werken, de anatomie moest worden aangepast en dat zorgde er bij de vrouwelijke leden van de soort voor dat het baringskanaal lastiger te passeren en kleiner werd voor de jongen. Het tweede was de groter wordende herseninhoud en daarmee de toenemende schedelomvang. Hoe groter het hoofd, hoe lastiger de baring, vooral als het baringskanaal ook kleiner is dan het was toen de mens nog op vier poten rondrende. Krapper bekken en groter hoofd samen maakt dat het kind vroeger geboren moet worden dan voor de ontwikkeling nodig zou zijn, anders past het niet meer. De evolutionaire voordelen van het rechtop gaan en meer hersencapaciteit wegen echter kennelijk op tegen de nadelen van de vroeggeboorte. Die vroeggeboorte kan worden opgevangen door aangepaste zorg. Daarom is de mens een draagling. Minstens de tijd dat het kind nog in de baarmoeder had moeten verder ontwikkelen zou hij op het lichaam van zijn moeder moeten doorbrengen. En nog lange tijd erna in de onmiddellijke nabijheid van een primaire verzorger.
Deskundigen zijn het erover eens dat de draagtijd van een mens eigenlijk minimaal een jaar zou moeten zijn, maar waarschijnlijk vijftien en mogelijk achttien maanden. Tegen die tijd is het mensenkind zo ver ontwikkeld als de jongen van andere primaten en vergelijkbare grote zoogdieren. Dus de eerste drie, zes of negen maanden van zijn leven zou een kind eigenlijk nog in zijn moeder moeten zijn. Het is logisch te veronderstellen dat hij dus die tijd nu dan maar op of dicht tegen zijn moeder aan gaat doorbrengen. Veilig, warm en beschut en heel dicht bij zijn voedselbron. Die noodzakelijke voedselbron, want het verteringsstelsel is met name, naast de hersenen, een van die systemen die nog lang niet voldoende ontwikkeld zijn voor zelfstandig gebruik. Lichaamseigen voedsel beschermt maag en darmen tegen beschadiging door prematuur gebruik.
Die zeer intensieve behoefte aan lichamelijke nabijheid en beschikbaarheid van de ouders blijft gelukkig niet duren tot het kind volwassen is. Maar de behoefte aan beschikbaarheid en psycho-emotionele nabijheid blijven wel duren. De hersenen zijn bij de mens zijn primaire overlevingssysteem. Het volledig ontwikkelen van de hersenen en hun functioneren duurt wel een jaar of twintig. De groei en ontwikkeling gaat in golven en kent periodes van hyperactiviteit en van betrekkelijke rust. Maar nooit vakantie, het gaat altijd door. Vanaf het moment dat er een kind begint te groeien in het moederlichaam is het uit met de pret en het zelfbeschikkingsrecht. Dan is de vrouw een moeder. En moeder, dat ben je voor de rest van je leven. Geen vakantie, maar een doorgaande roadtrip.