Foto: Auteur geeft informatie aan een groep ouders.
Voorlichting. Dat is zo’n woord dat ik niet kan gebruiken zonder standaard bijgedachten. Het woord voorlichting roept herinneringen op aan de speciaal ingevoegde biologielessen over het functioneren van bepaalde delen van vrouwelijke en mannelijke menselijke lichamen. De giechelige atmosfeer. Het gestuntel van de docent die er duidelijk ook moeite mee heeft. Het gevoel van ‘zijn ze daar niet een beetje laat mee?’’ en ‘’moet dat nu wel in schoolverband?’’. Die laatste twee denk ik nog steeds met ja, respectievelijk nee, te moeten beantwoorden. Voorlichting over die aspecten van de menselijke biologie en gedrag aan tieners is aan de late kant en met name in die leeftijdsgroep is een klassikale aanpak voor dit onderwerp wellicht niet de beste keuze. Toch is voorlichting, wanneer ik eenmaal over die bijgedachten heen ben, zeer nuttig en ook niet heel moeilijk om te geven. Als je maar weet het hoe, wat en aan wie te combineren.
Om te beginnen verander ik de naam. Ik ga geen voorlichting geven, maar informatie. Dat klinkt gelijk al vriendelijker en het doet meer recht aan de maturiteit van de ontvanger. ‘’Geïnformeerd worden’’ klinkt aangenamer, meer alsof je voor vol wordt aangezien dan ‘’voorgelicht worden’’, zeg nou zelf. En mensen informeren doe ik ook liever dan ze voorlichten. Informatie is goed. Voorlichting houdt een zekere sturing in, informatie geeft kennis door. Ouders moeten allerlei keuzes maken en beslissingen nemen. Om dat goed te kunnen doen en later geen spijtoptanten te hoeven worden, hebben ze zoveel mogelijk informatie nodig. Goede, eerlijke, zo goed mogelijk gefundeerde informatie.
Aanstaande ouders denken vaak dat de keuze gaat over eten geven, maar dat is maar ten dele waar. Het gaat om opvoeding en zorggedrag. Eten geven, welk eten geven, hoe eten geven, wanneer eten geven, zijn daar maar onderdelen van. Goede informatie aan (aanstaande) ouders gaat over baby’s, over de persoonlijkheid van baby’s, over de lichamelijke, geestelijke en mentale behoeften, verwachtingen en mogelijkheden van baby’s. Al die babyaspecten horen namelijk bij het verschijnsel baby en niet bij de vraag wat, hoe, waar en wanneer hij zal eten. Hoe zien wij een kind als mens, als individu, wat willen wij voor dit kind en wat zijn onze persoonlijke mogelijkheden en beperkingen daarin. Dat hoe, wat, waar en wanneer van eten komt pas aan de orde als eerst die basiskeuzes zijn gemaakt.
De informatie over eten en slapen, op basis van die algemene informatie over baby's, komen opmerkelijk overeen wanneer je je richt op borstvoeding of andere voeding. Omdat de behoeften van de baby niet veranderen afhankelijk van de keuze van de ouders aangaande zijn voeding, blijft informatie over frequentie en volume en over wie de regie heeft over die zaken, hetzelfde. De verschillen in informatie gaan dan eigenlijk alleen nog over technieken. Enerzijds over hoe maak je de voeding klaar, hoe geef je fles en wat zijn de alternatieven. Bij borstvoeding gaat het over hoe werkt melkproductie, hoe zorg je ervoor dat vraag en aanbod op elkaar afgestemd raken en blijven en wat zijn de alternatieven.
Voorlichting, informatie kan en moet op verschillende manieren worden gegeven: individueel en in groepsverband, mondeling en visueel en schriftelijk. Mondeling individueel en mondeling in groepsverband is waarschijnlijk mijn grootste expertise gebied, op de voet gevolgd door schriftelijke informatie (letters op een beeldscherm reken ik ook maar even tot de schriftelijke informatie. Visuele informatie is een zich ontwikkelend gebied. Ik ben begonnen met tekenen en wat fotograferen. Sinds kort komen daar ook filmpjes bij. Daar ben ik nog een beetje mijn weg in aan het vinden. Ik ga daarnaast toewerken naar een combinatievorm: film met tekst en beeld en gesproken woord. Terwijl ik daarmee bezig ben (het exploreren van nieuwe media voor mijn informatie overdracht) moet ik vaak denken aan mijn vader. Hij had allerlei plannen voor als hij met pensioen ging. In zijn tijd kon je nog vroeger met pensioen, in plaats van langer door te moeten werken. Het eerste dat hij deed toen hij dus met pensioen ging, was zich opgeven voor een cursus. Hij ging gewoon een nieuw vak leren. Hij werd koordirigent. Ik wacht niet tot ik met pensioen ben, dat duurt veel te lang (nog minstens tien jaar), ik ga gewoon nu allerlei nieuwe dingen leren en doen.