Foto: Julie Andrews als Mary Poppins en Dick Van Dyke als Bert / Mr. Dawes Senior zingen Supercalifragilisticexpialidocious in Mary Poppins (1964)
Mary Poppins figureerde al eerder in een van mijn verhaaltjes. Het is een inspirerende persoonlijkheid, vooral omdat ze niets echt serieus neemt, behalve kinderen. Een van de meest magnifieke scenes uit de musical is de uitvinding van het woord supercalifragilisticexpialidocious. Wikipedia zegt over dat woord:
Mary Poppins figureerde al eerder in een van mijn verhaaltjes. Het is een inspirerende persoonlijkheid, vooral omdat ze niets echt serieus neemt, behalve kinderen. Een van de meest magnifieke scenes uit de musical is de uitvinding van het woord supercalifragilisticexpialidocious. Wikipedia zegt over dat woord:
De oorsprong van het Engelse woord wordt als volgt gesteld: super- "boven", cali- "schoonheid", fragilistic- "delicaat", expiali- "fouten inzien", en docious- "leerbaar", waarbij de som van deze woorden gezien kan worden als "De fout inzien van leerbaarheid door delicate schoonheid" ("Atoning for educability through delicate beauty"). Volgens de film van Walt Disney uit 1964 wordt het gedefinieerd als "Wat je zegt wanneer je niet weet wat te zeggen".
Een heerlijk onzinwoord met als enige doel de conversatie gaande te houden. Het is ook een woord dat prachtig illustreert dat je met grote woorden ook helemaal niets kunt zeggen. Grote en dure woorden worden door de grootindustrie vaak gebruikt om helemaal niets te zeggen en vervolgens hun handel met woekerwinsten verkocht te krijgen. Van der Linde (2013) legt haarfijn uit hoe dat werkt in de geneesmiddelen industrie. Geneesmiddelen die we niet nodig hebben, die ternauwernood doen wat ze beloven, die ondergeschoffelde en mogelijk ernstige bijwerkingen hebben, die met enthousiaste medewerking van medische autoriteitsfiguren aan de man/vrouw worden gebracht. In dit artikel kun je op de meeste plaatsen ‘’geneesmiddelenindustrie’’ vervangen door ‘’kunstvoedingindustrie’’, want die hebben dezelfde streken.
Het supercalifragilisticexpialidocious van de kunstvoedingsindustrie is de mantra dat veel kindjes van een verhongeringsdood worden gered door hun fabelachtige product. Waarbij zijzelf natuurlijk fabelachtig bedoelen in de zin van ongelooflijk goed en ik in de zin van ongelooflijk. Op elk artikel over de risico’s van geen-borstvoeding en over de gevaren van kunstvoeding marketing, komt er op zijn minst één reactie in de trant van ‘’maar als er geen kunstvoeding was geweest, was mijn kindje nu dood geweest.’’ Over het algemeen zal dat een volledig foute inschatting van de situatie zijn, hoewel de moeder het zelf waarschijnlijk oprecht gelooft. Zij gelooft namelijk het quasi-wetenschappelijke geneuzel van de kunstvoeding marketeers. Nog erger: zij is, samen met het grootste deel van het publiek en de zorg, zonder dat ze het zelf in de gaten heeft, en dus zeer succesvol, gebrainwasht door diezelfde marketeers in de afgelopen halve eeuw. Zo zeer gebrainwasht dat collectief wordt aangenomen dat borstvoeding geven moeilijk is, dat de slaagkans een soort van Russische Roulette is; gebrainwasht met ingewikkelde en tegennatuurlijke schema’s en routines voor babyverzorging en het voeden van zuigelingen.
Natuurlijk zijn er vrouwen die echt, absoluut, geen of onvoldoende melk kunnen maken, wat ze ook proberen en hoe hard ze ook hun best doen. Dat is rot, vreselijk rot voor ze. Daar zou je, als het je overkomt, gloeiend-giftig kwaad om worden. Maar kunstvoeding is dan niet de enige optie. Er is ook de mogelijkheid om melk van een andere moeder te vragen voor jouw kindje. De meeste moeders zullen met liefde (letterlijk) voor jou en je kindje kolven en hun melk belangeloos schenken. Voor veel andere moeders geldt (hoe vervelend dat ook is om te horen) dat zij geen goede begeleiding krijgen, verkeerde adviezen krijgen, ineffectieve methodes volgen, waardoor het kan lijken dat zij onvoldoende melk maken of, uiteindelijk, inderdaad te weinig melk maken. Niet omdat ze het niet kunnen, maar omdat het om de een of andere reden belemmerd wordt. Ook voor hen is kunstvoeding niet de enige optie. Zij hebben er zelfs meerdere. De eerste is om door verandering van methodes, technieken en routines de melkproductie op te voeren tot de hoeveelheid die hun kind nodig heeft. Hoewel niet altijd eenvoudig, is dat vaak wel zeer goed haalbaar. Maar ook zij hebben de mogelijkheid om hun kind te voeden met de melk van een andere moeder.
Donormoeders maken duidelijk dat de delicate schoonheid van een moeder met een kind aan de borst wel degelijke educatieve potentie heeft. Het leert dat borstvoeden mogelijk is. Het leert dat moeders altruïstisch zijn en dat zij dat altruïsme verder dan alleen ten bate van hun eigen kind willen uitspreiden. En als een moeder gebruik maakt van donormelk en ze die melk aan haar kind geeft terwijl hij aan haar eigen borst drinkt, dan zal die delicate schoonheid van een moeder met een kind aan de borst ook bij haar worden geopenbaard. Je kan ook borstvoeding geven wanneer de borst weinig of geen melk maakt.
Supercalifragilisticexpialidocious op YouTube
Hans van der Linde: Het pillenbedrog. Trouw.nl, 18/05/13.
Eurolac Flits! met label of zoekterm risico van geen borstvoeding, reclame, industrie, donormelk. Deze links leiden elk naar een lijst met blogs met dit label, klik op de plaatjes in de linkerzijbalk voor meer verhaaltjes.
Hans van der Linde: Het pillenbedrog. Trouw.nl, 18/05/13.
Eurolac Flits! met label of zoekterm risico van geen borstvoeding, reclame, industrie, donormelk. Deze links leiden elk naar een lijst met blogs met dit label, klik op de plaatjes in de linkerzijbalk voor meer verhaaltjes.