Foto: Kristen Stewart als Bella Cullen-Swan, leert menselijk gedrag [''Don't sit so straight; humans don't do that.'' (Rosalie Hale in TS BW-2)] als gloednieuwe vampier in The Twilight Saga: Breaking Dawn - Part 2, naast de foto waar het allemaal mee begon.
In de afgelopen dagen had ik regelmatig een –associatiemomentje’’. Elke keer zag of hoorde ik iets wat me deed denken aan een scène uit een boek of een film en waarbij dan als tweede associatie een idee voor een verhaaltje kwam. De meeste van dei momentjes gebeuren als ik eigenlijk ergens anders mee bezig ben en als ik er niet direct een aantekening van maak, zakken zulke momentjes weer weg, onder de groeiende stapel indrukken, ideeën en to-do-lijst items. Maar eentje maakte zoveel indruk op me, dat hij zelfs door een breed vertakte discussie heen stand hield en dat momentje duikt dus nu op als verhaaltje voor dit blog*.
Het gaat om een foto die op Facebook langs kwam. Een moeder zit in een bushokje een baby te voeden en erboven staat geschreven ‘’Future rugby legend in the making’’ en onderin een logo van een borstvoeding organisatie. Een mooi, krachtig beeld. Geen zoetige, weeïge heilige-madonna-moeder, maar een gewone vrouw die duidelijk communiceert met de niet meer piepjonge baby aan haar borst. Maar wat zie ik als eerste? De houding van de moeder: stijf rechtop, met de ene elleboog naar buiten gebogen, het gewicht van de baby bijna alleen op haar armen dragend en haar hoofd ietwat schuin voorover gebogen. Terwijl mijn eigen spieren al protesteren bij het aanschouwen van een dergelijke voorstelling (want mijn spieren stellen zichzelf direct voor hoe zoiets zou aanvoelen) slaat mijn associërende brein weer eens op hol. Ik zie direct een scene uit ene film voor me, met de bijbehorende quote: ‘’Zit niet zo stijf rechtop. Mensen doen dat niet’’**.
En direct vliegen die associërende hersenen naar het boek van Suzanne Colson (2011) waarin zij haarfijn uitlegt dat deze typistenhouding ongeveer de minst ergonomische is die er bestaat. En dat borstvoeding in tegenstelling daarmee juist helemaal over comfort gaat. Moeder en kind moeten een comfortabele houding hebben, die met gemak enige tijd is vol te houden en waarbij ze allebei zo min mogelijk actief spiergebruik nodig hebben om die houding vol te houden. In de houding op dit plaatje moet de baby zich stevig tegen de moeder aandrukken om niet door de zwaartekracht naar de grond getrokken te worden, daarbij de tepel verliezend en daardoor gedwongen wordend die tepel stevig tussen zijn kaken te klemmen. De moeder heeft allerlei spieren nodig om haar rug recht te houden, die arm naar buiten te houden, haar kind te dragen, haar benen gekruist te houden zonder de bloedsomloop te belemmeren en haar hoofd in die half gebogen houding te fixeren om naar haar kind te kunnen blijven kijken.
Voor een vampier uit het Twilght universum is dat allemaal geen probleem: die zijn van soepel beweeglijke steen gemaakt en worden nooit moe. Een simpele mensenmoeder daarentegen houdt dat maar moeilijk vol. Zij wordt moe, haar spieren gaan protesteren, haar houding zakt in, het been gaat slapen, die armen geven beetje bij beetje de strijd tussen het gewicht van haar kind en de zwaartekracht op en haar nek wordt stijf. Borstvoeding wordt makkelijk moeilijk gemaakt door allerlei regeltjes die eigenlijk nergens voor nodig zijn. Vooral regels over houding en tijd. Daarom zijn er minder regels nodig en meer comfort.
Soms worden mensenmoeders voor gorilla- of chimpanseeverblijven gezet om daar hun kinderen te voeden, zodat de apenmoeders het kunnen leren. Misschien zou het een idee zijn om aanstaande moeders eens naar gorilla-en chimpanseemoeders te laten kijken. Mensenmoeders zouden van apenmoeders nog een en ander over menselijk gedrag kunnen leren. Ze heten niet voor niets mensapen en het DNA is niet het enige dat grote overeenkomsten vertoont. Mensaapmoeders zitten nooit stijf rechtop, maar zitten comfortabel ergens tegenaan geleund of liggen half op hun rug en zorgen er door de bank genomen voor dat hun baby’s zonder al te veel moeite zichzelf aan de borst op hun plaats kunnen houden. Ondertussen onderhouden ze zich met collega moeders of andere leden van de leefgemeenschap of ze gaan door met hun dagelijkse bezigheden. Eigenlijk heel menselijk gedrag. Zeker menselijker dan de stijve typistenhouding.
Ik pleit daarom voor maar één voorschrift voor het voeden van baby’s wat betreft de houding: moeder en kind hebben een zodanige houding ten opzichte van zichzelf, hun omgeving en elkaar, dat zij met zo min mogelijk gebruik van spieren in alle comfort kunnen genieten van het voeden. Om dit te bereiken moeten moeders en hun zorgverleners eerst de strijd aangaan tussen twee zeer menselijke neigingen: de zucht naar gemak en de zucht naar het moeilijk maken van makkelijke dingen. Ik wed op het gemak.
*) Terwijl ik dit schrijf over al die momentjes met de titel ‘’menselijk’’ erboven, heb ik weer andere associaties over menselijke momentjes of ‘human moments’, maar die zal ik u besparen.
**) ''Don't sit so straight; humans don't do that.'' (Rosalie Hale in TS BW-2)
Colson S: Inleiding Tot Biological Nurturing: Een Nieuwe Kijk Op Borstvoeding. Hale Publishing, 2011
ISBN 0983307512, 9780983307518
In de afgelopen dagen had ik regelmatig een –associatiemomentje’’. Elke keer zag of hoorde ik iets wat me deed denken aan een scène uit een boek of een film en waarbij dan als tweede associatie een idee voor een verhaaltje kwam. De meeste van dei momentjes gebeuren als ik eigenlijk ergens anders mee bezig ben en als ik er niet direct een aantekening van maak, zakken zulke momentjes weer weg, onder de groeiende stapel indrukken, ideeën en to-do-lijst items. Maar eentje maakte zoveel indruk op me, dat hij zelfs door een breed vertakte discussie heen stand hield en dat momentje duikt dus nu op als verhaaltje voor dit blog*.
Het gaat om een foto die op Facebook langs kwam. Een moeder zit in een bushokje een baby te voeden en erboven staat geschreven ‘’Future rugby legend in the making’’ en onderin een logo van een borstvoeding organisatie. Een mooi, krachtig beeld. Geen zoetige, weeïge heilige-madonna-moeder, maar een gewone vrouw die duidelijk communiceert met de niet meer piepjonge baby aan haar borst. Maar wat zie ik als eerste? De houding van de moeder: stijf rechtop, met de ene elleboog naar buiten gebogen, het gewicht van de baby bijna alleen op haar armen dragend en haar hoofd ietwat schuin voorover gebogen. Terwijl mijn eigen spieren al protesteren bij het aanschouwen van een dergelijke voorstelling (want mijn spieren stellen zichzelf direct voor hoe zoiets zou aanvoelen) slaat mijn associërende brein weer eens op hol. Ik zie direct een scene uit ene film voor me, met de bijbehorende quote: ‘’Zit niet zo stijf rechtop. Mensen doen dat niet’’**.
En direct vliegen die associërende hersenen naar het boek van Suzanne Colson (2011) waarin zij haarfijn uitlegt dat deze typistenhouding ongeveer de minst ergonomische is die er bestaat. En dat borstvoeding in tegenstelling daarmee juist helemaal over comfort gaat. Moeder en kind moeten een comfortabele houding hebben, die met gemak enige tijd is vol te houden en waarbij ze allebei zo min mogelijk actief spiergebruik nodig hebben om die houding vol te houden. In de houding op dit plaatje moet de baby zich stevig tegen de moeder aandrukken om niet door de zwaartekracht naar de grond getrokken te worden, daarbij de tepel verliezend en daardoor gedwongen wordend die tepel stevig tussen zijn kaken te klemmen. De moeder heeft allerlei spieren nodig om haar rug recht te houden, die arm naar buiten te houden, haar kind te dragen, haar benen gekruist te houden zonder de bloedsomloop te belemmeren en haar hoofd in die half gebogen houding te fixeren om naar haar kind te kunnen blijven kijken.
Voor een vampier uit het Twilght universum is dat allemaal geen probleem: die zijn van soepel beweeglijke steen gemaakt en worden nooit moe. Een simpele mensenmoeder daarentegen houdt dat maar moeilijk vol. Zij wordt moe, haar spieren gaan protesteren, haar houding zakt in, het been gaat slapen, die armen geven beetje bij beetje de strijd tussen het gewicht van haar kind en de zwaartekracht op en haar nek wordt stijf. Borstvoeding wordt makkelijk moeilijk gemaakt door allerlei regeltjes die eigenlijk nergens voor nodig zijn. Vooral regels over houding en tijd. Daarom zijn er minder regels nodig en meer comfort.
Soms worden mensenmoeders voor gorilla- of chimpanseeverblijven gezet om daar hun kinderen te voeden, zodat de apenmoeders het kunnen leren. Misschien zou het een idee zijn om aanstaande moeders eens naar gorilla-en chimpanseemoeders te laten kijken. Mensenmoeders zouden van apenmoeders nog een en ander over menselijk gedrag kunnen leren. Ze heten niet voor niets mensapen en het DNA is niet het enige dat grote overeenkomsten vertoont. Mensaapmoeders zitten nooit stijf rechtop, maar zitten comfortabel ergens tegenaan geleund of liggen half op hun rug en zorgen er door de bank genomen voor dat hun baby’s zonder al te veel moeite zichzelf aan de borst op hun plaats kunnen houden. Ondertussen onderhouden ze zich met collega moeders of andere leden van de leefgemeenschap of ze gaan door met hun dagelijkse bezigheden. Eigenlijk heel menselijk gedrag. Zeker menselijker dan de stijve typistenhouding.
Ik pleit daarom voor maar één voorschrift voor het voeden van baby’s wat betreft de houding: moeder en kind hebben een zodanige houding ten opzichte van zichzelf, hun omgeving en elkaar, dat zij met zo min mogelijk gebruik van spieren in alle comfort kunnen genieten van het voeden. Om dit te bereiken moeten moeders en hun zorgverleners eerst de strijd aangaan tussen twee zeer menselijke neigingen: de zucht naar gemak en de zucht naar het moeilijk maken van makkelijke dingen. Ik wed op het gemak.
*) Terwijl ik dit schrijf over al die momentjes met de titel ‘’menselijk’’ erboven, heb ik weer andere associaties over menselijke momentjes of ‘human moments’, maar die zal ik u besparen.
**) ''Don't sit so straight; humans don't do that.'' (Rosalie Hale in TS BW-2)
Colson S: Inleiding Tot Biological Nurturing: Een Nieuwe Kijk Op Borstvoeding. Hale Publishing, 2011
ISBN 0983307512, 9780983307518