Foto: Twilight marathon poster; bioscoopplaatsen reservering
Zaterdag ga ik naar de bioscoop. Met mijn dochter en schoondochter. Lady’s night na een middag thuis de voorafgaande films van de serie te bekijken*. In de bioscoop hebben we gereserveerde plaatsen. Gelukkig was ik nog op tijd om de op een na beste plaatsen te krijgen, net even buiten het midden. Precies in het midden van de lengte- en de breedte-as zijn de beste plaatsen, maar deze voldoen bijna net zo goed. Een beetje hoger of een beetje verder naar de zijkant voldoet ook, maar dan moet je toch net even meer moeite doen om comfortabel te kijken. Langs de randen is bijna geen optie. Stijve nek plaatsen zijn dat. Niettemin, als er niks anders meer was, had ik toch zulke plaatsen genomen, want die film wil ik perse zien. Nou, misschien dat ik bij alleen de optie voorste rij hoekplaats toch had afgehaakt en was uitgeweken naar een andere voorstelling.
De WHO en Unicef zijn het er, samen met deskundigen in het veld, over eens, op basis van de biologie en de wetenschappelijke bewijzen, dat menselijke melk voor menselijke zuigelingen de voeding van eerste keuze is. Sterker nog, dat menselijke melk niet zozeer de eerste keuze is, maar de enige optie die recht doet aan de specifieke behoeften van groei en ontwikkeling van een mensenkind. Zo sterk zelfs, dat de optie niet-menselijke melk pas op de vierde en volgende plaatsen komt. De eerste twee plaatsen zijn gereserveerd voor respectievelijk melk van de eigen moeder direct uit de borst en afgekolfde melk van de eigen moeder op andere wijze gegeven. De derde plaats is toegewezen aan andere menselijke melk, menselijke melk van een andere moeder. Direct uit haar borst of gekolfd en gedoneerd. De op een na laatste plaats is voorbehouden aan aangepaste melk van niet menselijke bron, de kunstvoeding. Op de allerlaatste plaats, als er echt helemaal niets anders meer te vinden is en uitwijken naar een andere voorstelling ook geen optie is, zijn alle andere vloeistoffen zoals koemelk-water-mengsels, notenmelk en graanafkooksels.
Het zou dus voor de hand liggen dat moeders, bij wie de plaatsen één en twee niet of niet voldoende werken, uitwijken naar plaats drie. Menselijke melk voor menselijke baby’s. Het blijft mij telkens weer verbazen dat er toch veel moeders zijn die dit een lastig concept vinden. Veel mensen, die geen moeder zijn, vinden het ronduit vies, om niet te zeggen smerig. Het is mij een compleet raadsel hoe het kan, maar veel mensen associëren melk met vies. Let op, mensenmelk, koeienmelk is prima. Koeienmelk, volgepakt met groeihormonen en antibiotica is goed. Koeienmelk uit spenen die, omdat de uiers zo buitenproportioneel groot gekweekt zijn, door hun eigen bagger slepen is geweldig. Koeienmelk die in de fabriek is uitgedroogd, gestript en opgevuld is een wetenschappelijk wonder. Maar mensenmelk, ik bedoel ménsenmelk, je weet wel: bórstmelk, o jakkes, jakkie-bah. Mensenmelk, die door een andere moeder in alle liefde ook aan haar eigen kind wordt gegeven, en die, uit pure naastenliefde, voor een ander kind wordt gekolfd.
Moeders zijn gemengd in hun gevoelens over donormelk. Het idee van vies leeft bij hen minder, ze geven immers van diezelfde melk ook aan hun eigen kind. Veel moeders zijn direct bereid om voor een ander kindje te gaan kolven als ze voldoende melk hebben. Geen enkel probleem, ze delen met liefde van hun overdaad. Veel moeders zouden het ook geen echt probleem vinden om occasioneel een ander kindje aan de borst te voeden. Het plaatje verandert pas als het gaat om het eigen kind en de melk en borst van een andere moeder. Dan aarzelen veel meer moeders en velen denken dat ze dan toch de lager geklasseerde optie van niet menselijke melk zouden kiezen. Ook moeders die ten volle overtuigd zijn van de waarde van uitsluitend menselijke melk voor menselijke kinderen.
Het gaat deze moeders er niet om dat ze het een vies idee vinden. Ook niet dat ze bang zijn voor het overdragen van ziektes. De donormoeder voedt haar eigen kind immers ook met die melk. Wat voor veel van deze moeders speelt, is dat het aanvaarden van de melk van een andere moeder hen het gevoel geeft, dat zij hun moederschap uit handen geven; het gevoel dat zij een niet-goed-genoeg moeder zijn, door om te beginnen geen of onvoldoende melk voor hun kind te hebben, en vervolgens van een andere moeder te moeten accepteren, dat zij niet alleen voldoende heeft voor haar eigen kind (en dus wel een goed-genoeg moeder is), maar zelfs nog over heeft voor een ander kindje. Niet-menselijke melk uit een fabriek heeft die persoonlijke, verwarrende connotaties niet. Die niet-menselijke melk is dus voor haar kind niet de meest gunstige keuze, maar voor het emotionele welzijn van de moeder misschien wel.
Er zijn ook culturen waar vrouwen hier geen last van hebben. Zij delen vrijelijk al hun vaardigheden, inclusief de vaardigheid om melk te maken en kinderen te voeden. Misschien omdat in die culturen moeders worden geëerd en gerespecteerd en daar niets extra’s voor hoeven te doen? In onze cultuur worden moeders niet gewaardeerd en gerespecteerd alleen om het feit dat ze moeder zijn. Ze moeten een goede moeder zijn en liefst een betere moeder dan andere moeders. Westers moederschap is een competitie. Wie ergens goed in is en een overvloed heeft kan makkelijk genereus zijn en delen, dat versterkt de positie zelfs. Maar toegeven dat je ergens minder goed in bent en accepteren wat een ander over heeft, kan in een dergelijke competitieve situatie te veel gevraagd zijn.
Voor de goede orde: ik zeg niet dat er goede, betere en slechtere moeders zijn. Ik zeg alleen dat moeders zich een slechtere moeder kunnen voelen. Dat is zo jammer, moeders doen zichzelf daarmee groot onrecht. Iedere moeder die haar best doet en naar beste vermogen doet voor haar kind wat ze denkt dat goed is, is een goede moeder. Of een goed-genoeg moeder. Goed genoeg ís goed genoeg. We zijn immers maar gewone mensen zonder super-powers. Voor superpowermensen gaan we wel naar de bioscoop. Liefst op de beste, gereserveerde plaatsen, maar als die al vergeven zijn, nemen we genoegen met de plaatsen daar omheen.
*) De officiële marathon is natuurlijk ook heel leuk om te doen, maar dat is tot diep in de nacht midden in de week. En om er nu een dag voor vrij te nemen dat te zien en nog een om uit te slapen erna, dat is ook wel weer erg fanatiek fan-gedrag.
Zaterdag ga ik naar de bioscoop. Met mijn dochter en schoondochter. Lady’s night na een middag thuis de voorafgaande films van de serie te bekijken*. In de bioscoop hebben we gereserveerde plaatsen. Gelukkig was ik nog op tijd om de op een na beste plaatsen te krijgen, net even buiten het midden. Precies in het midden van de lengte- en de breedte-as zijn de beste plaatsen, maar deze voldoen bijna net zo goed. Een beetje hoger of een beetje verder naar de zijkant voldoet ook, maar dan moet je toch net even meer moeite doen om comfortabel te kijken. Langs de randen is bijna geen optie. Stijve nek plaatsen zijn dat. Niettemin, als er niks anders meer was, had ik toch zulke plaatsen genomen, want die film wil ik perse zien. Nou, misschien dat ik bij alleen de optie voorste rij hoekplaats toch had afgehaakt en was uitgeweken naar een andere voorstelling.
De WHO en Unicef zijn het er, samen met deskundigen in het veld, over eens, op basis van de biologie en de wetenschappelijke bewijzen, dat menselijke melk voor menselijke zuigelingen de voeding van eerste keuze is. Sterker nog, dat menselijke melk niet zozeer de eerste keuze is, maar de enige optie die recht doet aan de specifieke behoeften van groei en ontwikkeling van een mensenkind. Zo sterk zelfs, dat de optie niet-menselijke melk pas op de vierde en volgende plaatsen komt. De eerste twee plaatsen zijn gereserveerd voor respectievelijk melk van de eigen moeder direct uit de borst en afgekolfde melk van de eigen moeder op andere wijze gegeven. De derde plaats is toegewezen aan andere menselijke melk, menselijke melk van een andere moeder. Direct uit haar borst of gekolfd en gedoneerd. De op een na laatste plaats is voorbehouden aan aangepaste melk van niet menselijke bron, de kunstvoeding. Op de allerlaatste plaats, als er echt helemaal niets anders meer te vinden is en uitwijken naar een andere voorstelling ook geen optie is, zijn alle andere vloeistoffen zoals koemelk-water-mengsels, notenmelk en graanafkooksels.
Het zou dus voor de hand liggen dat moeders, bij wie de plaatsen één en twee niet of niet voldoende werken, uitwijken naar plaats drie. Menselijke melk voor menselijke baby’s. Het blijft mij telkens weer verbazen dat er toch veel moeders zijn die dit een lastig concept vinden. Veel mensen, die geen moeder zijn, vinden het ronduit vies, om niet te zeggen smerig. Het is mij een compleet raadsel hoe het kan, maar veel mensen associëren melk met vies. Let op, mensenmelk, koeienmelk is prima. Koeienmelk, volgepakt met groeihormonen en antibiotica is goed. Koeienmelk uit spenen die, omdat de uiers zo buitenproportioneel groot gekweekt zijn, door hun eigen bagger slepen is geweldig. Koeienmelk die in de fabriek is uitgedroogd, gestript en opgevuld is een wetenschappelijk wonder. Maar mensenmelk, ik bedoel ménsenmelk, je weet wel: bórstmelk, o jakkes, jakkie-bah. Mensenmelk, die door een andere moeder in alle liefde ook aan haar eigen kind wordt gegeven, en die, uit pure naastenliefde, voor een ander kind wordt gekolfd.
Moeders zijn gemengd in hun gevoelens over donormelk. Het idee van vies leeft bij hen minder, ze geven immers van diezelfde melk ook aan hun eigen kind. Veel moeders zijn direct bereid om voor een ander kindje te gaan kolven als ze voldoende melk hebben. Geen enkel probleem, ze delen met liefde van hun overdaad. Veel moeders zouden het ook geen echt probleem vinden om occasioneel een ander kindje aan de borst te voeden. Het plaatje verandert pas als het gaat om het eigen kind en de melk en borst van een andere moeder. Dan aarzelen veel meer moeders en velen denken dat ze dan toch de lager geklasseerde optie van niet menselijke melk zouden kiezen. Ook moeders die ten volle overtuigd zijn van de waarde van uitsluitend menselijke melk voor menselijke kinderen.
Het gaat deze moeders er niet om dat ze het een vies idee vinden. Ook niet dat ze bang zijn voor het overdragen van ziektes. De donormoeder voedt haar eigen kind immers ook met die melk. Wat voor veel van deze moeders speelt, is dat het aanvaarden van de melk van een andere moeder hen het gevoel geeft, dat zij hun moederschap uit handen geven; het gevoel dat zij een niet-goed-genoeg moeder zijn, door om te beginnen geen of onvoldoende melk voor hun kind te hebben, en vervolgens van een andere moeder te moeten accepteren, dat zij niet alleen voldoende heeft voor haar eigen kind (en dus wel een goed-genoeg moeder is), maar zelfs nog over heeft voor een ander kindje. Niet-menselijke melk uit een fabriek heeft die persoonlijke, verwarrende connotaties niet. Die niet-menselijke melk is dus voor haar kind niet de meest gunstige keuze, maar voor het emotionele welzijn van de moeder misschien wel.
Er zijn ook culturen waar vrouwen hier geen last van hebben. Zij delen vrijelijk al hun vaardigheden, inclusief de vaardigheid om melk te maken en kinderen te voeden. Misschien omdat in die culturen moeders worden geëerd en gerespecteerd en daar niets extra’s voor hoeven te doen? In onze cultuur worden moeders niet gewaardeerd en gerespecteerd alleen om het feit dat ze moeder zijn. Ze moeten een goede moeder zijn en liefst een betere moeder dan andere moeders. Westers moederschap is een competitie. Wie ergens goed in is en een overvloed heeft kan makkelijk genereus zijn en delen, dat versterkt de positie zelfs. Maar toegeven dat je ergens minder goed in bent en accepteren wat een ander over heeft, kan in een dergelijke competitieve situatie te veel gevraagd zijn.
Voor de goede orde: ik zeg niet dat er goede, betere en slechtere moeders zijn. Ik zeg alleen dat moeders zich een slechtere moeder kunnen voelen. Dat is zo jammer, moeders doen zichzelf daarmee groot onrecht. Iedere moeder die haar best doet en naar beste vermogen doet voor haar kind wat ze denkt dat goed is, is een goede moeder. Of een goed-genoeg moeder. Goed genoeg ís goed genoeg. We zijn immers maar gewone mensen zonder super-powers. Voor superpowermensen gaan we wel naar de bioscoop. Liefst op de beste, gereserveerde plaatsen, maar als die al vergeven zijn, nemen we genoegen met de plaatsen daar omheen.
*) De officiële marathon is natuurlijk ook heel leuk om te doen, maar dat is tot diep in de nacht midden in de week. En om er nu een dag voor vrij te nemen dat te zien en nog een om uit te slapen erna, dat is ook wel weer erg fanatiek fan-gedrag.
Eurolac Flits! met label moedermelk, donormelk, kunstvoeding, moederschap. Deze links leiden naar lijsten met blogs met deze labels. Klik op de plaatsjes in de linkerzijbalk voor meer verhaaltjes.