Foto: Arnold Schwarzenegger lust de boeven rauw als Mark Kaminsky/Joseph P. Brenner in Raw Deal
Ik kreeg op doktersvoorschrift een voedingssupplement. Vitamine D3 met calcium wil hij dat ik slik, want mijn vitamine D voorraden bleken bij controle redelijk laag. Kalk hoort erbij, want als vrouw van middelbare leeftijd heb ik daarvan waarschijnlijk per definitie te weinig. Degene die bedacht heeft dat het een goed idee is om kalk in de vorm van kauwtabletten te geven moesten ze ~*~*~censuur~*~*~*~. Een mengsel van suiker en kalk: fijngemalen schoolbordkrijtjes en suikerklontjes, en daar moet je even lekker op gaan zitten knauwen. Als dit proefpotje leeg is, ga is zo snel ik kan over op gewone vitamine D pilletjes of druppeltjes. De kalk haal ik wel uit mijn eten en die suiker kan ik missen als kiespijn. Op de begeleidende brief van de apotheek staat ook een hoofdstukje over wat ik zelf kan doen om mijn gezondheid op dit punt te verbeteren. De eerste zin begint met ‘’eet gezond’’. Ja. Dus. Du-uh. Gôh. Jóh!
Gezond eten, hoe bedenken ze het. Maar wat is gezond eten eigenlijk? Dat is nog niet één-twee-drie te achterhalen. Daar is het laatste woord nog niet over gezegd. Wat voor de een het summum van gezond is, is volgens de ander niet veel beter dan vergif. En omgekeerd. En de derde vindt allebei de alternatieven maar niks en stelt nog iets anders voor. Wilde dieren hebben het makkelijk, die eten gewoon wat hun ouders aten van wie ze het leerden. Of van de rest van de kudde of de roedel. Dieren weten instinctief wat ze nodig hebben en van sommige kuddedieren is bekend dat de leidende wijfjes doelgericht de kudde leiden naar plaatsen waar planten groeien die de kudde op dat moment nodig heeft. Van elke diersoort zijn voeding en spijsvertering op elkaar afgestemd. Hoe grover en moeilijker te verteren het voedsel is, hoe uitgebreider en specifieker het spijsverteringssysteem.
Grof plantaardig materiaal is lastig te verteren en heeft voorvertering nodig om de voedingsstoffen opneembaar te maken. Dieren die van dat grove plantaardige materiaal eten hebben daarom soms meerdere magen, agressievere spijsverteringsenzymen en een uitgebreider darmsysteem. Dieren die veel pitten en zaden eten hebben een gebit dat meer op maalstenen lijkt of ze hebben maalstenen (ingeslikte steentjes) in hun maag. Vleeseters hebben ook plantaardige voeding nodig, maar dat kunnen ze zelf niet verteren. Ze eten daarom vaak als eerste de ingewanden van hun prooidier. Daarin is het plantaardige materiaal voorverteerd. Zij eten hun groenten gekookt, als het ware.
Mensen zijn, als je afgaat op het gebit en het spijsverteringsstelsel, alleseters. We lijken daarin op honden, varkens en chimpansees. Hondachtigen zijn alleseters met een neiging naar meer nadruk op de vleeskant, chimpansees meer naar de plantaardige kant. Chimpansees staan ons het dichts nabij, maar zij hebben veel krachtiger kaken. De verre voorouders die wij met de chimpansee gemeen hebben, hadden ook die zware, sterke kaken, dus ooit heeft ons voorgeslacht wellicht hetzelfde eetpatroon gehad als de chimpansee. Er is natuurlijk een reden waarom wij mensen ons ontwikkeld hebben tot een soort die lichamelijk minder krachtig is, maar mentaal ver boven elke dierlijke vergelijking uitstijgt.
Onderzoekers gaan er inmiddels vanuit dat er twee grote veranderingen zijn die hebben bijgedragen aan de evolutie tot de moderne mens. De eerste was het rechtop gaan, waardoor onze handen vrij kwamen voor andere dingen, bijvoorbeeld jagen. Mogelijk heeft dat geleid tot een verschuiving van de nadruk van voornamelijk plantaardig naar halfom plantaardig en dierlijk. De grotere toevoer van eiwitten en makkelijk opneembare dierlijke nutriënten kan een belangrijke factor zijn geweest in de groei van de hersenen. De andere was de ontdekking van het vuur. Door het voorverteren van plantaardige en dierlijke voedselbronnen door middel van verhitten worden deze makkelijker opneembaar en is er dus meer voeding werkelijk beschikbaar voor opname. Op die manier hoeft niet meer alle beschikbare tijd te worden besteed aan het verzamelen van voedsel, maar blijft er –alweer- tijd over voor andere dingen. Beter opneembare voeding zorgt ook voor een snellere hersenontwikkeling, doordat er meer voedsel voor die hersenontwikkeling beschikbaar is, maar ook vanwege die extra vrije tijd om die hersenen te gebruiken.
Rauw voedsel is voor een mens niet de natuurlijkste voeding en ook niet echt gezonde voeding wanneer het als enig voedsel wordt gebruikt. Het is vrijwel onmogelijk om met enkel rauw voedsel, vooral als het ook nog van uitsluitend plantaardige oorsprong is, voldoende voedingstoffen voor groei en ontwikkeling binnen te krijgen. Het is mogelijk een goede manier om af te vallen voor mensen met overgewicht. Voor kinderen is het bij uitstek onvoldoende en ongezond*. Kinderen moeten in een paar jaar tijd ongelooflijk hard groeien en maken een grote hersenontwikkeling door. Daarvoor is veel voeding nodig van goede kwaliteit en goede opneembaarheid.
Bij de baby begint het met borstvoeding, natuurlijk. Na de eerste maanden met enkel borstvoeding komt er een aanvulling met ander eten. Zeker in het begin als het kind alleen nog maar ervaring heeft met melk moet dit makkelijk verteerbaar zijn, anders heeft het kind er geen baat van. Hij verbruikt dan meer energie aan pogingen tot verteren dan dat het voeding oplevert. Gaandeweg wordt het vaste voedsel steeds belangrijker als primaire voedselbron. Hij wordt steeds beter in het verteren van en opnemen van nutriënten uit vast voedsel. Maar om echt tot een gunstige netto opbrengst te leiden zal het goed verteerbaar moeten zijn. want hoe veel een mens ook oefent, zijn spijsverteringsstelsel is niet gemaakt op het verteren van enkel rauw plantaardig materiaal.
*) 1Vandaag: Raw food-dieet: kan en moet de overheid ingrijpen?
Ik kreeg op doktersvoorschrift een voedingssupplement. Vitamine D3 met calcium wil hij dat ik slik, want mijn vitamine D voorraden bleken bij controle redelijk laag. Kalk hoort erbij, want als vrouw van middelbare leeftijd heb ik daarvan waarschijnlijk per definitie te weinig. Degene die bedacht heeft dat het een goed idee is om kalk in de vorm van kauwtabletten te geven moesten ze ~*~*~censuur~*~*~*~. Een mengsel van suiker en kalk: fijngemalen schoolbordkrijtjes en suikerklontjes, en daar moet je even lekker op gaan zitten knauwen. Als dit proefpotje leeg is, ga is zo snel ik kan over op gewone vitamine D pilletjes of druppeltjes. De kalk haal ik wel uit mijn eten en die suiker kan ik missen als kiespijn. Op de begeleidende brief van de apotheek staat ook een hoofdstukje over wat ik zelf kan doen om mijn gezondheid op dit punt te verbeteren. De eerste zin begint met ‘’eet gezond’’. Ja. Dus. Du-uh. Gôh. Jóh!
Gezond eten, hoe bedenken ze het. Maar wat is gezond eten eigenlijk? Dat is nog niet één-twee-drie te achterhalen. Daar is het laatste woord nog niet over gezegd. Wat voor de een het summum van gezond is, is volgens de ander niet veel beter dan vergif. En omgekeerd. En de derde vindt allebei de alternatieven maar niks en stelt nog iets anders voor. Wilde dieren hebben het makkelijk, die eten gewoon wat hun ouders aten van wie ze het leerden. Of van de rest van de kudde of de roedel. Dieren weten instinctief wat ze nodig hebben en van sommige kuddedieren is bekend dat de leidende wijfjes doelgericht de kudde leiden naar plaatsen waar planten groeien die de kudde op dat moment nodig heeft. Van elke diersoort zijn voeding en spijsvertering op elkaar afgestemd. Hoe grover en moeilijker te verteren het voedsel is, hoe uitgebreider en specifieker het spijsverteringssysteem.
Grof plantaardig materiaal is lastig te verteren en heeft voorvertering nodig om de voedingsstoffen opneembaar te maken. Dieren die van dat grove plantaardige materiaal eten hebben daarom soms meerdere magen, agressievere spijsverteringsenzymen en een uitgebreider darmsysteem. Dieren die veel pitten en zaden eten hebben een gebit dat meer op maalstenen lijkt of ze hebben maalstenen (ingeslikte steentjes) in hun maag. Vleeseters hebben ook plantaardige voeding nodig, maar dat kunnen ze zelf niet verteren. Ze eten daarom vaak als eerste de ingewanden van hun prooidier. Daarin is het plantaardige materiaal voorverteerd. Zij eten hun groenten gekookt, als het ware.
Mensen zijn, als je afgaat op het gebit en het spijsverteringsstelsel, alleseters. We lijken daarin op honden, varkens en chimpansees. Hondachtigen zijn alleseters met een neiging naar meer nadruk op de vleeskant, chimpansees meer naar de plantaardige kant. Chimpansees staan ons het dichts nabij, maar zij hebben veel krachtiger kaken. De verre voorouders die wij met de chimpansee gemeen hebben, hadden ook die zware, sterke kaken, dus ooit heeft ons voorgeslacht wellicht hetzelfde eetpatroon gehad als de chimpansee. Er is natuurlijk een reden waarom wij mensen ons ontwikkeld hebben tot een soort die lichamelijk minder krachtig is, maar mentaal ver boven elke dierlijke vergelijking uitstijgt.
Onderzoekers gaan er inmiddels vanuit dat er twee grote veranderingen zijn die hebben bijgedragen aan de evolutie tot de moderne mens. De eerste was het rechtop gaan, waardoor onze handen vrij kwamen voor andere dingen, bijvoorbeeld jagen. Mogelijk heeft dat geleid tot een verschuiving van de nadruk van voornamelijk plantaardig naar halfom plantaardig en dierlijk. De grotere toevoer van eiwitten en makkelijk opneembare dierlijke nutriënten kan een belangrijke factor zijn geweest in de groei van de hersenen. De andere was de ontdekking van het vuur. Door het voorverteren van plantaardige en dierlijke voedselbronnen door middel van verhitten worden deze makkelijker opneembaar en is er dus meer voeding werkelijk beschikbaar voor opname. Op die manier hoeft niet meer alle beschikbare tijd te worden besteed aan het verzamelen van voedsel, maar blijft er –alweer- tijd over voor andere dingen. Beter opneembare voeding zorgt ook voor een snellere hersenontwikkeling, doordat er meer voedsel voor die hersenontwikkeling beschikbaar is, maar ook vanwege die extra vrije tijd om die hersenen te gebruiken.
Rauw voedsel is voor een mens niet de natuurlijkste voeding en ook niet echt gezonde voeding wanneer het als enig voedsel wordt gebruikt. Het is vrijwel onmogelijk om met enkel rauw voedsel, vooral als het ook nog van uitsluitend plantaardige oorsprong is, voldoende voedingstoffen voor groei en ontwikkeling binnen te krijgen. Het is mogelijk een goede manier om af te vallen voor mensen met overgewicht. Voor kinderen is het bij uitstek onvoldoende en ongezond*. Kinderen moeten in een paar jaar tijd ongelooflijk hard groeien en maken een grote hersenontwikkeling door. Daarvoor is veel voeding nodig van goede kwaliteit en goede opneembaarheid.
Bij de baby begint het met borstvoeding, natuurlijk. Na de eerste maanden met enkel borstvoeding komt er een aanvulling met ander eten. Zeker in het begin als het kind alleen nog maar ervaring heeft met melk moet dit makkelijk verteerbaar zijn, anders heeft het kind er geen baat van. Hij verbruikt dan meer energie aan pogingen tot verteren dan dat het voeding oplevert. Gaandeweg wordt het vaste voedsel steeds belangrijker als primaire voedselbron. Hij wordt steeds beter in het verteren van en opnemen van nutriënten uit vast voedsel. Maar om echt tot een gunstige netto opbrengst te leiden zal het goed verteerbaar moeten zijn. want hoe veel een mens ook oefent, zijn spijsverteringsstelsel is niet gemaakt op het verteren van enkel rauw plantaardig materiaal.
*) 1Vandaag: Raw food-dieet: kan en moet de overheid ingrijpen?