Foto: Tyler Hawkins (Robert Pattinson), de zoon, die altijd in de contramine is, van rijke en succesvolle Newyorkse zakenman Charles Hawkins (Pierce Brosnan) in Remember Me (met Emilie de Ravin als Ally Craig).
Als het aan het kind lag koos hij borstvoeding. Een kind wordt namelijk geboren met in zijn hele blauwdruk, werkplan en fysieke verwachting dat hij zodra hij buiten het moederlichaam moet leven nog wel door dat moederlichaam zal worden onderhouden. Het is dus logisch te veronderstellen dat borstvoeding slechts hoogst zelden vanuit het perspectief van het kind niet de eerste keuze zou zijn. In de loop van de evolutie van de mens zouden die condities vrijwel zeker zo goed als uitsterven. Mensen hebben echter al vanaf een heel vroeg stadium omwegen gevonden rondom schijnbare onmogelijkheden en dus komen er nu en dan kinderen ter wereld voor wie borstvoeding inderdaad een ziekmakende of soms zelfs dodelijke voedingskeuze is. Het lijstje is gelukkig erg kort. Enkele aangeboren stofwisselingsziekten kunnen borstvoeding moeilijk (PKU, borstvoeding afwisselen met speciale kunstvoeding met aangepaste eiwitten, onder constante bewaking van bloedwaarden) of onmogelijk maken. Tot die laatste categorie behoort galactosemie, een aangeboren en onbehandelbaar onvermogen om lactose te verteren. Deze kinderen kunnen alleen overleven op een volstrekt lactosevrij dieet. Moeders die positief getest zijn voor humaan T-cel lymphotrophisch virus type I of II84 of onbehandelde brucellose85 kunnen beter geen borstvoeding geven of hun kind met hun afgekolfde melk voeden. Een moeder met actieve onbehandelde tuberculose geeft geen borstvoeding, net als een moeder met actieve herpes op haar borst. Ze akn wel afgekolfde melk geven, want de pathogenen die deze ziektes veroorzaken worden niet overgebracht van haar melk. de moeder met tuberculose kan na twee weken behandeling en testen hebben uitgewezen dat zij niet meer besmettelijk is weer gaan voeden en de moeder met herpes wacht tot de blaasjes zijn ingedroogd. Waterpokken opgedaan tussen 5 dagen voor en 2 dagen na de bevalling zijn een indicatie om moede en kind gescheiden te houden, maar de melk is niet besmettelijk en kan dus gekolfd en gegeven worden. Waterpokken, die bij grotere kinderen over het algemeen alleen maar heel erg akelig zijn, zijn voor een pasgeboren baby zeer gevaarlijk.
Moeders met een seropositieve HIV status geven liever geen borstvoeding als er een blijvend verkrijgbaar, betaalbaar en veilig klaar te maken alternatief is. Is zo’n alternatief er niet, dan is een combinatie van 6 maanden streng exclusief borstvoeding en retrovirale therapie aanbevolen. Cytomegalovirus (CMV) seropositieve moeders kunnen wel borstvoeding geven aan een gezonde voldragen zuigeling, maar er zijn aanwijzingen dat voor zeer kleine te vroeg geborenen mogelijk meer risico geeft van laat-beginnend sepsis-achtig syndroom. Als die verschijnselen optreden is antivirale therapie aangewezen.
Roken, drugs en alcohol zijn geen absolute contra-indicatie voor borstvoeding. Moeders die negatief getest zijn voor HIV en die een methadon programma volgen kunnen borstvoeding geven. PCP, cocaïne en cannabis gebruik is een risicovol gedrag voor een voedende moeder, omdat deze middelen bij de baby komen via de melk en de lange termijn neurologische ontwikkeling aantasten. Tabak roken is om allerlei bekende redenen voor de moeder zelf geen goed idee, maar is voor haar kind ook heel ongezond. De combinatie rokende ouders en kunstvoeding is echter een veel groter risico dan borstvoeding van een rokende moeder. Kinderen die opgroeien in een huis met rokende mensen hebben een sterk verhoogd wiegendood risico. Alcohol in incidentele kleine hoeveelheden is over het algemeen geen probleem en voor de zekerheid kan per alcoholische consumptie twee uur worden gewacht met voeden.
From the American Academy of Pediatrics, SECTION ON BREASTFEEDING: Policy Statement: Breastfeeding and the Use of Human Milk. Pediatrics 2012; 129:3 e827-e841; published ahead of print February 27, 2012, doi:10.1542/peds.2011-3552
Moeders met een seropositieve HIV status geven liever geen borstvoeding als er een blijvend verkrijgbaar, betaalbaar en veilig klaar te maken alternatief is. Is zo’n alternatief er niet, dan is een combinatie van 6 maanden streng exclusief borstvoeding en retrovirale therapie aanbevolen. Cytomegalovirus (CMV) seropositieve moeders kunnen wel borstvoeding geven aan een gezonde voldragen zuigeling, maar er zijn aanwijzingen dat voor zeer kleine te vroeg geborenen mogelijk meer risico geeft van laat-beginnend sepsis-achtig syndroom. Als die verschijnselen optreden is antivirale therapie aangewezen.
Roken, drugs en alcohol zijn geen absolute contra-indicatie voor borstvoeding. Moeders die negatief getest zijn voor HIV en die een methadon programma volgen kunnen borstvoeding geven. PCP, cocaïne en cannabis gebruik is een risicovol gedrag voor een voedende moeder, omdat deze middelen bij de baby komen via de melk en de lange termijn neurologische ontwikkeling aantasten. Tabak roken is om allerlei bekende redenen voor de moeder zelf geen goed idee, maar is voor haar kind ook heel ongezond. De combinatie rokende ouders en kunstvoeding is echter een veel groter risico dan borstvoeding van een rokende moeder. Kinderen die opgroeien in een huis met rokende mensen hebben een sterk verhoogd wiegendood risico. Alcohol in incidentele kleine hoeveelheden is over het algemeen geen probleem en voor de zekerheid kan per alcoholische consumptie twee uur worden gewacht met voeden.
From the American Academy of Pediatrics, SECTION ON BREASTFEEDING: Policy Statement: Breastfeeding and the Use of Human Milk. Pediatrics 2012; 129:3 e827-e841; published ahead of print February 27, 2012, doi:10.1542/peds.2011-3552