Foto: Jeri Ryan als Seven of Nine, een geassimileerd mens, wiens individuele stem niet meer gehoord wordt, in de science fiction ruimtevaart TV serie Star Trek: Voyager.
Een lezer noemde via Twitter het blog van gisteren ‘’Mooi, maar maakt me verdrietig. Is schreeuw in de ruimte’’. Inderdaad krijgen mensen die een tegengeluid geven bij tendensen in de maatschappij vaak dat gevoel: ik kan net zo goed schreeuwen in de ruimte of roepen in de woestijn; de kans dat iemand het hoort en reageert is even groot. Maar het is verbazingwekkend hoeveel anderen ook schreeuwen in diezelfde ruimte; soms hetzelfde, soms wat anders; met je mee schreeuwen, tegen je aan schreeuwen of over iets heel anders schreeuwen. En al dat schreeuwen en roepen heeft soms wel degelijk effect, als het lang genoeg doorgaat en voldoende medeschreeuwers krijgt. Dit is bijvoorbeeld gebeurd met hoe er maatschappelijk tegen roken wordt aangekeken. Roken is inmiddels niet meer cool en hip en de ‘’roken moet mogen’’-schreeuwers hebben niet voldoende longfunctie om het eigen schreeuwen te laten voortduren en de in gang gezette beweging te keren.
Taalkundig gezien is schreeuwen verwant aan krijsen en aan krijten ofwel huilen (in het Engels betekent crying zowel schreeuwen als huilen). In het stukje Brabant waar ik opgroeide gebruikte men schreeuwen om het huilen van kleine kinderen aan te duiden. Veel baby’s kennen ook dat gevoel van schreeuwen in de ruimte. Sommigen bedenken zich na enige tijd dat het geen zin heeft en sluiten zich af. Proberen zichzelf te troosten en gaan over op de crisismodus. Zij hebben een wijze levensles geleerd: Life Sucks. Anderen blijven schreeuwen tot er iemand is die hun boodschap hoort. Zij leren vaak min of meer dezelfde levensles. Maar er zijn mensen die hen horen en die met hen mee schreeuwen. Baby’s die gehoord worden merken dat zij helemaal niet alleen in de ruimte zitten, maar in de armen van vader of moeder en dat zij ook gehoord worden als ze fluisteren. Hun levensles is dat de wereld goed is en dat ze de moeite waard zijn en dat er van ze gehouden wordt. Er is groeiend bewijs dat huilen voor jonge kinderen fysiek en psychologische ongezond is. Evolutionair en cultureel antropologische inzichten bevestigen dat huilen voor jonge mensenkinderen niet fysiologisch is. Al deze wetenschappers beginnen nu mee te roepen met de schreeuwers in de ruimte die de huilende baby’s bij staan. En langzamerhand lijken ze meer op huilende wolven: eentje begint en de groep valt in, een andere groep doet mee en al snel is de lucht vervuld van de veelstemmige harmonieuze boodschap: huilen is voor wolven, niet voor mensenbaby’s
Een lezer noemde via Twitter het blog van gisteren ‘’Mooi, maar maakt me verdrietig. Is schreeuw in de ruimte’’. Inderdaad krijgen mensen die een tegengeluid geven bij tendensen in de maatschappij vaak dat gevoel: ik kan net zo goed schreeuwen in de ruimte of roepen in de woestijn; de kans dat iemand het hoort en reageert is even groot. Maar het is verbazingwekkend hoeveel anderen ook schreeuwen in diezelfde ruimte; soms hetzelfde, soms wat anders; met je mee schreeuwen, tegen je aan schreeuwen of over iets heel anders schreeuwen. En al dat schreeuwen en roepen heeft soms wel degelijk effect, als het lang genoeg doorgaat en voldoende medeschreeuwers krijgt. Dit is bijvoorbeeld gebeurd met hoe er maatschappelijk tegen roken wordt aangekeken. Roken is inmiddels niet meer cool en hip en de ‘’roken moet mogen’’-schreeuwers hebben niet voldoende longfunctie om het eigen schreeuwen te laten voortduren en de in gang gezette beweging te keren.
Taalkundig gezien is schreeuwen verwant aan krijsen en aan krijten ofwel huilen (in het Engels betekent crying zowel schreeuwen als huilen). In het stukje Brabant waar ik opgroeide gebruikte men schreeuwen om het huilen van kleine kinderen aan te duiden. Veel baby’s kennen ook dat gevoel van schreeuwen in de ruimte. Sommigen bedenken zich na enige tijd dat het geen zin heeft en sluiten zich af. Proberen zichzelf te troosten en gaan over op de crisismodus. Zij hebben een wijze levensles geleerd: Life Sucks. Anderen blijven schreeuwen tot er iemand is die hun boodschap hoort. Zij leren vaak min of meer dezelfde levensles. Maar er zijn mensen die hen horen en die met hen mee schreeuwen. Baby’s die gehoord worden merken dat zij helemaal niet alleen in de ruimte zitten, maar in de armen van vader of moeder en dat zij ook gehoord worden als ze fluisteren. Hun levensles is dat de wereld goed is en dat ze de moeite waard zijn en dat er van ze gehouden wordt. Er is groeiend bewijs dat huilen voor jonge kinderen fysiek en psychologische ongezond is. Evolutionair en cultureel antropologische inzichten bevestigen dat huilen voor jonge mensenkinderen niet fysiologisch is. Al deze wetenschappers beginnen nu mee te roepen met de schreeuwers in de ruimte die de huilende baby’s bij staan. En langzamerhand lijken ze meer op huilende wolven: eentje begint en de groep valt in, een andere groep doet mee en al snel is de lucht vervuld van de veelstemmige harmonieuze boodschap: huilen is voor wolven, niet voor mensenbaby’s