Afbeelding: Aanbidding in de stal (1504), Albrecht Dürer
Vandaag is het 6 januari, in de christelijke wereld de dag van de Drie Wijzen uit het Oosten. Het woord waarmee ze in het oorspronkelijke verhaal worden aangeduid kan Wijze betekenen, maar ook priester (van het zoroastrisme), magiër of astroloog. Het waren in elk geval mannen en omdat er sprake is van drie geschenken ging men ervan uit dat het er drie waren. Een over het internet dwalende spotprent laat drie (wijze, oudere) vrouwen zien die tegen elkaar zeggen: ‘’Een maagd die een kind baart, dat kan ik nog wel geloven, maar dríé wíjze mannen?’’. Ik doe vandaag een poging drie wijze mannen te vinden in het speelveld van het pasgeboren kind. (Traditioneel verschenen Magoi in twaalftallen, maar daar zal ik me maar niet aan wagen.) Het is waarschijnlijk niet vreemd dat de drie wijze mannen die ik beschrijf elk niet mainstream zijn en niet door iedereen gelijk gewaardeerd worden. Alle drie zeggen en schrijven ze dingen die onaangenaam zijn voor de gevestigde orde en die ingaan tegen veel officiële richtlijnen en protocollen. Maar wijsheid bestaat niet uit het volgen van door anderen gebaande paden, maar door het zelf zoeken naar het juiste pad in het oerwoud van kennis, wetenschap, fabels en verhalen.
De eerste wijze man die ik opvoer is Michel Odent, een Franse obstetrist (gynaecoloog-verloskundige) die ijvert voor een moeder-en-kind-gecentreerde benadering van de baring en kraambed. Hij is min of meer de eerste arts die zich heeft bezig gehouden met wat de beste manieren van baren zijn voor de moeder zelf en voor haar kind. Een ander belangrijk onderwerp waarnaar hij onderzoek deed was de invloed van bevalling en kraambed rituelen op de ontwikkeling van het kind en op de volksaard. Borstvoeding is voor Odent de vanzelfsprekende voeding van een zuigeling en moeder en kind nabijheid hoort daar in zijn visie onbetwistbaar bij. Hij was één van de inspiratoren van Suzan Colsson bij het ontwikkelen van Biological Nurturing. Odent kwam in opspraak door zijn, overigens zeer plausibel onderbouwde, opvatting dat vaders eigenlijk niet aanwezig moeten zijn terwijl hun partner bevalt.
Als tweede wijze man stel ik James McKenna voor. Als antropoloog verbonden aan de University of Notre Dame (Indiana, USA) heeft hij zich gespecialiseerd in de evolutie van menselijk gedrag, evolutionaire geneeskunde en menselijk ouderschap met speciale aandacht voor de slaap van zuigelingen, borstvoeding en moeder-kind co-sleeping, en risicofactoren voor wiegendood. Juist omdat hij niet uit de medische wereld komt, kijkt hij met een frisse blik tegen het gedrag van moeders en kinderen aan. Zijn brede blik op de ontwikkeling van de mens (niet alleen als individu, maar ook als soort) leidt tot conclusies en aanbevelingen die voor een flink deel haaks staan op mainstream aanbevelingen rond de slaap van zuigelingen. Ook McKenna is sterk overtuigd van de vanzelfsprekendheid van borstvoeding en het belang van directe nabijheid van moeder en kind. Van groot belang zijn zijn resultaten uit onderzoeken waaruit onomstotelijk blijkt dat gebrek aan borstvoeding een van de belangrijkste factoren is bij wiegendood en dat het delen van het bed door moeder en zuigeling, mits onder de juiste omstandigheden, veilig en aan te bevelen is.
Voor mijn derde kandidaat ga ik uiteindelijk voor een Nederlander. Niet omdat hij net als de andere twee grote internationale bekendheid geniet of baanbrekend onderzoek heeft verricht, en ook niet omdat hij een Nederlander is. Maar omdat hij zoveel moeders en kinderen helpt bij het bereiken van hun eigen doelen. Stefan Kleintjes is de onvermoeibare motor achter Kenniscentrum Borstvoeding, alias borstvoeding.com, waar een ongelooflijke hoeveelheid kennis en informatie is verzameld voor ouders en zorgverleners. Vanuit zijn achtergrond als diëtist is borstvoeding zonder twijfel de enige echt geschikte zuigelingenvoeding en bij voedingsproblemen (of andere aan voeding en spijsvertering gerelateerde problemen) zal hij altijd zoeken naar een oplossing met behoud van borstvoeding.
Vandaag is het 6 januari, in de christelijke wereld de dag van de Drie Wijzen uit het Oosten. Het woord waarmee ze in het oorspronkelijke verhaal worden aangeduid kan Wijze betekenen, maar ook priester (van het zoroastrisme), magiër of astroloog. Het waren in elk geval mannen en omdat er sprake is van drie geschenken ging men ervan uit dat het er drie waren. Een over het internet dwalende spotprent laat drie (wijze, oudere) vrouwen zien die tegen elkaar zeggen: ‘’Een maagd die een kind baart, dat kan ik nog wel geloven, maar dríé wíjze mannen?’’. Ik doe vandaag een poging drie wijze mannen te vinden in het speelveld van het pasgeboren kind. (Traditioneel verschenen Magoi in twaalftallen, maar daar zal ik me maar niet aan wagen.) Het is waarschijnlijk niet vreemd dat de drie wijze mannen die ik beschrijf elk niet mainstream zijn en niet door iedereen gelijk gewaardeerd worden. Alle drie zeggen en schrijven ze dingen die onaangenaam zijn voor de gevestigde orde en die ingaan tegen veel officiële richtlijnen en protocollen. Maar wijsheid bestaat niet uit het volgen van door anderen gebaande paden, maar door het zelf zoeken naar het juiste pad in het oerwoud van kennis, wetenschap, fabels en verhalen.
De eerste wijze man die ik opvoer is Michel Odent, een Franse obstetrist (gynaecoloog-verloskundige) die ijvert voor een moeder-en-kind-gecentreerde benadering van de baring en kraambed. Hij is min of meer de eerste arts die zich heeft bezig gehouden met wat de beste manieren van baren zijn voor de moeder zelf en voor haar kind. Een ander belangrijk onderwerp waarnaar hij onderzoek deed was de invloed van bevalling en kraambed rituelen op de ontwikkeling van het kind en op de volksaard. Borstvoeding is voor Odent de vanzelfsprekende voeding van een zuigeling en moeder en kind nabijheid hoort daar in zijn visie onbetwistbaar bij. Hij was één van de inspiratoren van Suzan Colsson bij het ontwikkelen van Biological Nurturing. Odent kwam in opspraak door zijn, overigens zeer plausibel onderbouwde, opvatting dat vaders eigenlijk niet aanwezig moeten zijn terwijl hun partner bevalt.
Als tweede wijze man stel ik James McKenna voor. Als antropoloog verbonden aan de University of Notre Dame (Indiana, USA) heeft hij zich gespecialiseerd in de evolutie van menselijk gedrag, evolutionaire geneeskunde en menselijk ouderschap met speciale aandacht voor de slaap van zuigelingen, borstvoeding en moeder-kind co-sleeping, en risicofactoren voor wiegendood. Juist omdat hij niet uit de medische wereld komt, kijkt hij met een frisse blik tegen het gedrag van moeders en kinderen aan. Zijn brede blik op de ontwikkeling van de mens (niet alleen als individu, maar ook als soort) leidt tot conclusies en aanbevelingen die voor een flink deel haaks staan op mainstream aanbevelingen rond de slaap van zuigelingen. Ook McKenna is sterk overtuigd van de vanzelfsprekendheid van borstvoeding en het belang van directe nabijheid van moeder en kind. Van groot belang zijn zijn resultaten uit onderzoeken waaruit onomstotelijk blijkt dat gebrek aan borstvoeding een van de belangrijkste factoren is bij wiegendood en dat het delen van het bed door moeder en zuigeling, mits onder de juiste omstandigheden, veilig en aan te bevelen is.
Voor mijn derde kandidaat ga ik uiteindelijk voor een Nederlander. Niet omdat hij net als de andere twee grote internationale bekendheid geniet of baanbrekend onderzoek heeft verricht, en ook niet omdat hij een Nederlander is. Maar omdat hij zoveel moeders en kinderen helpt bij het bereiken van hun eigen doelen. Stefan Kleintjes is de onvermoeibare motor achter Kenniscentrum Borstvoeding, alias borstvoeding.com, waar een ongelooflijke hoeveelheid kennis en informatie is verzameld voor ouders en zorgverleners. Vanuit zijn achtergrond als diëtist is borstvoeding zonder twijfel de enige echt geschikte zuigelingenvoeding en bij voedingsproblemen (of andere aan voeding en spijsvertering gerelateerde problemen) zal hij altijd zoeken naar een oplossing met behoud van borstvoeding.