Over fladderen en toedienen van glucose of kunstvoeding na geboorte bij de baby die borstvoeding krijgt
Tijdens de zwangerschap wordt een kind van een constante stroom van glucose voorzien, de hoogte wat afhankelijk van het suikermetabolisme van de moeder. Na de geboorte komt de suikertoevoer veelal niet meer continue, maar ''in scheutjes''. Het kind moet dan gaan leren om om te gaan met, meestal, elke paar uur een stoot suiker. Of moet leren omgaan met een lagere toevoer van suiker, als zijn moeder diabetisch was tijdens de zwangerschap. De pasgeboren baby van een moeder met (zwangerschaps-)suiker moet als het ware afkicken van de suiker.