Foto: John Noble als Dr. Walter Bishop, de briljante, maar licht gestoorde geleerde in de TV-serie over fenomenen op het wetenschappelijke randje Fringe
Mijn trouwe lezers zullen het wel gemerkt hebben: Wetenschap en ik hebben een wat stroeve relatie. Aan de ene kant ben ik gek op Wetenschap: weten om het weten, leren om het leren; zoeken naar het wie, wat waar, hoe en waarom van ‘’het leven, het universum en alles’’ (titel van deel drie van de vijfdelige trilogie ‘’The Hitchhiker's Guide to the Galaxy’’). De driejarige, eeuwig waarom-vragende kleuter is nog levendig genoeg in mij om dat te waarderen. Aan de andere kant vind ik wetenschap vaak betweterig, arrogant en pedanterig. Wetenschap is zo van zijn eigen gelijk overtuigd, dat hij stelt dat als hij iets niet volgens zijn eigen gouden standaard van de RCT (Randomized Controlled Trial) met significante uitkomsten heeft onderzocht, het niet waar is, sterker nog, niet eens bestaat. Voor wetenschap is dus eigenlijk het niet bestaan van bewijs hetzelfde als bewijs van niet bestaan. terwijl ik pas geloof dat iets niet bestaat of kan bestaan als dat onomstotelijk is bewezen. Dat brengt mij dan weer in een lastig pakket, want een negatief is niet te bewijzen, want dan wil je door niet bestaan van bewijs van wel bestaan aantonen dat dat het bewijs van niet bestaan is. Een andere vervelende hebbelijkheid van Wetenschap is dat hij alles tot in de laatste molecule wil analyseren en uiteen rafelen en, waar maar even mogelijk, geïsoleerde feiten onderzoeken en bewijzen. Op moleculair niveau is dat uiteraard een fluitje van een cent en redelijk accuraat. Wanneer je evenwel complexere systemen wilt gaan onderzoeken kun je wel eens bedrogen uitkomen als je die systemen factor voor factor gaat uitpluizen. Als je alle beïnvloedende factoren wilt uitsluiten. Want wie zegt mij dat de werking van een systeem nu niet in de optelsom van de samenstellende factoren zit, maar in de interactie van die factoren en mogelijk omgevingsinvloeden? Maar het meest erger ik mij toch aan die gewoonte van Wetenschap om alles maar bewezen te willen zien. Wat mij betreft hoeven veel dingen niet bewezen te worden. Die zijn. Moet ik bewijzen dat de blaadjes voor mij in mijn tuin, die nog niet bruin geworden zijn, groen zijn? En de rozenbottels oranje-rood? Moet ik bewijzen dat de zon die op mooie dagen door mijn raam heen door het geslepen kristal schijnt, bewegende, regenboogkleurige vlekken op mijn muren, mijn handen, mijn laptop tovert? Of mag ik er gewoon van genieten!
Zoogdieren zijn diersoorten waarvan de vrouwelijke exemplaren klieren hebben die melk produceren waarmee de jongen kunnen worden gevoed. Mensen zijn, geclassificeerd op basis van de aanwezigheid van deze melkklieren in de vrouwelijke exemplaren, zoogdieren. Zij zogen dus hun nageslacht. Dat staat, zou men kunnen zeggen, zo in de blauwdruk van de soort. Net zoals de functie en werking van het hart, de longen, de maag en darmen en alle andere organen en systemen in de blauwdruk staan. Zelfs Wetenschap kan het niet hard maken dat je dit door middel van RCT’s zou moeten vaststellen en bewijzen. Het leven ís. Borstvoeding ís. Onbetwistbaar. Onbewijsbaar.
Mijn trouwe lezers zullen het wel gemerkt hebben: Wetenschap en ik hebben een wat stroeve relatie. Aan de ene kant ben ik gek op Wetenschap: weten om het weten, leren om het leren; zoeken naar het wie, wat waar, hoe en waarom van ‘’het leven, het universum en alles’’ (titel van deel drie van de vijfdelige trilogie ‘’The Hitchhiker's Guide to the Galaxy’’). De driejarige, eeuwig waarom-vragende kleuter is nog levendig genoeg in mij om dat te waarderen. Aan de andere kant vind ik wetenschap vaak betweterig, arrogant en pedanterig. Wetenschap is zo van zijn eigen gelijk overtuigd, dat hij stelt dat als hij iets niet volgens zijn eigen gouden standaard van de RCT (Randomized Controlled Trial) met significante uitkomsten heeft onderzocht, het niet waar is, sterker nog, niet eens bestaat. Voor wetenschap is dus eigenlijk het niet bestaan van bewijs hetzelfde als bewijs van niet bestaan. terwijl ik pas geloof dat iets niet bestaat of kan bestaan als dat onomstotelijk is bewezen. Dat brengt mij dan weer in een lastig pakket, want een negatief is niet te bewijzen, want dan wil je door niet bestaan van bewijs van wel bestaan aantonen dat dat het bewijs van niet bestaan is. Een andere vervelende hebbelijkheid van Wetenschap is dat hij alles tot in de laatste molecule wil analyseren en uiteen rafelen en, waar maar even mogelijk, geïsoleerde feiten onderzoeken en bewijzen. Op moleculair niveau is dat uiteraard een fluitje van een cent en redelijk accuraat. Wanneer je evenwel complexere systemen wilt gaan onderzoeken kun je wel eens bedrogen uitkomen als je die systemen factor voor factor gaat uitpluizen. Als je alle beïnvloedende factoren wilt uitsluiten. Want wie zegt mij dat de werking van een systeem nu niet in de optelsom van de samenstellende factoren zit, maar in de interactie van die factoren en mogelijk omgevingsinvloeden? Maar het meest erger ik mij toch aan die gewoonte van Wetenschap om alles maar bewezen te willen zien. Wat mij betreft hoeven veel dingen niet bewezen te worden. Die zijn. Moet ik bewijzen dat de blaadjes voor mij in mijn tuin, die nog niet bruin geworden zijn, groen zijn? En de rozenbottels oranje-rood? Moet ik bewijzen dat de zon die op mooie dagen door mijn raam heen door het geslepen kristal schijnt, bewegende, regenboogkleurige vlekken op mijn muren, mijn handen, mijn laptop tovert? Of mag ik er gewoon van genieten!
Zoogdieren zijn diersoorten waarvan de vrouwelijke exemplaren klieren hebben die melk produceren waarmee de jongen kunnen worden gevoed. Mensen zijn, geclassificeerd op basis van de aanwezigheid van deze melkklieren in de vrouwelijke exemplaren, zoogdieren. Zij zogen dus hun nageslacht. Dat staat, zou men kunnen zeggen, zo in de blauwdruk van de soort. Net zoals de functie en werking van het hart, de longen, de maag en darmen en alle andere organen en systemen in de blauwdruk staan. Zelfs Wetenschap kan het niet hard maken dat je dit door middel van RCT’s zou moeten vaststellen en bewijzen. Het leven ís. Borstvoeding ís. Onbetwistbaar. Onbewijsbaar.