Foto: een scene uit GTST, serie in (tot nu toe) 4317 delen
Als een nooit-eindigend verhaal blijft de wel of geen borstvoeding discussie doorlopen. Een soap in 4317 delen en dan nog maar een seizoen erachteraan. En, net als GTST, gaat het eigenlijk welbeschouwd nergens over. Nou ja, nergens over – het gaat om keuzes die ouders maken – om om te beginnen ouders te worden en hoeveel verantwoordelijkheid ze voor die beslissing en het resultaat daarvan willen nemen. Soms vallen keuzes ongelukkig uit. Je nam je iets voor en kreeg dat op een of andere manier niet uitgewerkt. Misschien omdat je verwachtingen niet realistisch waren, of omdat je geen steun en informatie zocht of kreeg, of omdat je informatiebronnen onbetrouwbaar waren. Of omdat het een keuze was die in jouw geval niet kon werken. Dan blijft alleen plan B over, de tweede keus, de minder gewenste optie. Dat doet pijn, geeft verdriet, misschien boosheid. Soms vallen keuzes ongelukkig uit omdat het niet de juiste keuze is, maar je kiest hem toch omdat zo je prioriteiten op dit moment liggen. Of omdat je gewoonweg geen zin hebt in de betere optie. Zo’n keuze uitvoeren, terwijl je eigenlijk vindt dat je wel voor plan A had moeten gaan, kan leiden tot een klein, prikkend, irritant gevoel. Schuld. In alle gevallen van ongelukkige uitwerkende keuzes kunnen de resulterende gevoelens leiden tot afweerreacties. ‘’Een kat in het nauw maakt rare sprongen’’ en ‘’aanval is de beste verdediging’’ zijn spreekwoorden die daarbij naar voren komen. Om die nare gevoelens (boosheid, verdriet, schuld) te overstemmen is de mens geneigd een ander de schuld te geven, zich uit de situatie te werken en in de aanval te gaan. Dus krijgen de mensen die Plan A wel gekozen hebben, of die voorlichting geven over de keuze voor Plan A, de wind van voren. ‘’Als die borstvoeding echt zoveel beter is, zoals jullie beweren, bewijs dat dan maar eens.’’ (vrij naar Ten Broeke, 2011) Dat is het opleggen van omgekeerde bewijslast, dat is vragen om bewijs dat de norm beter is dan het substituut. Een uitermate onwetenschappelijk uitgangspunt, met name voor diegenen die roepen om wetenschappelijk bewijs dat borstvoeding beter is. Wetenschappelijke bewijsvoering moet altijd van een norm of normwaarde uitgaan en het alternatief, het substituut of de interventie tegen af zetten: is dat alternatief net zo goed, net zo veilig als de norm? Juridisch gezien moeten de aanklager bewijzen dat de aangeklaagde schuldig is, de aangeklaagde hoeft niet zijn onschuld te bewijzen. Van de aangeklaagde bewijzen dat hij onschuldig is heet omgekeerde bewijslast. Omgekeerde bewijslast is vrijwel onuitvoerbaar, omdat je daarmee een niet-bestaan moet bewijzen. Er is dus sprake van afwezigheid van bewijs. Maar dat is zeer beslist niet hetzelfde als bewijs van afwezigheid. Mensen die de superioriteit van borstvoeding onomstotelijk bewezen willen zien gebruiken daarvoor wat in de debatleer de stromanredenering (een betoog tegen een standpunt dat je specifiek creëert omdat het gemakkelijk is om ertegen te betogen, dan het standpunt dat in werkelijkheid aangehouden wordt door degenen die je eigen visie tegenspreken) wordt genoemd.
Mensen die overgaan van Plan A naar Plan B omdat A niet werkte, mogen verdrietig zijn, of boos op degenen die hen onjuist voorlichtten en begeleidden, maar hoeven zich op geen enkele manier schuldig te voelen. Mensen die Plan B bij vol bewustzijn en wel-beredeneerd kiezen hoeven zich ook niet schuldig te voelen. Mensen die Plan B kiezen, terwijl ze eigenlijk vinden dat ze Plan A hadden moeten kiezen en dat ook hadden kunnen doen, tja die kunnen zich schuldig voelen. Dat heet geweten, namelijk. die mogen dus ook gerust boos worden. Op zichzelf. Maar niet op degenen die Plan A kiezen of daarover voorlichten. Laat de Plan-B-kiezers-met-schuldgevoel liever de hand in eigen boezem (taal is zo geweldig!) steken in plaats van met modder te gaan gooien. En laten we verder gewoon ~~ The End ~~ onder de hele soap zetten, elkaar in elkaars waarde laten en over gaan tot de orde van de dag.
Column: Borstvoeding is geen wetenschappelijk bewezen wondermiddel
dinsdag, 20 september 2011, door Asha ten Broeke
Als een nooit-eindigend verhaal blijft de wel of geen borstvoeding discussie doorlopen. Een soap in 4317 delen en dan nog maar een seizoen erachteraan. En, net als GTST, gaat het eigenlijk welbeschouwd nergens over. Nou ja, nergens over – het gaat om keuzes die ouders maken – om om te beginnen ouders te worden en hoeveel verantwoordelijkheid ze voor die beslissing en het resultaat daarvan willen nemen. Soms vallen keuzes ongelukkig uit. Je nam je iets voor en kreeg dat op een of andere manier niet uitgewerkt. Misschien omdat je verwachtingen niet realistisch waren, of omdat je geen steun en informatie zocht of kreeg, of omdat je informatiebronnen onbetrouwbaar waren. Of omdat het een keuze was die in jouw geval niet kon werken. Dan blijft alleen plan B over, de tweede keus, de minder gewenste optie. Dat doet pijn, geeft verdriet, misschien boosheid. Soms vallen keuzes ongelukkig uit omdat het niet de juiste keuze is, maar je kiest hem toch omdat zo je prioriteiten op dit moment liggen. Of omdat je gewoonweg geen zin hebt in de betere optie. Zo’n keuze uitvoeren, terwijl je eigenlijk vindt dat je wel voor plan A had moeten gaan, kan leiden tot een klein, prikkend, irritant gevoel. Schuld. In alle gevallen van ongelukkige uitwerkende keuzes kunnen de resulterende gevoelens leiden tot afweerreacties. ‘’Een kat in het nauw maakt rare sprongen’’ en ‘’aanval is de beste verdediging’’ zijn spreekwoorden die daarbij naar voren komen. Om die nare gevoelens (boosheid, verdriet, schuld) te overstemmen is de mens geneigd een ander de schuld te geven, zich uit de situatie te werken en in de aanval te gaan. Dus krijgen de mensen die Plan A wel gekozen hebben, of die voorlichting geven over de keuze voor Plan A, de wind van voren. ‘’Als die borstvoeding echt zoveel beter is, zoals jullie beweren, bewijs dat dan maar eens.’’ (vrij naar Ten Broeke, 2011) Dat is het opleggen van omgekeerde bewijslast, dat is vragen om bewijs dat de norm beter is dan het substituut. Een uitermate onwetenschappelijk uitgangspunt, met name voor diegenen die roepen om wetenschappelijk bewijs dat borstvoeding beter is. Wetenschappelijke bewijsvoering moet altijd van een norm of normwaarde uitgaan en het alternatief, het substituut of de interventie tegen af zetten: is dat alternatief net zo goed, net zo veilig als de norm? Juridisch gezien moeten de aanklager bewijzen dat de aangeklaagde schuldig is, de aangeklaagde hoeft niet zijn onschuld te bewijzen. Van de aangeklaagde bewijzen dat hij onschuldig is heet omgekeerde bewijslast. Omgekeerde bewijslast is vrijwel onuitvoerbaar, omdat je daarmee een niet-bestaan moet bewijzen. Er is dus sprake van afwezigheid van bewijs. Maar dat is zeer beslist niet hetzelfde als bewijs van afwezigheid. Mensen die de superioriteit van borstvoeding onomstotelijk bewezen willen zien gebruiken daarvoor wat in de debatleer de stromanredenering (een betoog tegen een standpunt dat je specifiek creëert omdat het gemakkelijk is om ertegen te betogen, dan het standpunt dat in werkelijkheid aangehouden wordt door degenen die je eigen visie tegenspreken) wordt genoemd.
Mensen die overgaan van Plan A naar Plan B omdat A niet werkte, mogen verdrietig zijn, of boos op degenen die hen onjuist voorlichtten en begeleidden, maar hoeven zich op geen enkele manier schuldig te voelen. Mensen die Plan B bij vol bewustzijn en wel-beredeneerd kiezen hoeven zich ook niet schuldig te voelen. Mensen die Plan B kiezen, terwijl ze eigenlijk vinden dat ze Plan A hadden moeten kiezen en dat ook hadden kunnen doen, tja die kunnen zich schuldig voelen. Dat heet geweten, namelijk. die mogen dus ook gerust boos worden. Op zichzelf. Maar niet op degenen die Plan A kiezen of daarover voorlichten. Laat de Plan-B-kiezers-met-schuldgevoel liever de hand in eigen boezem (taal is zo geweldig!) steken in plaats van met modder te gaan gooien. En laten we verder gewoon ~~ The End ~~ onder de hele soap zetten, elkaar in elkaars waarde laten en over gaan tot de orde van de dag.
Column: Borstvoeding is geen wetenschappelijk bewezen wondermiddel
dinsdag, 20 september 2011, door Asha ten Broeke