TIET ZAT langer borstvoeden, heel gewoon
Idee: Anne Hofstede en het is de
Opdrachtgever: Kenniscentrum Borstvoeding
Productie:Léontine van Geffen-Lamers, fotografe en filmmaakster, Anne Hofstede, communicatiedeskundige en Stefan Kleintjes, kinderdiëtist
Ontwerp: Daniëlle Schaffelaars
Muziek: Jos Geluk van Ardis Park
Cast: moeders, peuters en kleuters
Borstvoeding is de normale voeding voor zuigelingen, daarover is vrijwel iedereen, ouders, zorgverleners, beleidsmakers, het wel over eens. Dat borstvoeding ook langere tijd daarna heel gewoon en zelfs aanbevelenswaardig is, is een minder algemeen geaccepteerd concept. Maar zowel wat betreft voeding (in het tweede levensjaar levert bij een op verzoek drinkende peuter moedermelk tweevijfde van de dagelijks portie energie, tweederde van de nodige vitamine A en ongeveer tweevijfde elk van calcium en riboflavine, om er maar een paar te noemen) als bescherming (de hoeveelheid in soort en aantal van beschermende stoffen in moedermelk wordt eerder meer dan minder met het verstrijken van de tijd) biedt borstvoeding een waardevolle bijdrage aan het dagelijkse menu tot en voorbij de tweede verjaardag. Voor veel ziekten en aandoeningen geldt een dosis-gerelateerd effect van borstvoeding: meer en langer borstvoeding versterkt de gunstige gezondheidseffecten, ofwel: korter borstvoeding verhoogt de kans op sommige chronische ziekten en obesitas. Maar je kunt ook op een andere manier aankijken naar de optimale duur van borstvoeding. In de dierkunde zijn we gewend te werken met gemiddelde duur van elke levensfase en het blijkt dat daarin per diersoort en bij diersoorten onderling patronen te ontdekken zijn. Zo zie je dat er bij zoogdieren verbanden te leggen zijn tussen de duur van de zoogperiode en het doorkomen van de melk- en de blijvende tanden; en met de zoogduur en het bereiken van de vruchtbare leeftijd. Ook de duur van de dracht en de duur van het zogen houden verband met elkaar: ze zijn bij veel zoogdieren ongeveer even lang. Zou je dat letterlijk doortrekken naar de zwangerschapsduur van de mens, dan zou ongeveer 9 maanden borstvoeding normaal zijn. Maar dan wordt een belangrijke variabele buiten beschouwing gelaten, namelijk het feit dat een mensenkind per definitie prematuur geboren wordt. Wanneer een mensenkind zo lang gedragen zou worden tot hij qua ontwikkeling even ver is als andere grote zoogdieren, dan zou hij niet meer door het geboortekanaal passen. De eigenlijke uitgerekende datum ligt niet na 9 maanden dracht, maar na 15-18 maanden. En op die datum begin je dan te tellen met nog een zoogtijd van 15-18 maanden. En dat komt dan mooi uit met de WHO aanbeveling ‘’tot de tweede verjaardag of daar voorbij’’. Als je het doorkomen van de tanden neemt als indicatie, zie je bij veel zoogdieren dat de jongen exclusief de borst krijgen ongeveer tot het doorkomen van de melktandjes, en dat het zogen volledig wordt gestopt tegen het wisselen van de tanden. Er is natuurlijk een reden dat die eerste tanden*melk*tanden heten. Al met al, welke berekening je ook neemt, de biologisch normale duur van de borstvoeding ligt tussen 2 en 7 jaar. Tiet zat dus.
Veldhuizen-Staas C.G.A. van: De duur van de borstvoeding periode in medisch/fysiologisch, cultureel- en historisch-antropologisch en biologisch perspectief. 2001, 2006