Foto: Flessen in Delft
‘’De woorden flessentrekken en flessentrekkerij zijn afkomstig van de Vlaamse uitdrukking iemand een fles aftrekken, wat neerkomt op het zonder toestemming een fles voltappen uit iemand anders zijn bier- of wijnvat.’’ In het dagelijks leven zijn flessentrekkers mensen die met opzet maaltijden, logies of brandstof afnemen met de vooropgezette bedoeling er niet voor te betalen. Ze flessen de boel dus. Op de fles gaan is ook niet zo best, je hebt je zaakjes niet goed voor elkaar en je bent failliet. Aan de fles zijn is evenmin een aardige omschrijving voor de buurvrouw die graag voor de lunch aan de sherry gaat. De geest uit de fles laten wil zeggen dat je acties zorgen voor oncontroleerbare effecten. Al met al komt die fles er in onze taal niet zo best vanaf. Toch worden flessen in allerlei vormen, maten en materialen gezien als volkomen onmisbaar. Bijvoorbeeld voor het flessen van water, dat je voor een fractie van de prijs en in dezelfde of betere kwaliteit uit de kraan haalt. Of voor het voeden van een kind dat op dat moment geen toegang heeft tot moeder’s borst. Dat lijkt een logische keuze, want zuigt een kind niet ook aan de borst? Nou, nee, dus. Een kind dat werkelijk de melk uit de borst zou zuigen zou zijn moeder erg veel pijn doen en maar weinig melk krijgen. Een borst is immers geen rietjesbeter of sportfles en een tepel is geen speen (hoewel ze in het Engels beide nipple heten). Een fles met een speen is dus eigenlijk helemaal niet zo’n logische keuze voor een baby die de borst (nu even) niet krijgt. Een kommetje of beker zou een even logische of logischer keuze zijn, want daaruit drinkt een kind, niet hetzelfde als uit de borst, maar wel gelijkend op. Omdat het vrijwel onmogelijk is om goed wetenschappelijk onderzoek te doen naar alle aspecten van het drinken aan de borst versus het zuigen aan een flessenspeen, toont het onderzoek dat er wordt gedaan niet of nauwelijks aan dat flesdrinken een negatief effect heeft op het kind of de manier waarop dat kind aan de borst drinkt of aan de duur, exclusiviteit en kwaliteit van de borstvoeding voor moeder en kind. Voor die onderzoekers blijft alleen het aspect van de hygiëne in ontwikkelingslanden over. En dus vindt men dat in de Westerse wereld flessen OK zijn. En flessen-en-spenenfabrikanten ook. En de reclame ervoor. En omdat de flessen-en-spenenclausule niet is opgenomen in de EU, NL en BE wetgeving omtrent marketing van borstvoeding vervangers wordt er gretig reclame gemaakt. De nieuwste stunt is het ontwerpen en op de markt brengen van een kolf. Zodat de melk in de fles kan die zij al zolang en succesvol op de markt brengen. De kolf ziet er weliswaar veelbelovend uit: discreet in zowel visueel als auditief opzicht, maar de effectiviteit en efficiency zijn nog niet helemaal duidelijk. Reclame wordt er al volop gemaakt, waarbij dankbaar gebruik wordt gemaakt van het kosteloos aanprijzen door een nieuwsprogramma op een commerciële televisiezender. Gun ik de kinderen van werkende moeders geen moedermelkvoeding? Welzeker doe ik dat. Van harte. Ik moedig het zelfs aan. Liever nog zag ik dat er oplossingen waren waardoor vrouwen kunnen werken én borstvoeding-aan-de-borst geven. Maar ik heb bezwaar tegen het automatisme van het nodig hebben van dingen die duur gekocht worden, waarbij de consument zelf dik meebetaalt aan de reclame die ervoor wordt gemaakt, terwijl er allerlei andere oplossingen denkbaar zijn: direct aan de borst voeden, met de hand kolven, voeden uit een bekertje, andere werktijden, kind mee naar het werk, … Allemaal low-tech oplossingen die vrouwen-power aanspreken en laten werken. Sterke vrouwen doen hun eigen ding en laten zich niet door dure praatjesmakers omkopen tot wat anders, houden er niet van geflest te worden door flessentrekkers, willen niet aan de fles en niet op de fles en willen het liefst de geest in de fles laten.
Boobs-'n-Burbs: Geflest
Difrax: Na 13 weken borstvoeding geven beginnen vrouwen met het geven van flesvoeding
‘’De woorden flessentrekken en flessentrekkerij zijn afkomstig van de Vlaamse uitdrukking iemand een fles aftrekken, wat neerkomt op het zonder toestemming een fles voltappen uit iemand anders zijn bier- of wijnvat.’’ In het dagelijks leven zijn flessentrekkers mensen die met opzet maaltijden, logies of brandstof afnemen met de vooropgezette bedoeling er niet voor te betalen. Ze flessen de boel dus. Op de fles gaan is ook niet zo best, je hebt je zaakjes niet goed voor elkaar en je bent failliet. Aan de fles zijn is evenmin een aardige omschrijving voor de buurvrouw die graag voor de lunch aan de sherry gaat. De geest uit de fles laten wil zeggen dat je acties zorgen voor oncontroleerbare effecten. Al met al komt die fles er in onze taal niet zo best vanaf. Toch worden flessen in allerlei vormen, maten en materialen gezien als volkomen onmisbaar. Bijvoorbeeld voor het flessen van water, dat je voor een fractie van de prijs en in dezelfde of betere kwaliteit uit de kraan haalt. Of voor het voeden van een kind dat op dat moment geen toegang heeft tot moeder’s borst. Dat lijkt een logische keuze, want zuigt een kind niet ook aan de borst? Nou, nee, dus. Een kind dat werkelijk de melk uit de borst zou zuigen zou zijn moeder erg veel pijn doen en maar weinig melk krijgen. Een borst is immers geen rietjesbeter of sportfles en een tepel is geen speen (hoewel ze in het Engels beide nipple heten). Een fles met een speen is dus eigenlijk helemaal niet zo’n logische keuze voor een baby die de borst (nu even) niet krijgt. Een kommetje of beker zou een even logische of logischer keuze zijn, want daaruit drinkt een kind, niet hetzelfde als uit de borst, maar wel gelijkend op. Omdat het vrijwel onmogelijk is om goed wetenschappelijk onderzoek te doen naar alle aspecten van het drinken aan de borst versus het zuigen aan een flessenspeen, toont het onderzoek dat er wordt gedaan niet of nauwelijks aan dat flesdrinken een negatief effect heeft op het kind of de manier waarop dat kind aan de borst drinkt of aan de duur, exclusiviteit en kwaliteit van de borstvoeding voor moeder en kind. Voor die onderzoekers blijft alleen het aspect van de hygiëne in ontwikkelingslanden over. En dus vindt men dat in de Westerse wereld flessen OK zijn. En flessen-en-spenenfabrikanten ook. En de reclame ervoor. En omdat de flessen-en-spenenclausule niet is opgenomen in de EU, NL en BE wetgeving omtrent marketing van borstvoeding vervangers wordt er gretig reclame gemaakt. De nieuwste stunt is het ontwerpen en op de markt brengen van een kolf. Zodat de melk in de fles kan die zij al zolang en succesvol op de markt brengen. De kolf ziet er weliswaar veelbelovend uit: discreet in zowel visueel als auditief opzicht, maar de effectiviteit en efficiency zijn nog niet helemaal duidelijk. Reclame wordt er al volop gemaakt, waarbij dankbaar gebruik wordt gemaakt van het kosteloos aanprijzen door een nieuwsprogramma op een commerciële televisiezender. Gun ik de kinderen van werkende moeders geen moedermelkvoeding? Welzeker doe ik dat. Van harte. Ik moedig het zelfs aan. Liever nog zag ik dat er oplossingen waren waardoor vrouwen kunnen werken én borstvoeding-aan-de-borst geven. Maar ik heb bezwaar tegen het automatisme van het nodig hebben van dingen die duur gekocht worden, waarbij de consument zelf dik meebetaalt aan de reclame die ervoor wordt gemaakt, terwijl er allerlei andere oplossingen denkbaar zijn: direct aan de borst voeden, met de hand kolven, voeden uit een bekertje, andere werktijden, kind mee naar het werk, … Allemaal low-tech oplossingen die vrouwen-power aanspreken en laten werken. Sterke vrouwen doen hun eigen ding en laten zich niet door dure praatjesmakers omkopen tot wat anders, houden er niet van geflest te worden door flessentrekkers, willen niet aan de fles en niet op de fles en willen het liefst de geest in de fles laten.
Boobs-'n-Burbs: Geflest
Difrax: Na 13 weken borstvoeding geven beginnen vrouwen met het geven van flesvoeding