Foto: Angelina Jolie<> als moeder van een wisselkind in Changeling
In de volksverhalen van veel culturen komen wisselkinderen voor. Meestal bedoelt men daarmee kinderen die vlak na de geboorte, meestal met duistere motieven, uit hun wiegje zijn geroofd door trollen of elven en vervangen door een kind van het dader-ras. In meer recente literatuur en film kunnen wisselkinderen ook ouder zijn en menselijk (zoals in de film Changeling met Angelina Jolie) of bijna-menselijk (zoals in de roman Changeling van Morgan Gallagher). In alle gevallen wordt boos opzet vermoed. In moderne waargebeurde gevallen van wisselkinderen gaat het, naar men aanneemt, niet om boos opzet, maar om vergissingen, onnozelheid en onoplettendheid. Het betreft dan kinderen die een ziekenhuis worden geboren en voor onderzoek en verzorging bij hun moeder vandaan worden gehaald en later bij een andere moeder worden teruggebracht. De ophef die recent weer werd gemaakt over een geval van verwisseling in een Australisch ziekenhuis
geeft aan dat mensen dit scharen onder de ergste dingen die er kunnen gebeuren. (Terzijde: vreemd genoeg vonden veel mensen het feit dat de kinderen door de verkeerde moeder borstvoeding kregen haast nog erger dan het feit dat ze überhaupt verwisseld waren!)
De schok voor de ouders is natuurlijk immens. Persoonlijk denk ik dat voor een moeder de schok dat zij een vreemd kind niet als vreemd herkend misschien nog wel het grootst is. Zou een moeder haar eigen niet blindelings moeten herkennen? Ja, dat klopt; letterlijk zelfs. Moeders en hun pasgeboren kind herkennen elkaar aan hun geur en kunnen elkaars geur onderscheiden van vergelijkbare, maar vreemde geuren. Voorwaarde is wel dat moeder en kind direct na de geboorte bij elkaar blijven en uitgebreid en langdurig de kans hebben elkaar te leren kennen; zich elkaars geuren, smaken en uiterlijk in te prenten. Moeder en kind ongestoord bij elkaar houden direct na de geboorte is ook voor allerlei andere dingen goed. Kinderen die bloot op bloot op hun moeders borst liggen blijven beter op temperatuur, vinden de borst beter en happen zelf goed aan, ze verliezen geen energie door stress en hebben daardoor onder andere betere bloedsuikerwaarden en vallen minder af. Zowel moeder en kind hebben hogere niveaus van de hormonen prolactine en oxytocine, die niet alleen helpen met de borstvoeding, maar ook bij het vormen van de moeder-kind hechting, het algemeen gevoel van welbevinden en bij het herstel van respectievelijk de baring en het geboren worden. En moeders en kinderen die bij elkaar blijven worden niet eenvoudig verwisseld door onoplettende zorgverleners, want wat niet weg is, hoeft ook niet te worden teruggebracht.
In de volksverhalen van veel culturen komen wisselkinderen voor. Meestal bedoelt men daarmee kinderen die vlak na de geboorte, meestal met duistere motieven, uit hun wiegje zijn geroofd door trollen of elven en vervangen door een kind van het dader-ras. In meer recente literatuur en film kunnen wisselkinderen ook ouder zijn en menselijk (zoals in de film Changeling met Angelina Jolie) of bijna-menselijk (zoals in de roman Changeling van Morgan Gallagher). In alle gevallen wordt boos opzet vermoed. In moderne waargebeurde gevallen van wisselkinderen gaat het, naar men aanneemt, niet om boos opzet, maar om vergissingen, onnozelheid en onoplettendheid. Het betreft dan kinderen die een ziekenhuis worden geboren en voor onderzoek en verzorging bij hun moeder vandaan worden gehaald en later bij een andere moeder worden teruggebracht. De ophef die recent weer werd gemaakt over een geval van verwisseling in een Australisch ziekenhuis
geeft aan dat mensen dit scharen onder de ergste dingen die er kunnen gebeuren. (Terzijde: vreemd genoeg vonden veel mensen het feit dat de kinderen door de verkeerde moeder borstvoeding kregen haast nog erger dan het feit dat ze überhaupt verwisseld waren!)
De schok voor de ouders is natuurlijk immens. Persoonlijk denk ik dat voor een moeder de schok dat zij een vreemd kind niet als vreemd herkend misschien nog wel het grootst is. Zou een moeder haar eigen niet blindelings moeten herkennen? Ja, dat klopt; letterlijk zelfs. Moeders en hun pasgeboren kind herkennen elkaar aan hun geur en kunnen elkaars geur onderscheiden van vergelijkbare, maar vreemde geuren. Voorwaarde is wel dat moeder en kind direct na de geboorte bij elkaar blijven en uitgebreid en langdurig de kans hebben elkaar te leren kennen; zich elkaars geuren, smaken en uiterlijk in te prenten. Moeder en kind ongestoord bij elkaar houden direct na de geboorte is ook voor allerlei andere dingen goed. Kinderen die bloot op bloot op hun moeders borst liggen blijven beter op temperatuur, vinden de borst beter en happen zelf goed aan, ze verliezen geen energie door stress en hebben daardoor onder andere betere bloedsuikerwaarden en vallen minder af. Zowel moeder en kind hebben hogere niveaus van de hormonen prolactine en oxytocine, die niet alleen helpen met de borstvoeding, maar ook bij het vormen van de moeder-kind hechting, het algemeen gevoel van welbevinden en bij het herstel van respectievelijk de baring en het geboren worden. En moeders en kinderen die bij elkaar blijven worden niet eenvoudig verwisseld door onoplettende zorgverleners, want wat niet weg is, hoeft ook niet te worden teruggebracht.