foto bron: http://www.borstvoeding.com/voedselintroductie/blw/nederlands.html | Kenniscentrum Borstvoeding
Wie de diverse richtlijnen en aanbevelingen voor de introductie van vast voedsel in allerlei landen en door diverse organisaties en instellingen vergelijkt, kan niet anders dan concluderen dat daar geen touw aan vast te knopen is. Het overgrote deel van de aanbevelingen is gebaseerd op traditie en aannames. de enige richtlijnen die enig onderzoek als basis hebben zijn de WHO ‘’ Guiding principles for complementary feeding of the breastfed child’’ en Gill Rapley’s ‘’Baby-led weaning’’. Beide zijn het erover eens dat de volgorde van aanbieden vrij weinig uitmaakt en dat een kind eten opdringen uit den boze is. Ze verschillen van inzicht aangaande de consistentie van het voedsel: de WHO raadt aan om in het begin (6-8 maanden) geprakt of gepureerd eten te geven, omdat anders erg weinig eten binnenkomt, terwijl Rapley uitgaat van het direct aanbieden van ongepureerd voedsel in herkenbare vorm. Rapley hecht meer aan het volledig bij het kind laten van de regie, terwijl het voor de WHO belangrijk is dat een kind vanaf het eerste hapje ook daadwerkelijk een meetbare hoeveelheid voedsel binnenkrijgt. De WHO richtlijn benadrukt wel dat het geprakte eten snel moet worden opgevolgd door grover eten en stukjes, omdat te lang doorgaan met papachtig voedsel de kans op latere eetproblemen sterk vergroot. Handig in het WHO document is ook de richtlijn voor hoeveel een kind eigenlijk aan bijvoeding nodig heeft. Voor kindjes in een westerse samenleving is dat ongeveer 130 calorieën van 6-8 maanden, 310 calorieën van 9-11 maanden en 580 cal van 12 maanden tot 2 jaar. Dit is natuurlijk afhankelijk van de hoeveelheid moedermelk die het kind daarnaast nog krijgt. En de calorieën moeten komen uit voedzaam voedsel met ook goed bouwstoffen, niet alleen calorieën. De totale energiebehoefte voor jonge kinderen is van rond de 800 cal per dag bij 6 tot rond de 1000 cal per dag na de eerste verjaardag. Belangrijk is dat bijna de helft van deze energie uit vet komt. Dit voorziet in voldoende aanvoer van essentiële vetzuren, voldoende calorieën in niet te grote porties voedsel en ondersteuning van het verteringsproces en de darmfunctie. Als extra vocht nodig is naast moedermelk zijn beide bronnen het erover eens dat simpel water de beste optie is.
Meer lezen over bijvoeding naast borstvoeding: http://www.borstvoeding.com/boeken/bij.html
Meer lezen over bijvoeding naast borstvoeding: http://www.borstvoeding.com/boeken/bij.html