Rechts naast dit stukje ziet u al geruime tijd het logo van iLactation. Dit is een online conferentie waar ik aan mee doe als spreker en als deelnemer. Het leuke van een online conferentie is dat je je eigen rooster kunt opstellen en dat je er bij wijze van spreken je bed niet voor uit hoeft. Het nadeel is dat je je eigen roosteer kunt inplannen en er je bed niet voor uit hoeft. Je eigen rooster inplannen is geweldig natuurlijk, want je hoeft geen vrij te nemen van je werk of je toko te sluiten, geen dure reis en verblijf te regelen, waardoor ook je darmfunctie minder van slag dreigt te raken. Maar zelf inplannen naast en om je normale bezigheden heen vergt ook een zekere mate van discipline. Het lijkt altijd of er dingen zijn die perse eerst gedaan moeten worden. Soms is dat ook zo, zoals wanneer je een deadline hebt voor een boek om af te maken, maar vaak kun je die dingen ook net zo makkelijk op een ander moment doen. En in plaats van een film of serie te kijken tijdens mijn lunchpauze (ja, ik weet het, slechte gewoonte, laten we het daar een andere keer over hebben, oke?), kan ik ook een sessie meenemen van de conferentie.
Om mezelf een zetje te geven, voor mezelf een stok achter de deur te zetten om dat ook werkelijk te doen, vertel ik mezelf dat ik er ook een blog-project van kan maken. Als ik nu beloof om een dagelijks stukje te schrijven tot ik alle bijdragen van de conferentie heb gezien, dan kan ik daar niet meer onderuit zonder gezichtsverlies. Beloofd. Dit is dus de eerste van een serie over onderwerpen van de online conferentie iLactation. Ik begin vandaag met Lisa Amir, die spreekt over ‘’Een andere kijk op pijn in de borst en aan de tepels’’. Eigenlijk moet ik natuurlijk de eerste sessie die ik volgde bespreken, maar dat was die van mij zelf over te veel melk. Ik heb het daar op deze pagina’s al meerdere keren gehad, dus die sla ik over. Lisa Amir heeft een hele schaal letter-spaghetti achter haar naam: MBBS, MMed, PhD, IBCLC, FABM en FILCA en ze is als onderzoeker en professor verbonden aan de La Trobe Universiteit in Melbourne, Australië, waar ze onderzoek doet op het gebied van moeder en kind gezondheid.
De standaard oplossing als vrouwen met pijnklachten bij borstvoeding naar een zorgverlener gaan is het behandelen van de pijnklachten. De symptomen worden aangepakt door pijnstilling, allerlei dingen om op de tepel te plakken en smeren of door het probleem te omzeilen en op andere voeding over te gaan. Ik weet het, ik generaliseer hier wel een beetje, maar een feit is, dat de meeste mainstream antwoorden op pijn bij borstvoeding niet erg effectief zijn of alleen korte termijn oplossingen bieden. Echte probleemoplossing begint bi het zoeken naar de veroorzaker van het probleem, die wegnemen of neutraliseren, en mogelijk ondertussen iets aan de pijn op dit moment doen.
Amir begint dus haar spreekbeurt met een overzicht van de oorzaken voor pijn bij borstvoeding. Bij pijn aan de tepels staat bovenaan nog steeds en onbetwist het niet goed aanleggen, gevolgd door tongriem anomalieën en niet passende maatvoering tussen mond en tepel.
Wat ook nog redelijk vaak een oorzaak kan zijn is het verkeerde gebruik van een kolf, met name een verkeerde maat kolfschild, waardoor de tepelhof beschadigd raakt. Een minder voorkomende oorzaak is een bacteriële of schimmelinfectie. Meest voorkomende bacterie is een stafylokok en meest voorkomende schimmel een candida variant (spruw). Een bacteriële infectie is herkenbaar aan de gelige afscheiding, een schimmelinfectie aan een felrode/rose of (bij een donkergekleurde huid) paarse verkleuring, soms wit-schilferig of glanzend parelmoer en de tepel is niet perse kapot. Tot slot de minder voorkomende oorzaken zoals herpes, eczeem, dermatitis, psoriasis en vasospasme of het fenomeen van Raynaud.
Wat ook nog redelijk vaak een oorzaak kan zijn is het verkeerde gebruik van een kolf, met name een verkeerde maat kolfschild, waardoor de tepelhof beschadigd raakt. Een minder voorkomende oorzaak is een bacteriële of schimmelinfectie. Meest voorkomende bacterie is een stafylokok en meest voorkomende schimmel een candida variant (spruw). Een bacteriële infectie is herkenbaar aan de gelige afscheiding, een schimmelinfectie aan een felrode/rose of (bij een donkergekleurde huid) paarse verkleuring, soms wit-schilferig of glanzend parelmoer en de tepel is niet perse kapot. Tot slot de minder voorkomende oorzaken zoals herpes, eczeem, dermatitis, psoriasis en vasospasme of het fenomeen van Raynaud.
Bij pijn in de borst wordt als eerste gedacht aan inflammatie (ontsteking), stuwing, mastitis of een abces; bij pijn waarbij geen zichtbare inflammatie of ontsteking is, kan worden gedacht aan uitstralende pijn van een kapotte tepel (‘’referred pain’’), candidainfectie (spruw) in de borst, coagulase negatieve stfyklokokken infectie, vasospasme of een verstopt melkkanaal.
Na deze opsomming kwam de ‘’andere kijk op pijn’’ aan bod. Het begon met een definitie van pijn: ‘’ Pijn is een bewuste ervaring, een interpretatie van de nociceptieve input die wordt beïnvloedt door herinneringen, emotionele, pathologische, genetische en cognitieve factoren.’’ Met andere woorden: pijn zit in je hersenen, in je hoofd (hoewel de hersenen zelf geen pijnreceptoren hebben), waar in het lichaam het ook wordt veroorzaakt*.
Het interessante deel van de bespreking kwam uiteraard aan het eind: de introductie van een ‘’Tepel- en borstpijn model’’. In dit driehoeksmodel wordt pijn onderverdeeld in invloedsferen, namelijk de lokale stimulatie (dus dat wat de onmiddellijke pijn veroorzaakt, de verwonding), de externe factoren zoals temperatuur, rek, druk, of al bestaande pijn-pathologie, en de sensitisatie van het centraal zenuwstelsel, waarbij ook eerdere pijnervaringen horen, genetische factoren, complicerende factoren, omgevingsfactoren enzovoorts. Door bij het helpen van een moeder met pijnklachten dit model te gebruiken, kan de zorgverlener beter bepalen waar het zwaartepunt van de aanpak kan liggen: heeft de moeder bijvoorbeeld voornamelijk baat bij iets fysieks omdat er iets kapot is, of heeft zij meer aan emotioneel-psychische aanpak, omdat haar ervaring met pijn haar pijndrempel erg laag maakt.
De ene pijnlijke tepel is de andere niet en de ene moeder met een pijnlijke tepel is de andere niet. Daarom moet bij de aanpak voor elke pijnlijke tepel naar het hele plaatjes worden gekeken om tot de beste behandeling voor deze moeder met deze pijnlijke tepel te komen. Elke zorgverlener begint de beroepsuitoefening met een belofte, al dan niet officieel en publiekelijk afgelegd, om elke patiënt of cliënt naar beste weten en kunnen en volgens de beste methodes te behandelen. Beloofd is beloofd en dit soort modellen kunnen daarbij helpen. Het is geen protocol, dus elke individuele zorgverlener moet er ook zelf en individueel bij nadenken. Maar dat zit ook wel verweven in die eerste belofte.
*) De verdere uitwerking van de mechanismen van pijn en pijnperceptie zal ik u besparen. Voor wie daar meer over wil weten verwijst Amir naar dit artikel op de site van haar universiteit.