dinsdag 20 augustus 2013
Toveren
Foto: Tovenaar-broers: Ralph Fiennes als Lord Voldemort in enkele Harry Potter films, eindigend in de grande finale Harry Potter and the Deathly Hallows: Part 1 (&2) (2010; 2011) en broer Joseph Fiennes als Merlin in Camelot (2011)
Moeders zijn, zoals elk kind van zekere leeftijd kan beamen, tovenaars. Ze hebben echt waar ogen in hun achterhoofd, weten het precies als je een leugentje vertelt en kunnen alle verloren zaken terugvinden. Moeder doet aan genezing door handoplegging, nou ja ze doet het met kusjes, maar dat werkt net zo goed, en ze kan de toekomst voorspellen, want ze weet het altijd precies als een spelletje dreigt fout te gaan en eindigen in huilen en ruzie. De grootste toverkracht zit hem natuurlijk, maar dat weten die kinderen dan weer niet, in het feit dat ze om te beginnen moeder zijn, negen maanden lang een ander mens in hun lichaam hebben kunnen laten groeien en het geboren laten worden. Om het af te ronden het dan ook nog jarenlang voeden en beschermen met de melk uit hun borsten. Dat is het betere tovenaarswerk.
Als een meisje geboren wordt, heeft ze al zo’n beetje alle eitjes klaarliggen die ze ooit nodig zal hebben, en nog een paar voor reserve. Eerlijk gezegd zou ze met die voorraad eitjes een flinke stad kunnen vullen als ze allemaal zouden worden bevrucht. Maar Moedertje Natuur is niet gierig en zorgt graag voor een goed gevulde voorraadkast. Je weet nooit waar het fout gaat. Wonderen zijn geweldig natuurlijk, maar je kan dat niet al te erg aan het toeval overlaten. Toveren is voor een flink deel ook gewoon goed voorbereid zijn. Ook de melkvoorziening is een kwestie van voorbereiding. Bij de geboorte ligt de hele melkfabriek al klaar om opgestart te worden. En om ook hier nog een plan B klaar, in de vorm van dezelfde potentiële melkfabriekjes bi alle jongetjes die worden geboren. Waarschijnlijk nooit nodig, maar beter mee verlegen dan om verlegen.
Dat hele spul ligt gewoon klaar om aan de gang te gaan. In de puberteit gaat fase twee in en wordt de melkfabriek operabel gemaakt. Alles is klaar voor gebruik, wordt goed in het vet gezet, zodat alles soepel kan draaien en de toverstok ligt klaar. Elke maand draait de toverstok even proef, en worden de machines even opgestart. Tot het een keer geen proefdraaien is en de hele fabriek in het echt aan de gang gaat. Op laag vermogen eerst, maar na de geboorte van het kind op vol vermogen en met volcontinu diensten. Moeder-tovenaar stuurt het geheel feilloos aan, na de volcontinu diensten overgaand op drieploegendiensten en via twee ploegen naar alleen dag- of alleen nachtploegen tot uiteindelijk alleen de onderhoudsdienst nog nu en dan eens langskomt.
Het is zo jammer dat volwassenen niet meer in tovenarij geloven. Ze denken dat dat allemaal niet zomaar kan en dat je je er mee moet bemoeien, plannen moet maken en strategieën ontwerpen. Dus komen er rondom borstvoeding allerlei regels en voorschriften, allemaal dit-moet’s en dat-mag-niet’s, soms zijn dat geleiders voor de toverkracht, maar even vaak zijn het juist schilden ertegen. Maar iedere moeder (vrijwel iedere moeder) kan zelf dat toverstafje gebruiken en zelf die magie laten gebeuren.