Foto: Josh Hutcherson als Peeta Mellark gooit een verbrand brood naar een hongerig meisje in The Hunger Games (2012)
Gisteren beloofde ik u nog een paar Broodje-aap verhalen. Een andere naam ervoor is Urban Legend. Er aan verwant zijn axioma’s en bakerpraatjes of oudewijvenpraat. Het verschil tussen axioma’s en bakerpraatjes of oudewijvenpraat is dat de eerste van wijze heren komt en de tweede van wijze vrouwen. De eerste worden algemeen als waarheid erkend, ook zonder dat ze ooit werkelijk bewezen zijn, de tweede algemeen als onzin, hoewel ze net zo veel bewijskracht achter zich hebben als axioma’s. Een broodje-aap verhaal is een verhaal dat is gebaseerd op een van horen zeggen waargebeurde geschiedenis, die bij nadere beschouwing ooit door iemand is verzonnen of als mogelijkheid neergezet. Iemand begint met te opperen dat in een bepaalde populaire broodjeszaak best wel eens apenvlees gebruikt zou kunnen worden en na tien keer doorvertellen is het een vaststaand feit, gehoord van de nicht van de buurman van de zwager van de schoonmoeder van de tante van de aangetrouwde achternicht die in die broodjeszaak heeft gewerkt. Een urban legend is ongeveer hetzelfde.
Een axioma is een wiskundig begrip voor een gegeven dat als feit wordt aanvaard zonder ooit te zijn bewezen of geen bewijs lijkt te behoeven en die op zijn beurt een factor is voor het bewijs van andere stellingen. Bakerpraatjes of oudewijvenpraat zijn ook waarheden die als volkswijsheid bekend zijn, al generaties lang worden doorverteld en dienen als basis voor verdere stellingnames.
Sinds Einstein met zijn relativiteitstheorie kwam zijn meerdere axioma’s in de wetenschap gaan wankelen. Ook zorgden nieuwe inzichten in de verminderde betrouwbaarheid van bakerpraatjes en volkswijsheden. Sommige oude wijsheden blijven overeind, andere blijken op bijgeloof en cultureel bepaalde vooroordelen te berusten. Het is opvallend hoe binnen het gebied van zuigelingenzorg juist in deze tijd van wetenschappelijk denken veel inmiddels door wetenschap ingehaalde bakerpraatjes door leken en zorgverleners als axioma’s worden geloofd.
Axioma: alle baby’s huilen. Bakerpraatje: pasgeboren baby’s moeten nog wennen aan het leven op aarde en ze hebben nog geen communicatiemogelijkheden anders da huilen, dus huilen baby’s, sommigen meer dan anderen.
Feiten: Mensenbaby’s worden relatief onaf geboren, maar er zijn voorzieningen ingebouwd om die immaturiteit te compenseren. De baarmoederlijke gestatie wordt vervangen door een buitenbaarmoederlijke gestatie, net als bij buideldieren, maar dan zonder buidel. Het lichaam van de moeder (of eventueel een ander mens) is de natuurlijke habitat van een mensenkind tot hij in staat is zichzelf overeind te houden en zelfstandig voort te bewegen en zijn eigen voedsel te zoeken. Tot hij zover is biedt het moederlichaam bescherming, warmte en voedsel. De communicatieve mogelijkheden van de pre-verbale baby omvatten lichaamstaal, mimiek en geluiden, waaronder als laatste redmiddel huilen.
Axioma: de lichaamsfuncties van een zuigeling kennen zelf geen ritme en hebben externe stimuli nodig. Bakerpraatjes: Als je kinderen niet leert om in een vast ritme te eten en te slapen en zichzelf te kalmeren, krijgen je verwende nesten die zich als beesten gedragen.
Feiten: Na een korte transitieperiode in de eerste uren na de geboorte heeft een zuigeling een volledig zelfstandig werkend endocrien systeem dat voldoet in de behoefte aan regulatie van het weergeven van zijn behoeften en het zorgen voor het voldoen aan die behoeften. De enige voorwaarde die extern moet worden verzorgd is dat hij zich in zijn natuurlijke habitat met bevinden. In gewone mensentaal betekent dat dat een baby die zich op/bij/tegen het lichaam van zijn moeder bevindt uitstekend aan kan geven of hij voedsel of slaap nodig heeft, hoeveel, hoe lang en wanneer. Hij kan ook aangeven wanneer hij zijn afval gaat lozen en of hij meer of minder warmte nodig heeft. Hij kan eveneens zelf bepalen of hij aan zijn relationele skills wil werken en hoe lang dat gaat duren. Indien er adequaat wordt gereageerd op alle signalen van de baby dat hij deze vaardigheden wil of gaat uitoefenen, zal d baby prima functioneren in een natuurlijk ritme. Dit vertaalt zich in goede groei, ontwikkeling en gedijen.
Er zijn natuurlijk meer axioma’s en bakerpraatjes, maar dat zijn in feite voornamelijk afgeleiden va deze twee rubrieken. Uiteindelijke boodschap is dat oude wijven en wetenschappers verdacht veel op elkaar kunnen lijken in de zin dat beide groepen beschikken over echte wijsheid en over een boel broodjes aap.