Foto: Adam Sandler als Skeeter Bronson vertelt in Bedtime Stories (2008) bedtijd verhaaltjes die waarheid worden.
Ik zal het nog maar eens over slapen hebben. Slapen is een van mijn meest geliefde hobby’s, ik doe dat elke dag toch zeker een uurtje of zes-zeven. Langer zou ik wel willen, maar mijn rug meestal niet. Mijn blaas meestal ook niet. Evenmin als de hond. Die vindt het rond een uur of zeven in de ochtend wel dag en wil zijn ontbijt. Hij heeft makkelijk praten, want na zijn ontbijt gaat hij lekker een tukje doen. Slapen is ook zijn hobby en hij doet dat nog veel meer en vaker dan ik. Ik heb die ene slaapperiode en dan wacht het werk. Overdag slapen, dat lukt mij niet zo best. Waar mijn echtgenoot echt kan opknappen van een power-nap, word ik daar alleen groggy van. Slapen betekent voor alle mensen net even iets anders en iedereen verwacht er iets anders van. Die verwachtingen zijn voor een deel cultureel bepaald, zoals het idee dat een goede nachtrust bestaat uit een ononderbroken slaapperiode van een uurtje of zeven-acht.
Die ene ononderbroken slaapperiode hebben wij onszelf aangewend omdat dat economisch gunstiger is. Een meer natuurlijk nachtritme schijnt te bestaan uit twee slaapperiodes met daartussen in enkele uren van rustig bezig zijn, het onderhouden van sociale en echtelijke relaties. Dat houdt in dat je eerder begint met je eerste slaapdeel en dat dus je dag korter is. Economisch gezien is dat tijdverspilling. Dus maken wij onszelf wijs - we geloven dat zo sterk, dat ons lichaam het ook gelooft en zich ernaar gedraagt - dat we overdag geen half mens zijn als we onze ononderbroken slaap niet krijgen.
In zo’n sterk ingebakken gewoonte is het slaapgedrag van een baby een verstoring. Elke nacht je slaap wel 2-3-4 keer in je slaap worden gestoord, kan niet ander dan je opbreken overdag, zodat je je nog slechts als een zombie erdoorheen kan slepen. Dit verschijnsel wordt versterkt door het eveneens maatschappelijk gebaseerde idee dat baby’s in een eigen kamer, maar toch zeker in een eigen bed thuishoren. Want als een kind in een eigen bed ligt en zelfs op een eigen kamer moet je elke keer dat de baby wakker wordt ook echt helemaal wakker worden, de baby opnemen, voeden en onderwijl goed wakker blijven en dan weer wegleggen (en hopen dat hij direct gaat slapen). Dat is inderdaad slopend, zeker wanneer je lichaam denkt dat het niet kan functioneren zonder een ononderbroken slaapperiode van tenminste zes uur.
Toch is er een manier om je lichaam te laten geloven dat je eigenlijk gewoon doorslaapt en toch tegemoet te komen aan de noden van je baby. Want die baby weet niet beter en snapt helemaal niets van slaaptrainingen, daar wordt hij alleen maar heel erg verdrietig en ongelukkig van. De handigste oplossing (die door eeuwen en eeuwen en eeuwen van evolutie ook zo is bedacht, is je baby bij je in bed nemen. Ja, je leest het goed, tegen alle officiële aanbevelingen in, raad ik je aan je kind wel bij je in bed te nemen. Maar wel op een veilige manier.
Veilig het bed delen (bed-sharing) bevordert borstvoeding. Geen borstvoeding krijgen is een risicofactor voor allerlei ziekten en aandoeningen op directe, korte en lange termijn en het verhoogt de kans op wiegendood. De bezwaren tegen het delen van het bed gelden vooral het verhoogde risico van wiegendood voor kinderen die geen borstvoeding krijgen. De eerste veiligheidsmaatregel voor samen slapen is dus borstvoeding te geven. Vaak en veel en op vraag van het kind, dag en nacht. De beveiliging door borstvoeding is multifactorieel. Zuigend inslapen is een risico verlager (vandaar het onzinnige advies om fopspenen te geven aan borstkindjes). De infectie bestrijdende bestanddelen van de melk verlagen het risico van infectieziekten, waarvan met name die in de luchtwegen risico verhogers voor wiegendood zijn. (Aardig extra weetje: de matrassen van kinderen die geen borstvoeding krijgen wasemen gifstoffen uit door bederf van het braaksel erin. Kinderen die borstvoeding krijgen braken ook wel, maar daarbij komen geen toxinen vrij. Die uitgewasemde toxinen bij kunstvoeding kindjes kunnen en van de verklaringen zijn waarom op de buik slapen meer risico geeft.) Samen slapen beïnvloedt dan weer het borstvoeding gedrag van de baby, want door de lichamelijke nabijheid wordt het slapen en ontwaken mechanisme beter afgestemd en elke keer dat baby wat wakker wordt gaat hij aan de borst: krijgt veilig makende melk binnen en valt zuigend weer in slaap.
Het leuke is dat deze beredeneerde risico analyse wordt bevestigd door allerlei soorten onderzoek. Walsh (2013) besprak één hiervan en vroeg ook commentaar van enkele experts in dat vakgebied. De laatste alinea, een quote van medisch borstvoeding expert dr. Ruth Lawrence, vat mijn betoog samen: "Unfortunately, they concluded that bed-sharing increases the risk of SIDS. Well it does, in bottle-fed babies, but it does not in breastfed babie."
Walsh N: Bed-Sharing Aids Breastfeeding, but Is It Safe? Medpage today, Sep 23, 2013 | Updated: Sep 24, 2013
Bespreking van Huang Y, et al "Influence of bedsharing activity on breastfeeding duration among US mothers" JAMA Pediatrics 2013