Foto: Kristen Bell maakt als Gracie Thompson in Gracie's Choice<(TV 2004) ouderschapskeuzes die ze neit had hoeven maken als haar ouders de juiste keuzes hadden gemaakt.
Hoe vaak hoor of lees je niet een verklaring die begint met ‘’Ik ben helemaal voor borstvoeding,’’ die dan in dezelfde adem wordt gevolgd door een ‘’maar … ‘’. Aan die voorvechterij zit dus wel een voorwaarde. Ik krijg daar toch altijd een wat vreemd gevoel bij. Dat zal wel komen omdat voor mij borstvoeding zoiets vanzelfsprekends is, iets wat zo bij de normale uitvoeringen van het menselijk lichaam hoort, dat er geen voorwaarden aan verbonden kunnen worden. Ik ben met name wat overgevoelig voor de toevoegingen zoals ‘’…, maar het moet wel leuk blijven’’ of ‘’…, maar het moet wel de vrije keuze van de moeder zijn.’’ Ik probeer dat dan om te zetten naar iets anders dat er gewoon bij hoort, zoals ‘’Ik ben helemaal voor luiers verschonen, hoor, maar het moet wel leuk blijven’’ of ‘’Ik ben helemaal voor ademhalen, maar je moet er wel zelf voor kunnen kiezen’’. Dan klinkt het plotseling meer mensen belachelijk in de oren. De enige voorwaarden die aan dergelijk normaal gedrag gesteld kunnen worden is dat je er lichamelijk toe in staat moet zijn. Inderdaad is ademhalen knap lastig als je een longfunctiestoornis hebt. En luiers verschonen als je maar één hand hebt, kan een hele opgave zijn.
Aan de ene kant is ouderschap heilig en individueel. Aan de andere kant bemoeit iedereen zich met de opvoeding die andere ouders hun kinderen geven, terwijl niemand van commentaar is gediend. We praten angstvallig elkaar na dat ieders individuele keuzes als ouders moeten worden gerespecteerd. Eigenlijk beweren we met zijn allen dat het allemaal niet uitmaakt wat je doet of laat, iedere keuze is kennelijk goed. Als het ergens fout gaat en een kind raakt geestelijk of lichamelijk gekwetst of erger, dan is het huis te klein en wordt er geroepen om meer controle en sneller ingrijpen. Als de daartoe bevoegde instanties eens ingrijpen is het huis wederom te klein, want ze hebben zich niet te bemoeien met de keuzes van andere ouders en een kind is nergens zo goed af als bij zijn eigen ouders.
Hoe vaak hoor of lees je niet een verklaring die begint met ‘’Ik ben helemaal voor borstvoeding,’’ die dan in dezelfde adem wordt gevolgd door een ‘’maar … ‘’. Aan die voorvechterij zit dus wel een voorwaarde. Ik krijg daar toch altijd een wat vreemd gevoel bij. Dat zal wel komen omdat voor mij borstvoeding zoiets vanzelfsprekends is, iets wat zo bij de normale uitvoeringen van het menselijk lichaam hoort, dat er geen voorwaarden aan verbonden kunnen worden. Ik ben met name wat overgevoelig voor de toevoegingen zoals ‘’…, maar het moet wel leuk blijven’’ of ‘’…, maar het moet wel de vrije keuze van de moeder zijn.’’ Ik probeer dat dan om te zetten naar iets anders dat er gewoon bij hoort, zoals ‘’Ik ben helemaal voor luiers verschonen, hoor, maar het moet wel leuk blijven’’ of ‘’Ik ben helemaal voor ademhalen, maar je moet er wel zelf voor kunnen kiezen’’. Dan klinkt het plotseling meer mensen belachelijk in de oren. De enige voorwaarden die aan dergelijk normaal gedrag gesteld kunnen worden is dat je er lichamelijk toe in staat moet zijn. Inderdaad is ademhalen knap lastig als je een longfunctiestoornis hebt. En luiers verschonen als je maar één hand hebt, kan een hele opgave zijn.
Aan de ene kant is ouderschap heilig en individueel. Aan de andere kant bemoeit iedereen zich met de opvoeding die andere ouders hun kinderen geven, terwijl niemand van commentaar is gediend. We praten angstvallig elkaar na dat ieders individuele keuzes als ouders moeten worden gerespecteerd. Eigenlijk beweren we met zijn allen dat het allemaal niet uitmaakt wat je doet of laat, iedere keuze is kennelijk goed. Als het ergens fout gaat en een kind raakt geestelijk of lichamelijk gekwetst of erger, dan is het huis te klein en wordt er geroepen om meer controle en sneller ingrijpen. Als de daartoe bevoegde instanties eens ingrijpen is het huis wederom te klein, want ze hebben zich niet te bemoeien met de keuzes van andere ouders en een kind is nergens zo goed af als bij zijn eigen ouders.
Maar moeten we alle keuzes blind respecteren? Zijn alle keuzes gelijkwaardig en is het inderdaad alleen maar een kwestie van persoonlijke voorkeur? Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we een stapje terugdoen en ons afvragen wie keuzes maakt voor wie. Ouders maken de keuze, maar zijn zij ook de begunstigden van die keuzes? Ze zijn wel degenen die het uitvoeren, maar niet degenen die het ondergaan. Ouders maken keuzen voor hun kinderen. Wat ouders kiezen, heeft niet alleen invloed op henzelf, hun bestaan, hun welzijn en gezondheid, maar ook, en misschien wel vooral, voor die van hun kind. Als het goed is, staan daarom ook de belangen van het kind voorop bij het maken van die keuzes. Als het goed is. Dus.
Daar wringt precies de schoen, want lang niet alle keuzes van ouders worden gemaakt met het belang van het kind als uitgangspunt. Vaak wordt dat belang zelfs over het hoofd gezien, vergeten of genegeerd of als niet ter zake doende aan de kant geschoven. Want ouders hebben ‘’alles’’ voor hun kind over, maar het moet voor henzelf natuurlijk ook wel leuk blijven. Zolang dat ‘’alles’’ met geld gekocht kan worden is inderdaad niets te veel. Wanneer dat ‘’alles’’ bestaat uit het geven van jezelf, uit het tijdelijk opzij schuiven van je eigen wensen en verlangens of uit het doen van iets waar je echt moeite voor moet doen, dan is dat al een schaarser goed.
Maar, dus. Het beste voor je kind willen en er alles voor over hebben is wel aan een maar verbonden. Maar je moet het maar kunnen. Maar het moet wel leuk blijven. Maar je moet wel aan jezelf toe komen. Maar je moet er wel zelf ook nog iets over te zeggen en in te kiezen hebben. Dus.
Ik ga nu iets zeggen dat mij door velen niet in dank gaat worden afgenomen. Sommigen zullen me hard en veroordelend vinden. Dat moet dan maar. Ik ben namelijk de leeftijd voorbij dat ik mensen moet aaien om aardig gevonden te worden. Dat ik het ieder naar de zin moet maken. Wat ik zeggen ga is dit: ‘’Er is één keuze die je maakt en dat is of je wel of geen ouders wilt zijn. Wanneer je die keuze eenmaal hebt gemaakt, liggen de volgende keuzes vast, want al die volgende keuzes maak je voor je kind. Je bent verantwoordelijk voor een volwaardig menselijk wezen dat voorlopig nog niet in staat is zijn eigen keuzes te maken. Je bent vanaf het moment dat je de vrije keuze maakte moeder en vader te willen worden, verantwoordelijk voor het leven en welzijn, voor de gezondheid en ontwikkeling van een mens.’’ Wie die consequentie niet aan kan, niet kan aanvaarden, wie na de uitspraak ‘’ik wil moeder worden’’ een ‘’maar’’ laat komen, zou het besluit om ouder te worden eerst moeten heroverwegen.
Wat natuurlijk niet wegneemt, dat ook wanneer de bewuste keuze is gemaakt om uit te gaan van de keuze die voor het kind het geschiktst is, het soms niet mogelijk is die keuze ook volledig uit te voeren. Ouders hebben niet alle omstandigheden onder controle, ze kunnen zelf beperkingen hebben of onvoldoende toegang tot informatie of tekort schietende begeleiding. Allemaal mogelijk en, hoe vervelend ook, soms kan dat reden zijn om de keuzes bij te stellen en te zoeken naar een alternatief. Op dat moment is de tweede keus de beste keuze. De enige geldige maar is dus de maar achteraf.