Foto: Bill Nighy wordt Davy Jones in Pirates of the Caribbean: At World's End.
Tussen de bevruchting van het rijpe eitje en de geboorte van een kant en klaar kind negen maanden later ondergaat het embryo, en later de foetus, meerdere metamorfosen. Een enkele cel, samengesteld uit twee cellen, wordt een klontje ongedefinieerde cellen, een kloddertje levende materie. Dat kloddertje doorloopt allerlei stadia van ontwikkeling en het duurt vrij lang voor zo op het oog duidelijk wordt dat dit een mens in wording is en geen amfibie of een dier met een staart. Die staart verdwijnt, gelukkig, er blijft alleen het stuitje van over. De vliezen tussen de vingers en tenen verdwijnen ook, en het snuitje wordt een gezichtje. In tegenstelling tot de metamorfose van een acteur van mens naar - iets anders, verandert een nogal buitenaards uitziend embryo in een foetus met duidelijk herkenbare menselijke trekken. Dat ongedefinieerde klontje cellen van de eerste paar dagen is drager van een onvoorstelbare hoeveelheid gegevens, het is het kleinste, maar meest bevattende medium voor gegevensopslag dat we kunnen bedenken. Al die data zorgt ervoor dat het cellenklompje in een mensenbuik een mens wordt en een op het eerste gezicht identiek klontje in een dolfijnenbuik een dolfijntje.
De metamorfose na de geboorte is minder zichtbaar, maar bijna net zo spectaculair. In de eerste uren na de geboorte krijgt de baby een volledig make-over. Zijn volledige systeem moet worden overgezet. De bloedsomloop die hij deelde met zijn moeder wordt daarvan afgescheiden en moet zelfstandig gaan werken. De zuurstofvoorziening die eerst via het bloed van de moeder kwam, moet nu door zelfstandig ademen via de longen komen. Dit vergt naast het opstarten van het ademhalingssysteem een omzetting in de bloedsomloop om zuurstof uit de longen te kunnen opnemen. In de baarmoeder werden alle voedingsstoffen en alle energie die hij nodig had voor groei en ontwikkeling kant en klaar met het bloed aangevoerd, na de geboorte moet het spijsverteringssysteem worden opgestart om de opname van energie en voedingsstoffen uit het, nu zelf in te nemen, voedsel mogelijk te maken. Tot slot moet het organisme nu, in plaats van simpelweg de omgevingstemperatuur aan te houden, zelf de temperatuurregeling ter hand nemen. Dat alles moet binnen een paar uur geregeld zijn.
Gelukkig is er, net als in een TV-make-over-show, gezorgd voor een brede ondersteuning. Er is een strakke agenda gemaakt en de afspraken liggen vast. Het kind hoeft zelf niet na te denken of te kiezen wat er vervolgens gedaan moet worden. Er is gezorgd voor een perfecte omgeving, een goed geoutilleerde studio en voldoende assistentie voor de speciale effecten. Ademhaling en bloedsomloop zijn de meest acuut noodzakelijke metamorfosen, waarvoor geen vervanging mogelijk is, niet met natuurlijke middelen althans. Daar gaat dus de meeste energie en aandacht heen, terwijl voor de andere omstellingen op tijdelijke noodsystemen wordt teruggegrepen. De temperatuursregulatie kan worden overgelaten aan de special-effects manager: het moederlichaam. Met slechts een kleine aanpassing verandert de huid van de moeder in een proactieve thermostaat die, wanneer moeder en kind met maximaal en direct huidcontact buik-aan-buik en borst-aan-borst liggen, de temperatuur van het kind meet, interpreteert en waar nodig bijstelt. Dat is als het ware een klein stukje extra software dat een uitbreiding van de functies van de bestaande hardware mogelijk maakt.
Een heel belangrijk ander systeem dat beschermd moet worden tijdens de metamorfose bestaat uit de hersenen en het zenuwstelsel. De hersenen zijn ook bij het pasgeboren kind al de grote aansturing voor alle systemen, maar zijn zelf ook nog een systeem in ontwikkeling. De onderdelen die de levensfuncties onderhouden en controleren zijn het verst ontwikkeld tijdens de geboorte, maar moeten in die eerst uren na de geboorte gelijk even in een hogere versnelling om de metamorfose in goede banen te leiden. Tegelijk moet de ontwikkeling van de meer geavanceerde delen van de hersenen onverminderd doorgaan om op schema te blijven en tot het volledige potentieel te kunnen ontwikkelen. De hersenen draaien op suiker. Suiker is de primaire energieleverancier en de aanvoer daarvan tijdens de zwangerschap was ononderbroken en ruimschoots. Tijdens de omstelling naar zelfstandige energievoorziening is de toevoer van suiker laag. Het hormoon insuline dat voor het gebruiksklaar maken van suiker moet zorgen werd tijdens de voorgeboortelijke periode ingezet als groeihormoon, omdat de suikers al kant en klaar werden aangeleverd. Het herprogrammeren van de insuline duurt even en in die tijd is er dus maar weinig suiker beschikbaar. Dat is te gevaarlijk voor het handhaven van alle hersenfuncties en dus is er voorzien in een noodaggregaat die draait op ketonen en bruin vet verbranding. Pasgeboren kinderen zijn in staat om ketonen en bruin vet in te zetten als directe energiebron en zo het glucose tekort te omzeilen.
Nu is die noodaggregaat natuurlijk maar beperkt in het vermogen en dus moet ervoor worden gezorgd dat die zo min mogelijk moet worden ingezet. Het is daarom zaak energieverlies bij het pasgeboren kind zo veel mogelijk te voorkomen. Kinderen verliezen de meest energie door afkoeling, inspanning en stress. De temperatuurregeling was al ter hand genomen, maar ook de inspanning en de stress worden op dezelfde manier aangepakt. Die special effects manager is een echte duizendpoot. Kinderen die huid op huid, in een voorover liggende positie, met het hoofd iets hoger dan het onderlichaam, leveren geen inspanning om op hun plaats te blijven en geen inspanning door huilen. En ze vertonen geen stress. De neurologische en hormonale systemen van de baby reageren optimaal op deze moederlijke nabijheid en deze houding en zorgen zo voor een gevoel van veiligheid en daarmee worden huilen en stress overbodig.
van Veldhuizen-Staas, G: Hypoglycemie en borstvoeding, gepubliceerd online, met uitgebreide wetenschappelijke referenties.
De metamorfose na de geboorte is minder zichtbaar, maar bijna net zo spectaculair. In de eerste uren na de geboorte krijgt de baby een volledig make-over. Zijn volledige systeem moet worden overgezet. De bloedsomloop die hij deelde met zijn moeder wordt daarvan afgescheiden en moet zelfstandig gaan werken. De zuurstofvoorziening die eerst via het bloed van de moeder kwam, moet nu door zelfstandig ademen via de longen komen. Dit vergt naast het opstarten van het ademhalingssysteem een omzetting in de bloedsomloop om zuurstof uit de longen te kunnen opnemen. In de baarmoeder werden alle voedingsstoffen en alle energie die hij nodig had voor groei en ontwikkeling kant en klaar met het bloed aangevoerd, na de geboorte moet het spijsverteringssysteem worden opgestart om de opname van energie en voedingsstoffen uit het, nu zelf in te nemen, voedsel mogelijk te maken. Tot slot moet het organisme nu, in plaats van simpelweg de omgevingstemperatuur aan te houden, zelf de temperatuurregeling ter hand nemen. Dat alles moet binnen een paar uur geregeld zijn.
Gelukkig is er, net als in een TV-make-over-show, gezorgd voor een brede ondersteuning. Er is een strakke agenda gemaakt en de afspraken liggen vast. Het kind hoeft zelf niet na te denken of te kiezen wat er vervolgens gedaan moet worden. Er is gezorgd voor een perfecte omgeving, een goed geoutilleerde studio en voldoende assistentie voor de speciale effecten. Ademhaling en bloedsomloop zijn de meest acuut noodzakelijke metamorfosen, waarvoor geen vervanging mogelijk is, niet met natuurlijke middelen althans. Daar gaat dus de meeste energie en aandacht heen, terwijl voor de andere omstellingen op tijdelijke noodsystemen wordt teruggegrepen. De temperatuursregulatie kan worden overgelaten aan de special-effects manager: het moederlichaam. Met slechts een kleine aanpassing verandert de huid van de moeder in een proactieve thermostaat die, wanneer moeder en kind met maximaal en direct huidcontact buik-aan-buik en borst-aan-borst liggen, de temperatuur van het kind meet, interpreteert en waar nodig bijstelt. Dat is als het ware een klein stukje extra software dat een uitbreiding van de functies van de bestaande hardware mogelijk maakt.
Een heel belangrijk ander systeem dat beschermd moet worden tijdens de metamorfose bestaat uit de hersenen en het zenuwstelsel. De hersenen zijn ook bij het pasgeboren kind al de grote aansturing voor alle systemen, maar zijn zelf ook nog een systeem in ontwikkeling. De onderdelen die de levensfuncties onderhouden en controleren zijn het verst ontwikkeld tijdens de geboorte, maar moeten in die eerst uren na de geboorte gelijk even in een hogere versnelling om de metamorfose in goede banen te leiden. Tegelijk moet de ontwikkeling van de meer geavanceerde delen van de hersenen onverminderd doorgaan om op schema te blijven en tot het volledige potentieel te kunnen ontwikkelen. De hersenen draaien op suiker. Suiker is de primaire energieleverancier en de aanvoer daarvan tijdens de zwangerschap was ononderbroken en ruimschoots. Tijdens de omstelling naar zelfstandige energievoorziening is de toevoer van suiker laag. Het hormoon insuline dat voor het gebruiksklaar maken van suiker moet zorgen werd tijdens de voorgeboortelijke periode ingezet als groeihormoon, omdat de suikers al kant en klaar werden aangeleverd. Het herprogrammeren van de insuline duurt even en in die tijd is er dus maar weinig suiker beschikbaar. Dat is te gevaarlijk voor het handhaven van alle hersenfuncties en dus is er voorzien in een noodaggregaat die draait op ketonen en bruin vet verbranding. Pasgeboren kinderen zijn in staat om ketonen en bruin vet in te zetten als directe energiebron en zo het glucose tekort te omzeilen.
Nu is die noodaggregaat natuurlijk maar beperkt in het vermogen en dus moet ervoor worden gezorgd dat die zo min mogelijk moet worden ingezet. Het is daarom zaak energieverlies bij het pasgeboren kind zo veel mogelijk te voorkomen. Kinderen verliezen de meest energie door afkoeling, inspanning en stress. De temperatuurregeling was al ter hand genomen, maar ook de inspanning en de stress worden op dezelfde manier aangepakt. Die special effects manager is een echte duizendpoot. Kinderen die huid op huid, in een voorover liggende positie, met het hoofd iets hoger dan het onderlichaam, leveren geen inspanning om op hun plaats te blijven en geen inspanning door huilen. En ze vertonen geen stress. De neurologische en hormonale systemen van de baby reageren optimaal op deze moederlijke nabijheid en deze houding en zorgen zo voor een gevoel van veiligheid en daarmee worden huilen en stress overbodig.
van Veldhuizen-Staas, G: Hypoglycemie en borstvoeding, gepubliceerd online, met uitgebreide wetenschappelijke referenties.