Foto: Pauley Perrette die als Abby Sciuto in NCIS: Naval Criminal Investigative Service op geheel eigen wijze grote hoeveelheden onsamenhangende informatie verwerkt, ordent en duidt.
De inspiratie voor dit verhaaltje kwam van een paar van mijn eigen Twitterberichten gisteren: ‘’Moeders denken dat ze geen info kunnen krijgen over kunstvoeding omdat reclame is verboden. Maar van reclame krijg je geen informatie. Kunstvoeding hoort bij zorgverleners niet tentoongesteld te worden, maar ze moeten ouders die het nodig hebben één op één voorlichten. Zorgverleners hebben daarvoor wetenschappelijke kennis over kunstvoeding nodig, geen reclamekennis. Informatie voor ouders die geen borstvoeding geven omvat soorten, veilig klaarmaken en voeden. Zorgverleners geven goede informatie over normaal babygedrag, voeding; behoefte is niet erg anders bij borstvoeding of kunstvoeding’’.
Informatie betekende oorspronkelijk onderrichting, berichtgeving of onderzoek. ''Men informeert zich'' wil zeggen dat men iets ergens over wil leren. In de politiek kennen we deze betekenis nog in de functie van de informateur, die onderzoek doet naar de mogelijkheden om op basis van verkiezingsuitslagen een regering te vormen. In het huidige taalgebruik wordt informatie op verschillende manieren gebruikt, maar het is nog steeds een begrip waarmee wordt aangeduid dat er sprake is van het zoeken naar of verkrijgen van kennis of inzicht over bepaalde zaken. Wanneer het woord informatie de basis wordt van informatica gaat het om de wetenschap die zich bezighoudt met de beheersing van complexiteit (o.a. op het vlak van informatie en gegevens, communicatie, softwarebouw, en technisch-wetenschappelijke rekenen). Veel van de informatie die wij zoeken en krijgen over allerlei onderwerpen gaat via deze weg: computer, internet, sociale media.
Informatie is de basis van het meeste van onze keuzes, beslissingen en handelingen. Veel van wat wij doen lijkt onbewust gekozen te zijn, maar ook daar is wel degelijk sprake van onderliggende informatie. Voor andere dingen gaan we dan weer bewust op zoek naar informatie. Wij zijn in feite allemaal lopende computers die zich bezig houden met het verzamelen, verwerken, ordenen en gebruiken van informatie. Zonder informatie kunnen we eigenlijk geen besluiten nemen, keuzes maken, dingen doen. De keuze voor het voeden van onze kinderen wordt over het algemeen al lang voordat er sprake van kinderen is, gemaakt en meestal vrijwel onbewust en op basis van informatie die we onbewust hebben opgenomen. Voor de definitieve keuze en het uitvoeren van die keuze hebben we meer bewuste en specifieke informatie nodig.
Goede informatie over de voeding van zuigelingen begint met goede informatie over hoe baby’s in elkaar zitten en wat zij nodig hebben. Vervolgens informatie over hoe de verschillende opties voor zuigelingenvoeding zich daartoe verhouden. Goede informatie over zuigelingenvoeding betekent ook dat duidelijk wordt gemaakt dat dit over het kind gaat en niet over de ouders. Ethisch gezien is de enige vrije keuze die de volwassene maakt, die over de vraag ‘’wil ik een kind krijgen ja of nee?’’. Zodra de keuze voor ouderschap is gemaakt gaan alle andere keuzes over dat kind en staat het belang van het kind voorop. Wie namelijk besluit een kind op de wereld te zetten heeft vervolgens de volledige verantwoordelijkheid voor het gezond groeien, ontwikkelen en volwassen worden van dat kind. Misschien zou daar eerst eens wat meer informatie over moeten worden ingewonnen voor die keuze om een kind te krijgen wordt genomen.
Een pasgeboren mensenkind heeft het (voor onder andere zijn neurologische en mentale ontwikkeling) nodig om vrijwel voortdurend in zo direct mogelijk lichamelijk contact te zijn met een ander mens, bij voorkeur zijn moeder. Zijn spijsvertering, metabolisme, groei en ontwikkeling zijn afgestemd op een zeer frequente toevoer van relatief kleine hoeveelheden vloeibaar voedsel. De specifieke menselijke groei en ontwikkeling heeft voeding nodig die rijk is aan lactose en melkvetten van gevarieerde samenstelling, relatief weinig eiwitten, waarvan zoveel mogelijk wei-eiwitten en beschermende eiwitten, factoren die gunstig zijn voor de hersenontwikkeling en de opbouw en groei van zenuwen en het hele zenuwstelsel. En naast voedsel een zo breed en sterk mogelijke bescherming tegen ziekte, zodat alle energie en bouwstoffen van zijn voedsel voor groei en ontwikkeling kunnen worden ingezet. Tekorten in deze behoeften van leefomstandigheden en voedsel vertalen zich in een hoger energieverbruik en het gebruik van bouwstoffen voor oneigenlijke doelen en daarmee een suboptimale groei en ontwikkeling. Informatie over zuigelingenvoeding zet de opties naast elkaar en vergelijkt elke optie met deze behoeften. Wanneer de keuze voor een optie is gemaakt volgt informatie over het klaarmaken van en voeden met de voeding van keuze.
Er is eigenlijk maar één manier van voeden en één soort voedsel die aan al deze behoeften tegemoet komt en dat is borstvoeding. Borstvoeding hoeft niet te worden klaargemaakt, maar er zijn omstandigheden die het nodig maken dat de melk wordt afgekolfd. Dan is informatie nodig over hoe dat te doen, over hoe die melk te bewaren en ermee te voeden. Ook over hoe borstvoeding geven in de dagelijkse praktijk werkt is informatie nodig, want hoewel lacteren een aangeboren vermogen is, is het geven van borstvoeding een aangeleerde vaardigheid.
De inspiratie voor dit verhaaltje kwam van een paar van mijn eigen Twitterberichten gisteren: ‘’Moeders denken dat ze geen info kunnen krijgen over kunstvoeding omdat reclame is verboden. Maar van reclame krijg je geen informatie. Kunstvoeding hoort bij zorgverleners niet tentoongesteld te worden, maar ze moeten ouders die het nodig hebben één op één voorlichten. Zorgverleners hebben daarvoor wetenschappelijke kennis over kunstvoeding nodig, geen reclamekennis. Informatie voor ouders die geen borstvoeding geven omvat soorten, veilig klaarmaken en voeden. Zorgverleners geven goede informatie over normaal babygedrag, voeding; behoefte is niet erg anders bij borstvoeding of kunstvoeding’’.
Informatie betekende oorspronkelijk onderrichting, berichtgeving of onderzoek. ''Men informeert zich'' wil zeggen dat men iets ergens over wil leren. In de politiek kennen we deze betekenis nog in de functie van de informateur, die onderzoek doet naar de mogelijkheden om op basis van verkiezingsuitslagen een regering te vormen. In het huidige taalgebruik wordt informatie op verschillende manieren gebruikt, maar het is nog steeds een begrip waarmee wordt aangeduid dat er sprake is van het zoeken naar of verkrijgen van kennis of inzicht over bepaalde zaken. Wanneer het woord informatie de basis wordt van informatica gaat het om de wetenschap die zich bezighoudt met de beheersing van complexiteit (o.a. op het vlak van informatie en gegevens, communicatie, softwarebouw, en technisch-wetenschappelijke rekenen). Veel van de informatie die wij zoeken en krijgen over allerlei onderwerpen gaat via deze weg: computer, internet, sociale media.
Informatie is de basis van het meeste van onze keuzes, beslissingen en handelingen. Veel van wat wij doen lijkt onbewust gekozen te zijn, maar ook daar is wel degelijk sprake van onderliggende informatie. Voor andere dingen gaan we dan weer bewust op zoek naar informatie. Wij zijn in feite allemaal lopende computers die zich bezig houden met het verzamelen, verwerken, ordenen en gebruiken van informatie. Zonder informatie kunnen we eigenlijk geen besluiten nemen, keuzes maken, dingen doen. De keuze voor het voeden van onze kinderen wordt over het algemeen al lang voordat er sprake van kinderen is, gemaakt en meestal vrijwel onbewust en op basis van informatie die we onbewust hebben opgenomen. Voor de definitieve keuze en het uitvoeren van die keuze hebben we meer bewuste en specifieke informatie nodig.
Goede informatie over de voeding van zuigelingen begint met goede informatie over hoe baby’s in elkaar zitten en wat zij nodig hebben. Vervolgens informatie over hoe de verschillende opties voor zuigelingenvoeding zich daartoe verhouden. Goede informatie over zuigelingenvoeding betekent ook dat duidelijk wordt gemaakt dat dit over het kind gaat en niet over de ouders. Ethisch gezien is de enige vrije keuze die de volwassene maakt, die over de vraag ‘’wil ik een kind krijgen ja of nee?’’. Zodra de keuze voor ouderschap is gemaakt gaan alle andere keuzes over dat kind en staat het belang van het kind voorop. Wie namelijk besluit een kind op de wereld te zetten heeft vervolgens de volledige verantwoordelijkheid voor het gezond groeien, ontwikkelen en volwassen worden van dat kind. Misschien zou daar eerst eens wat meer informatie over moeten worden ingewonnen voor die keuze om een kind te krijgen wordt genomen.
Een pasgeboren mensenkind heeft het (voor onder andere zijn neurologische en mentale ontwikkeling) nodig om vrijwel voortdurend in zo direct mogelijk lichamelijk contact te zijn met een ander mens, bij voorkeur zijn moeder. Zijn spijsvertering, metabolisme, groei en ontwikkeling zijn afgestemd op een zeer frequente toevoer van relatief kleine hoeveelheden vloeibaar voedsel. De specifieke menselijke groei en ontwikkeling heeft voeding nodig die rijk is aan lactose en melkvetten van gevarieerde samenstelling, relatief weinig eiwitten, waarvan zoveel mogelijk wei-eiwitten en beschermende eiwitten, factoren die gunstig zijn voor de hersenontwikkeling en de opbouw en groei van zenuwen en het hele zenuwstelsel. En naast voedsel een zo breed en sterk mogelijke bescherming tegen ziekte, zodat alle energie en bouwstoffen van zijn voedsel voor groei en ontwikkeling kunnen worden ingezet. Tekorten in deze behoeften van leefomstandigheden en voedsel vertalen zich in een hoger energieverbruik en het gebruik van bouwstoffen voor oneigenlijke doelen en daarmee een suboptimale groei en ontwikkeling. Informatie over zuigelingenvoeding zet de opties naast elkaar en vergelijkt elke optie met deze behoeften. Wanneer de keuze voor een optie is gemaakt volgt informatie over het klaarmaken van en voeden met de voeding van keuze.
Er is eigenlijk maar één manier van voeden en één soort voedsel die aan al deze behoeften tegemoet komt en dat is borstvoeding. Borstvoeding hoeft niet te worden klaargemaakt, maar er zijn omstandigheden die het nodig maken dat de melk wordt afgekolfd. Dan is informatie nodig over hoe dat te doen, over hoe die melk te bewaren en ermee te voeden. Ook over hoe borstvoeding geven in de dagelijkse praktijk werkt is informatie nodig, want hoewel lacteren een aangeboren vermogen is, is het geven van borstvoeding een aangeleerde vaardigheid.
Om goede informatie over kunstvoeding te kunnen geven heeft degene die informeert kennis nodig over de verschillende merken en typen kunstvoeding die te koop zijn. Geen reclamekennis, maar wetenschappelijke kennis over de samenstelling, ook in vergelijking met elkaar en met moedermelk. Ouders die kunstvoeding willen geven moeten vervolgens zo goed mogelijk worden geïnformeerd over de manier van klaarmaken, bewaren van en voeden met deze melk. Belangrijk voor de gezondheid van het kind is het om daarbij ruimschoots aandacht te geven aan de behoefte van veelvuldige kleine voedingen en veel lichamelijk contact tijdens de voedingen en er tussendoor. Voor het aanleren van gezonde eet- en voedingsgewoonten, die bij borstvoeding min of meer vanzelf komen, moet informatie worden gegeven over snelheid van voeden, het risico van overvoeden (wat bij kunstvoeding veel grotere gezondheidsrisico's geeft dan bij borstvoeding) en het behouden van de eigen regie van het kind.
Het is niet ondenkbaar, dat na dit soort goede, volledige en vooral eerlijke informatie de ideeën over welke manier van voeden voor het kind, maar ook voor de ouders, de voorkeur heeft, en dat mogelijk zelfs de keuze wordt bijgesteld. Tot slot geldt dat welke keuze er ook wordt gemaakt de behoefte aan informatie niet stopt met het maken van die keuze. Ouders hebben tijdens de volledige zuigelingenperiode behoefte aan doorgaande informatie wanneer dingen anders lopen dan gedacht, wanneer het kind in een andere ontwikkelingsfase komt of wanneer de omstandigheden veranderen. Ouders hebben, met andere woorden, behoefte aan doorlopende informatie om in staat te zijn om de keuze die zij hebben gemaakt ook te kunnen uitvoeren.
Het is niet ondenkbaar, dat na dit soort goede, volledige en vooral eerlijke informatie de ideeën over welke manier van voeden voor het kind, maar ook voor de ouders, de voorkeur heeft, en dat mogelijk zelfs de keuze wordt bijgesteld. Tot slot geldt dat welke keuze er ook wordt gemaakt de behoefte aan informatie niet stopt met het maken van die keuze. Ouders hebben tijdens de volledige zuigelingenperiode behoefte aan doorgaande informatie wanneer dingen anders lopen dan gedacht, wanneer het kind in een andere ontwikkelingsfase komt of wanneer de omstandigheden veranderen. Ouders hebben, met andere woorden, behoefte aan doorlopende informatie om in staat te zijn om de keuze die zij hebben gemaakt ook te kunnen uitvoeren.