Foto: Sean Connery als Allan Quatermain in The League of Extraordinary Gentlemen<waarin een bijeengeraapte groep zeer buitengewone figuren doen alsof het heel gewoon is wat zij doen.
De meest gerapporteerde problemen met borstvoeding, naast de vrees te weinig melk te hebben –wat soms terecht is en heel vaak niet- zijn pijn bij het voeden en onrust bij de baby – huilen na de voeding, onrustig drinken, aanhappen en loslaten. Over te weinig melk heb ik het al eerder gehad, net als over pijn bij het voeden. In de begindagen van borstvoeding als wetenschap zeiden we categorisch dat pijn bij het voeden altijd het gevolg was van verkeerd aanleggen. Vaak is dat ook zo, maar het kan ook allerlei andere oorzaken hebben, zoals een spruw* infectie of een variatie op de normale anatomie van de mond van het kind**. Met een goede diagnose zijn die problemen over het algemeen op te lossen. Problemen door orale anatomische variaties zouden niet eens zo erg hoeven worden als elk kind standaard zou worden nagekeken op dit soort dingen tijdens de eerste levensdag. Bij kinderen die geboren worden in gezinnen of families waarvan bekend is dat er meerdere personen met dit soort variaties zijn, zou extra oplettendheid op zijn plaats zijn.
Onrustig drinkgedrag en huilen na de voeding lijken lastiger te voorkomen en op te lossen. Wat moet je met zo’n wriemelende, boksende, draaiende baby die aan- en afhapt, de tepel niet lijkt te vinden terwijl hij er tegenaan ligt, of die na een half uur drinken nog onrustig en ontevreden lijkt? Begin met het uitsluiten van factoren zoals spruw en orale anatomische variaties. Let op: niet elke witte tong betekent spruw; laat er naar kijken door iemand met ervaren ogen en verstand van zaken. Een belangrijke, maar vaak over het hoofd geziene oorzaak voor onrust, moeilijk drinken en huilen***, is de manier waarop een kind geboren is. Bij een langdurige uitdrijving, klem zitten in het baringskanaal, een stortbevalling of een kunstverlossing (vacuüm, tang, keizersnede) kan er in het kaak-hals-schoudergebied een verdraaiing of verschuiving zijn geforceerd. Dit geeft pijn en kan ervoor zorgen dat een kind niet in een bepaalde houding kan liggen of zijn mond goed opendoen en drinkbewegingen maken. Door allerlei oorzaken (zoals meer ingrijpen tijdens de baring) is er een toename te zien van dit soort problemen. Als dat soort zaken allemaal is uitgesloten gaan we naar het aanleggen zelf kijken (daar kunnen we trouwens ook mee beginnen, voor naar ingewikkelder dingen te zoeken die er mogelijk niet eens zijn). Op basis van mijn decennia lange ervaring en voortschrijdende inzichten kom ik steeds meer tot de conclusie dat we het, met alle nadruk op goed aanleggen, eigenlijk voor flink wat moeders en kinderen moeilijker hebben gemaakt. Zo veel regeltjes waaraan ze zich te houden hebben. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest voor een normale lichaamsfunctie. Ooit een gorillamama in de weer gezien met voedingskussens, voetenbankjes en instructiebladen? Er moet een betere manier zijn. En die is er ook: de neem-er-je-gemak-van-methode. De houding waarin de eerste voeding bij zoveel moeders en baby’s zo goed ging in dat eerste uur na de geboorte: moeder achterover (liefst niet helemaal plat op de rug, dat is niet echt comfortabel), baby op zijn buik bovenop moeder. Moeder heeft geen kussens en ondersteuninkjes nodig en de baby heeft de controle over wat hij doet. In deze houding namelijk, instinctief voeden of Biological Nurturing**** genoemd, werken de reflexen en instincten van de baby optimaal, kan hij niet wegzakken en kan hij zelf bepalen wat, waar en hoeveel. En dan blijkt dat gemaai met die armpjes en dat heen en weer en op en neer gedoe met het hoofdje gewoon nut te hebben: het helpt de baby met het vinden van de borst en het aanhappen, waar het bij de meer klassieke houdingen de baby daarbij juist hindert. Als kindjes op deze manier aan de borst drinken oefenen en perfectioneren, wordt in de vele maanden daarna het aanleggen en doordrinken een stuk makkelijker voor moeder en kind, ook in andere houdingen.
Dan blijven er nog de onrust na de voeding, het spugen en huilen over, waar we vaak geen raad mee weten. Voor een deel zal dit zeker te maken hebben met de onrijpheid van het spijsverteringsysteem. Maar het heeft zeker ook te maken met verwachtingen over baby gedrag. en dat brengt ons weer bij gewoon. Een baby verwacht***** na zijn geboorte een nagenoeg constante toevoer van kleine hoeveelheden melk afgewisseld met veelvuldige korte slaapjes. Wij verwachten een baby die met redelijke tussenpozen een zekere hoeveelheid melk drinkt en tussendoor slaapt. Veel baby’s leren in vrij korte tijd aan die verwachting te voldoen, anderen proberen het, maar krijgen dan problemen met een volle maag en de spijsvertering. Weer anderen weigeren van het begin af aan zich aan te passen. Zij weten wat ze nodig hebben en zorgen dat ze dat krijgen.
*) Eurolac Flitsen met het label spruw
**) Eurolac Flitsen met het label tongriem, lipriempje
***) Eurolac Flitsen met het label huilen
****) Eurolac Flitsen met het label Biological Nurturing
*****) Eurolac Flitsen met het label verwachtingen
De meest gerapporteerde problemen met borstvoeding, naast de vrees te weinig melk te hebben –wat soms terecht is en heel vaak niet- zijn pijn bij het voeden en onrust bij de baby – huilen na de voeding, onrustig drinken, aanhappen en loslaten. Over te weinig melk heb ik het al eerder gehad, net als over pijn bij het voeden. In de begindagen van borstvoeding als wetenschap zeiden we categorisch dat pijn bij het voeden altijd het gevolg was van verkeerd aanleggen. Vaak is dat ook zo, maar het kan ook allerlei andere oorzaken hebben, zoals een spruw* infectie of een variatie op de normale anatomie van de mond van het kind**. Met een goede diagnose zijn die problemen over het algemeen op te lossen. Problemen door orale anatomische variaties zouden niet eens zo erg hoeven worden als elk kind standaard zou worden nagekeken op dit soort dingen tijdens de eerste levensdag. Bij kinderen die geboren worden in gezinnen of families waarvan bekend is dat er meerdere personen met dit soort variaties zijn, zou extra oplettendheid op zijn plaats zijn.
Onrustig drinkgedrag en huilen na de voeding lijken lastiger te voorkomen en op te lossen. Wat moet je met zo’n wriemelende, boksende, draaiende baby die aan- en afhapt, de tepel niet lijkt te vinden terwijl hij er tegenaan ligt, of die na een half uur drinken nog onrustig en ontevreden lijkt? Begin met het uitsluiten van factoren zoals spruw en orale anatomische variaties. Let op: niet elke witte tong betekent spruw; laat er naar kijken door iemand met ervaren ogen en verstand van zaken. Een belangrijke, maar vaak over het hoofd geziene oorzaak voor onrust, moeilijk drinken en huilen***, is de manier waarop een kind geboren is. Bij een langdurige uitdrijving, klem zitten in het baringskanaal, een stortbevalling of een kunstverlossing (vacuüm, tang, keizersnede) kan er in het kaak-hals-schoudergebied een verdraaiing of verschuiving zijn geforceerd. Dit geeft pijn en kan ervoor zorgen dat een kind niet in een bepaalde houding kan liggen of zijn mond goed opendoen en drinkbewegingen maken. Door allerlei oorzaken (zoals meer ingrijpen tijdens de baring) is er een toename te zien van dit soort problemen. Als dat soort zaken allemaal is uitgesloten gaan we naar het aanleggen zelf kijken (daar kunnen we trouwens ook mee beginnen, voor naar ingewikkelder dingen te zoeken die er mogelijk niet eens zijn). Op basis van mijn decennia lange ervaring en voortschrijdende inzichten kom ik steeds meer tot de conclusie dat we het, met alle nadruk op goed aanleggen, eigenlijk voor flink wat moeders en kinderen moeilijker hebben gemaakt. Zo veel regeltjes waaraan ze zich te houden hebben. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest voor een normale lichaamsfunctie. Ooit een gorillamama in de weer gezien met voedingskussens, voetenbankjes en instructiebladen? Er moet een betere manier zijn. En die is er ook: de neem-er-je-gemak-van-methode. De houding waarin de eerste voeding bij zoveel moeders en baby’s zo goed ging in dat eerste uur na de geboorte: moeder achterover (liefst niet helemaal plat op de rug, dat is niet echt comfortabel), baby op zijn buik bovenop moeder. Moeder heeft geen kussens en ondersteuninkjes nodig en de baby heeft de controle over wat hij doet. In deze houding namelijk, instinctief voeden of Biological Nurturing**** genoemd, werken de reflexen en instincten van de baby optimaal, kan hij niet wegzakken en kan hij zelf bepalen wat, waar en hoeveel. En dan blijkt dat gemaai met die armpjes en dat heen en weer en op en neer gedoe met het hoofdje gewoon nut te hebben: het helpt de baby met het vinden van de borst en het aanhappen, waar het bij de meer klassieke houdingen de baby daarbij juist hindert. Als kindjes op deze manier aan de borst drinken oefenen en perfectioneren, wordt in de vele maanden daarna het aanleggen en doordrinken een stuk makkelijker voor moeder en kind, ook in andere houdingen.
Dan blijven er nog de onrust na de voeding, het spugen en huilen over, waar we vaak geen raad mee weten. Voor een deel zal dit zeker te maken hebben met de onrijpheid van het spijsverteringsysteem. Maar het heeft zeker ook te maken met verwachtingen over baby gedrag. en dat brengt ons weer bij gewoon. Een baby verwacht***** na zijn geboorte een nagenoeg constante toevoer van kleine hoeveelheden melk afgewisseld met veelvuldige korte slaapjes. Wij verwachten een baby die met redelijke tussenpozen een zekere hoeveelheid melk drinkt en tussendoor slaapt. Veel baby’s leren in vrij korte tijd aan die verwachting te voldoen, anderen proberen het, maar krijgen dan problemen met een volle maag en de spijsvertering. Weer anderen weigeren van het begin af aan zich aan te passen. Zij weten wat ze nodig hebben en zorgen dat ze dat krijgen.
*) Eurolac Flitsen met het label spruw
**) Eurolac Flitsen met het label tongriem, lipriempje
***) Eurolac Flitsen met het label huilen
****) Eurolac Flitsen met het label Biological Nurturing
*****) Eurolac Flitsen met het label verwachtingen