Foto: Angelina Jolie voedt haar baby: Baby, moeder, borst. Niets meer, niets minder.
Voor de omgang met borstvoeding en moedermelk gelden allerlei regels en regeltjes – alsof het voeden op zich voor veel moeders al niet genoeg problemen met zich meebrengt zonder dat. Dit mag niet en dat moet beslist. En je hebt beslist allerlei hulpstukken en hebbedingetjes nodig om je doel te bereiken. Of om hip te zijn, dat kan ook. In principe heb je voor borstvoeding niet veel meer nodig dan een willig kind en minimaal één functionele borst (mooi is geen voorwaarde), bij voorkeur gemonteerd op een warme moeder met knuffelende armen. In de afdeling niet vreselijk noodzakelijk, maar best handig vind je dingen als een voedingsbeha, want dat is minder pijnlijk voor de meeste vrouwen dan de hele beha over de borst wegschuiven. Een kolf voor moeders die onvermijdelijk van hun kind gescheiden zijn kan handig zijn, hoewel veel moeders tot hun eigen verbazing met hun eigen handen ook een heel eind blijken te komen als ze het eens proberen. Voedingskussens hebben naar mijn smaak veelal de verkeerde vorm en de verkeerde vulling en als je er eenmaal aan gewend loop je de hele tijd met zo’n gevaarte rond te slepen en kun je onopvallend voeden in gezelschap verder wel vergeten. Dan zijn er de hulpmiddelen die heel goed kunnen werken in bijzondere omstandigheden, zoals tepelhoedjes en voedingsspuitjes. Niks mis mee, zolang je ze bewaard voor noodgevallen. Zoogkompressen horen daar wat mij betreft ook bij, omdat die de indruk geven het probleem van lekkende melk in stand te houden. Alsof je ervan uit moet gaan dat alle borsten incontinent zijn zolang de borstvoedingperiode duurt.
Maar dan komen we bij het rariteitenkabinet. Zoals teststrips voor het meten van alcohol in je melk. Maar daarover ga ik niet nog eens uitweiden, genoeg andere zaken. Zo zijn er er een soort tenten om onder te gaan zitten als je borstvoeding geeft. Er is er één die ‘’uier bedekker’’ heet, maar dan in het Engels. Met een door een balein open gehouden kijkgat, zodat je zelf nog wel kan zien wat je doet. Ze geven mij over het algemeen de associatie met iemand die, onder een groot badlaken, probeert zich onopvallend om te kleden op het strand. Je kan er net zo goed een neon-pijl boven zetten: ‘’Komt dat zien, komt dat zien, hier is een show aan de gang!’’. Of wat te denken voor een soort flanellen sluitlakentjes voor de borsten, zodat de douchestralen de borsten geen pijn sullen doen. Ga je dan na het douchen de borsten alsnog met een washandje boven de wastafel staan poedelen? En dat brengt ons tot slot bij de strikjes om aan je beha te klikken zodat je weet welke borst het laatst gegeven werd. Een alternatief is een armbandje, waarmee je niet alleen aangeeft welke borst je gaf, maar ook wanneer. Wil je helemaal erbij horen dan gebruik je natuurlijk geen truttig strikje of een zoet gekleurd rubberen armbandje, maar een App op je Smartphone. Zal ik een truukje geven om te weten wanneer je welke borst moet geven? De baby zegt wanneer (Van Veldhuizen-Staas, 2009) en je doet de BorstenBibber om te weten welke borst aan de beurt is: neem elke borst in een hand, til ze ietsjes op en wiebel ermee. De borst die het zwaarste en volste aanvoelt is aan de beurt. En nee, in tegenstelling tot wat je vaak hoort, is er geen enkel bezwaar tegen het schudden van de melk.
Van Veldhuizen-Staas, CGA: Borstvoeding Basis (kopje ‘Hongersignalen’), 2009
Voor de omgang met borstvoeding en moedermelk gelden allerlei regels en regeltjes – alsof het voeden op zich voor veel moeders al niet genoeg problemen met zich meebrengt zonder dat. Dit mag niet en dat moet beslist. En je hebt beslist allerlei hulpstukken en hebbedingetjes nodig om je doel te bereiken. Of om hip te zijn, dat kan ook. In principe heb je voor borstvoeding niet veel meer nodig dan een willig kind en minimaal één functionele borst (mooi is geen voorwaarde), bij voorkeur gemonteerd op een warme moeder met knuffelende armen. In de afdeling niet vreselijk noodzakelijk, maar best handig vind je dingen als een voedingsbeha, want dat is minder pijnlijk voor de meeste vrouwen dan de hele beha over de borst wegschuiven. Een kolf voor moeders die onvermijdelijk van hun kind gescheiden zijn kan handig zijn, hoewel veel moeders tot hun eigen verbazing met hun eigen handen ook een heel eind blijken te komen als ze het eens proberen. Voedingskussens hebben naar mijn smaak veelal de verkeerde vorm en de verkeerde vulling en als je er eenmaal aan gewend loop je de hele tijd met zo’n gevaarte rond te slepen en kun je onopvallend voeden in gezelschap verder wel vergeten. Dan zijn er de hulpmiddelen die heel goed kunnen werken in bijzondere omstandigheden, zoals tepelhoedjes en voedingsspuitjes. Niks mis mee, zolang je ze bewaard voor noodgevallen. Zoogkompressen horen daar wat mij betreft ook bij, omdat die de indruk geven het probleem van lekkende melk in stand te houden. Alsof je ervan uit moet gaan dat alle borsten incontinent zijn zolang de borstvoedingperiode duurt.
Maar dan komen we bij het rariteitenkabinet. Zoals teststrips voor het meten van alcohol in je melk. Maar daarover ga ik niet nog eens uitweiden, genoeg andere zaken. Zo zijn er er een soort tenten om onder te gaan zitten als je borstvoeding geeft. Er is er één die ‘’uier bedekker’’ heet, maar dan in het Engels. Met een door een balein open gehouden kijkgat, zodat je zelf nog wel kan zien wat je doet. Ze geven mij over het algemeen de associatie met iemand die, onder een groot badlaken, probeert zich onopvallend om te kleden op het strand. Je kan er net zo goed een neon-pijl boven zetten: ‘’Komt dat zien, komt dat zien, hier is een show aan de gang!’’. Of wat te denken voor een soort flanellen sluitlakentjes voor de borsten, zodat de douchestralen de borsten geen pijn sullen doen. Ga je dan na het douchen de borsten alsnog met een washandje boven de wastafel staan poedelen? En dat brengt ons tot slot bij de strikjes om aan je beha te klikken zodat je weet welke borst het laatst gegeven werd. Een alternatief is een armbandje, waarmee je niet alleen aangeeft welke borst je gaf, maar ook wanneer. Wil je helemaal erbij horen dan gebruik je natuurlijk geen truttig strikje of een zoet gekleurd rubberen armbandje, maar een App op je Smartphone. Zal ik een truukje geven om te weten wanneer je welke borst moet geven? De baby zegt wanneer (Van Veldhuizen-Staas, 2009) en je doet de BorstenBibber om te weten welke borst aan de beurt is: neem elke borst in een hand, til ze ietsjes op en wiebel ermee. De borst die het zwaarste en volste aanvoelt is aan de beurt. En nee, in tegenstelling tot wat je vaak hoort, is er geen enkel bezwaar tegen het schudden van de melk.
Van Veldhuizen-Staas, CGA: Borstvoeding Basis (kopje ‘Hongersignalen’), 2009