Foto: Sandra Bullock als undercover agent Gracie Hart, die als onwaarschijnlijke schoonheidskoningin steeds vergeet dat wereldvrede is waar ze het meest naar snakt, in de film Miss Congeniality
In reactie op de laatste, zojuist rondgestuurde, Eurolac Nieuws kreeg ik een mailtje van een lezer (waarvoor mijn dank) die mij attendeerde op een (‘’voor jullie mogelijk interessant’’) onlangs verschenen onderzoek over gedragskenmerken van volwassenen die zijn terug te voeren op de voeding die zij als baby kregen (Marjonen et al, 2011). In een langlopende studie werden bijna 2000 mensen vanaf de geboorte bijna 25 jaar gevolgd. Mensen die als baby niet aan de borst waren gevoed vertoonde significant meer vijandigheid, boosheid en irritabiliteit als 24 jarige dan zij die wel borstvoeding kregen. De basis voor deze gedragskenmerken werd waarschijnlijk gelegd tijdens het eerste halve levensjaar, want langer borstvoeding gaf geen grotere verschillen. De onderzoekers stellen wel dat mogelijk ook andere factoren binnen het gezin kunnen meespelen bij deze uitkomsten. Zo zou het kunnen zijn dat ouders die ervoor kiezen hun kind minimaal een half jaar borstvoeding te geven ook op een andere manier opvoeden en zorgen. Dit kan ook invloed hebben op de latere gedragskenmerken van de gezinsleden. Toch komen ook in andere onderzoeken gedragsverschillen naar voren tussen kinderen die wel of geen borstvoeding kregen. Een deel van de Millennium Cohort Study (Heikkilä et al, 2011) keek naar gedrag van kinderen van vijf jaar in relatie tot hoe zij als baby warden gevoed. Het Millennium Cohort Onderzoek is een grote prospectieve, nationaal representatieve studie in het Verenigd Koninkrijk, waarin bijna 19.000 kinderen die in 2000-2002 werden geboren worden gevolgd vanaf de zwangerschap en gedurende de eerste levensjaren op diverse aspecten van gezondheid en leefomstandigheden. De uitkomsten toonden een duidelijk verband aan tussen gedragsstoornissen als vijfjarige voor kinderen die te vroeg waren geboren en voor kinderen die korter dan 4 maanden of geen borstvoeding hadden gehad. Hoe langer te vroeg geboren kinderen borstvoeding hadden gehad, hoe kleiner het risico leek te worden om gedragsproblemen te hebben als vijfjarige, maar deze relatie was niet zo significant als bij op tijd geboren kinderen. Wat in dit onderzoek opvalt is dat, hoewel het representatief voor de hele Britse samenleving heet te zijn, er een onevenredig grote vertegenwoordiging is van kinderen uit achterstand situaties. Dat gegeven geeft ruimte aan de aanname dat het toch voor een flink deel het borstvoeden op zich is dat het verschil maakt en niet het feit dat vooral beter gesitueerde moeders kiezen voor borstvoeding. Dit laatste is namelijk een vaak gehoorde kritiek op onderzoeken die geen borstvoeding krijgen linken aan minder gunstige scores voor gedrag en intellectuele ontwikkeling. Toch mogen we niet aan borstvoeding geven het etiket hangen van het middel om tot wereldvrede te komen. In culturen waar borstvoeding geven –vaak en lang- de norm is, komen zowel zeer oorlogszuchtige als zeer vredelievende samenlevingsvormen voor. Wat zou de wereld er toch anders uit kunnen zien als borstvoeding wel dé sleutel tot vrede in de hele wereld was.
Merjonen P, Jokela M, Laura Pulkki-Råback L, Hintsanen M, Raitakari OT, Viikari J, Keltikangas-Järvinen L: Breastfeeding and Offspring Hostility in Adulthood. Journal Psychotherapy and Psychosomatics; 2011, 80(6):371-373.
Heikkilä K, Sacker A, Kelly Y, Renfrew MJ, Quigley MA: Breast feeding and child behaviour in the Millennium Cohort Study. Arch Dis Child 2011;96:635-642.
In reactie op de laatste, zojuist rondgestuurde, Eurolac Nieuws kreeg ik een mailtje van een lezer (waarvoor mijn dank) die mij attendeerde op een (‘’voor jullie mogelijk interessant’’) onlangs verschenen onderzoek over gedragskenmerken van volwassenen die zijn terug te voeren op de voeding die zij als baby kregen (Marjonen et al, 2011). In een langlopende studie werden bijna 2000 mensen vanaf de geboorte bijna 25 jaar gevolgd. Mensen die als baby niet aan de borst waren gevoed vertoonde significant meer vijandigheid, boosheid en irritabiliteit als 24 jarige dan zij die wel borstvoeding kregen. De basis voor deze gedragskenmerken werd waarschijnlijk gelegd tijdens het eerste halve levensjaar, want langer borstvoeding gaf geen grotere verschillen. De onderzoekers stellen wel dat mogelijk ook andere factoren binnen het gezin kunnen meespelen bij deze uitkomsten. Zo zou het kunnen zijn dat ouders die ervoor kiezen hun kind minimaal een half jaar borstvoeding te geven ook op een andere manier opvoeden en zorgen. Dit kan ook invloed hebben op de latere gedragskenmerken van de gezinsleden. Toch komen ook in andere onderzoeken gedragsverschillen naar voren tussen kinderen die wel of geen borstvoeding kregen. Een deel van de Millennium Cohort Study (Heikkilä et al, 2011) keek naar gedrag van kinderen van vijf jaar in relatie tot hoe zij als baby warden gevoed. Het Millennium Cohort Onderzoek is een grote prospectieve, nationaal representatieve studie in het Verenigd Koninkrijk, waarin bijna 19.000 kinderen die in 2000-2002 werden geboren worden gevolgd vanaf de zwangerschap en gedurende de eerste levensjaren op diverse aspecten van gezondheid en leefomstandigheden. De uitkomsten toonden een duidelijk verband aan tussen gedragsstoornissen als vijfjarige voor kinderen die te vroeg waren geboren en voor kinderen die korter dan 4 maanden of geen borstvoeding hadden gehad. Hoe langer te vroeg geboren kinderen borstvoeding hadden gehad, hoe kleiner het risico leek te worden om gedragsproblemen te hebben als vijfjarige, maar deze relatie was niet zo significant als bij op tijd geboren kinderen. Wat in dit onderzoek opvalt is dat, hoewel het representatief voor de hele Britse samenleving heet te zijn, er een onevenredig grote vertegenwoordiging is van kinderen uit achterstand situaties. Dat gegeven geeft ruimte aan de aanname dat het toch voor een flink deel het borstvoeden op zich is dat het verschil maakt en niet het feit dat vooral beter gesitueerde moeders kiezen voor borstvoeding. Dit laatste is namelijk een vaak gehoorde kritiek op onderzoeken die geen borstvoeding krijgen linken aan minder gunstige scores voor gedrag en intellectuele ontwikkeling. Toch mogen we niet aan borstvoeding geven het etiket hangen van het middel om tot wereldvrede te komen. In culturen waar borstvoeding geven –vaak en lang- de norm is, komen zowel zeer oorlogszuchtige als zeer vredelievende samenlevingsvormen voor. Wat zou de wereld er toch anders uit kunnen zien als borstvoeding wel dé sleutel tot vrede in de hele wereld was.
Merjonen P, Jokela M, Laura Pulkki-Råback L, Hintsanen M, Raitakari OT, Viikari J, Keltikangas-Järvinen L: Breastfeeding and Offspring Hostility in Adulthood. Journal Psychotherapy and Psychosomatics; 2011, 80(6):371-373.
Heikkilä K, Sacker A, Kelly Y, Renfrew MJ, Quigley MA: Breast feeding and child behaviour in the Millennium Cohort Study. Arch Dis Child 2011;96:635-642.