Foto: Michael Sheen als Aro in Breaking Dawn, part 1, after credits scene ‘’They have something I want’’.
Toen mijn kinderen klein waren, waren die van mijn zus dat ook. Als wij bij elkaar op bezoek waren manageden we samen 9 kinderen waarvan de oudste en de jongste een jaar of 15 scheelden. Wanneer er iets te eten of te drinken werd uitgedeeld vroegen wij al snel niet meer wat ieder wilde: ieder wilde namelijk precies wat een ander ook had, maar dan meer. Consequentie van het leven in een soort van roedel, kennelijk. Bij veel mensen zit het ingebakken: dat willen hebben wat jij niet hebt en een ander wel. Voor sommigen wordt het zelfs een levensvervulling. Zij willen meer hebben van iets dan een ander heeft. Met name geld is daarvoor een gewild onderwerp, hoewel aandacht ook hoog scoort. De drang om iets te willen hebben wat een ander heeft kan leiden tot gedrag dat voor anderen criminele associaties heeft. Fabrikanten hebben veel en ze willen graag dat anderen dat krijgen. Nu, ja, niet krijgen, maar kopen. Want wat zij zelf willen hebben is wat die anderen hebben: geld. Veel fabrikanten hebben al geld. Veel geld zelfs. Maar zolang anderen ook nog geld hebben, hebben ze zelf nog niet genoeg. Dat is ook wel begrijpelijk, want zodra zij het zelf hebben moeten ze het delen met anderen, hun aandeelhouders. Aandeelhouders zijn eigenlijk mensen die ook het geld willen hebben wat anderen hebben, maar er zelf niets voor willen doen. Daarom vormen ze een team met een fabrikant (sommige aandeelhouders vormen teams met meerdere fabrikanten). Ze doen dat heel slim, want eerst geven ze de fabrikant geld. In ruil daarvoor worden ze voor een stukje eigenaar van de fabriek van de fabrikant. Van de fabrikant zelf als het ware. En vervolgens willen ze hun geld weer terug, aangevuld met zoveel geld als de fabrikant maar bij elkaar kan schrapen. Die fabrikant zal zich dus in allerlei bochten gaan wringen om de aandeelhouders en zichzelf tevreden te houden en het geld, dat hij en zijn aandeelhouders willen hebben, weg te halen bij wie het heeft. Een van de bochten waarmee die de fabrikant flink heeft geoefend (want jezelf in bochten wringen vergt veel oefening, het is hogere acrobatiek) is het verzinnen van een product dat vrijwel niemand echt nodig heeft en ervoor zorgen dat veel mensen denken dat ze het nodig hebben. Het verzinnen en vervolgens maken van een product is niet het moeilijke deel, het verkocht krijgen vervolgens wel. Je moet mensen er namelijk van overtuigen dat jij iets hebt dat zij vreselijk graag willen hebben (terwijl ze het in werkelijkheid waarschijnlijk niet nodig hebben of mogelijk zelf al een betere variant van hebben, helemaal voor niks). Zo graag, dat zij er veel geld voor over hebben om het te krijgen. Aro heeft al duizenden jaren geoefend en moet nog steeds heel veel moeite doen om te krijgen wat een ander heeft en hij wil hebben. Hij heeft zich ook van een team van leden met met bovennatuurlijke krachten voorzien, die elk ook veel investeren, maar het blijft moeizaam werk met maar sporadisch succes. Moderne fabrikanten hebben ontdekt dat je met bovennatuurlijke krachten niet ver komt. Zij ontdekten marketing, gebaseerd op psychologie, en dat werkt als magie. En dus krijgen fabrikanten nu volop wat anderen hebben en zij willen hebben. En zelfs krijgen ze hulp van mensen die er zelf niet aan winnen, maar toch meewerken aan de marketing alsof ze een team hebben gevormd met de fabrikanten en hun aandeelhouders. Zonder in de gaten te hebben dat zij de fabrikanten iets nog veel waardevollers geven: hun eigen geloofwaardigheid en professionele integriteit in ruil voor wat bureau gadgets en een bijscholing met borrel en buffet.
Toen mijn kinderen klein waren, waren die van mijn zus dat ook. Als wij bij elkaar op bezoek waren manageden we samen 9 kinderen waarvan de oudste en de jongste een jaar of 15 scheelden. Wanneer er iets te eten of te drinken werd uitgedeeld vroegen wij al snel niet meer wat ieder wilde: ieder wilde namelijk precies wat een ander ook had, maar dan meer. Consequentie van het leven in een soort van roedel, kennelijk. Bij veel mensen zit het ingebakken: dat willen hebben wat jij niet hebt en een ander wel. Voor sommigen wordt het zelfs een levensvervulling. Zij willen meer hebben van iets dan een ander heeft. Met name geld is daarvoor een gewild onderwerp, hoewel aandacht ook hoog scoort. De drang om iets te willen hebben wat een ander heeft kan leiden tot gedrag dat voor anderen criminele associaties heeft. Fabrikanten hebben veel en ze willen graag dat anderen dat krijgen. Nu, ja, niet krijgen, maar kopen. Want wat zij zelf willen hebben is wat die anderen hebben: geld. Veel fabrikanten hebben al geld. Veel geld zelfs. Maar zolang anderen ook nog geld hebben, hebben ze zelf nog niet genoeg. Dat is ook wel begrijpelijk, want zodra zij het zelf hebben moeten ze het delen met anderen, hun aandeelhouders. Aandeelhouders zijn eigenlijk mensen die ook het geld willen hebben wat anderen hebben, maar er zelf niets voor willen doen. Daarom vormen ze een team met een fabrikant (sommige aandeelhouders vormen teams met meerdere fabrikanten). Ze doen dat heel slim, want eerst geven ze de fabrikant geld. In ruil daarvoor worden ze voor een stukje eigenaar van de fabriek van de fabrikant. Van de fabrikant zelf als het ware. En vervolgens willen ze hun geld weer terug, aangevuld met zoveel geld als de fabrikant maar bij elkaar kan schrapen. Die fabrikant zal zich dus in allerlei bochten gaan wringen om de aandeelhouders en zichzelf tevreden te houden en het geld, dat hij en zijn aandeelhouders willen hebben, weg te halen bij wie het heeft. Een van de bochten waarmee die de fabrikant flink heeft geoefend (want jezelf in bochten wringen vergt veel oefening, het is hogere acrobatiek) is het verzinnen van een product dat vrijwel niemand echt nodig heeft en ervoor zorgen dat veel mensen denken dat ze het nodig hebben. Het verzinnen en vervolgens maken van een product is niet het moeilijke deel, het verkocht krijgen vervolgens wel. Je moet mensen er namelijk van overtuigen dat jij iets hebt dat zij vreselijk graag willen hebben (terwijl ze het in werkelijkheid waarschijnlijk niet nodig hebben of mogelijk zelf al een betere variant van hebben, helemaal voor niks). Zo graag, dat zij er veel geld voor over hebben om het te krijgen. Aro heeft al duizenden jaren geoefend en moet nog steeds heel veel moeite doen om te krijgen wat een ander heeft en hij wil hebben. Hij heeft zich ook van een team van leden met met bovennatuurlijke krachten voorzien, die elk ook veel investeren, maar het blijft moeizaam werk met maar sporadisch succes. Moderne fabrikanten hebben ontdekt dat je met bovennatuurlijke krachten niet ver komt. Zij ontdekten marketing, gebaseerd op psychologie, en dat werkt als magie. En dus krijgen fabrikanten nu volop wat anderen hebben en zij willen hebben. En zelfs krijgen ze hulp van mensen die er zelf niet aan winnen, maar toch meewerken aan de marketing alsof ze een team hebben gevormd met de fabrikanten en hun aandeelhouders. Zonder in de gaten te hebben dat zij de fabrikanten iets nog veel waardevollers geven: hun eigen geloofwaardigheid en professionele integriteit in ruil voor wat bureau gadgets en een bijscholing met borrel en buffet.