Foto: Peggy Lee zingt 'Is That All There Is?'
Voor mij als opgroeiend meisje was december een onaangename maand. De verwachtingen waren hoog en de uitkomsten navenant laag, teleurstellend. Vooral tijdens de kerstdagen overviel mij vrijwel zonder uitzondering, zittend in mijn zondagse jurk, onder de smaakvol in zilver opgetuigde boom met echte kaarsje erin en het traditionele boek eronder, het gevoel ‘’is dit het nu?’’. Het was echt wel gezellig, maar dat allesoverweldigende gevoel van wereldvrede en vriendschap dat kwam maar niet. Kerstverhalen over miraculeuze herenigingen en het-komt-net-op-tijd-allemaal-nog-goed-ervaringen op kerstavond vonden bij mij weinig weerklank. Het is overduidelijk dat mijn verwachtingen te hoog gespannen waren. Onrealistisch. Onrealistische verwachtingen kunnen niet anders dan tot teleurstelling en verdriet leiden. Vrouwen die moeder worden hebben vaak ook allerlei verwachtingen over het kind dat zij gaan krijgen, over hoe hij zal slapen en wat hij zal eten. Over hoe het zal zijn om moeder te zijn. Die verwachtingen hebben vaak een vrij hoog roze-wolk-gehalte en zijn niet altijd erg accuraat. De verwachtingen van aanstaande ouders hebben veel te maken met hoe de maatschappij waarin ze leven aankijkt tegen kinderen. Het beeld dat onze maatschappij heeft van baby’s is, om het vriendelijk te stellen, rooskleurig. baby’s drinken op gezette tijden (die in de loop van de eerste weken en maanden steeds verder uit elkaar komen te liggen) vastgestelde (en oplopende) hoeveelheden melk, ze vullen met het afval daarvan op gezette tijden hun luier en verder slapen ze. Het gaat even wennen zijn, maar na een paar weken heb je dat als moeder onder de knie en pak je je gewone leven weer op. De verwachting van de baby is echter heel anders en totaal niet beïnvloed door maatschappelijke ideeën. Baby verwacht vrijwel constante lichamelijke nabijheid en vaak een beetje eten aan de borst. Over slaap en luiers vullen verwacht hij niet veel, dat komt zoals het komt en gaat zoals het gaat. Na de eerste ‘’Wauw! Dit is het dus om moeder te zijn!’’ in de adrenaline-high van de eerste dagen, komt er, via het stadium van ‘’Wat overkomt me nu, haal me hieruit!’’ tijdens de baby-blues dagen, al gauw een permanent schijnend zombie-robot gevoel. De baby wil niet in zijn eigen bedje, is het niet eens met voedingen om de drie uur, zijn poep spuit de luier uit tot aan zijn oren (waar ook nog een rest van zijn laatste spuug-episode zit), hij doet hier en daar een hazenslaapjes en hij is alleen tevreden zolang hij in armen is. Zowel moeder als kind zitten tussen de scherven van gebroken verwachtingen: ‘’Is dit het nu? Is dit waarnaar ik zo uitkeek?’’ De verwachtingen van de baby, daar is niets aan te doen, die zitten in zijn genetische opmaak verankerd. De verwachtingen van moeders, daar kunnen we wel wat mee. Als moeders als ze in verwachting zijn voorzien worden van realistische verwachtingen (bijvoorbeeld dezelfde die de baby zal hebben) dan zal de schok voor moeder en kind een stuk minder zijn. Laten we de roze wolk verbannen en moeders voorbereiden op realiteit. Dat kan over komen als een grote grijze regenwolk, maar als een moeder daar eenmaal niet meer onder, maar bovenop zit met haar kind, dan kan het zomaar zijn dat ze achter wolk de gouden gloed van de zon ziet. Haar wolk wordt er niet roze van, maar wie wil roze als ze goud kan krijgen!
Moge de komende feestdagen van alle moeders en baby’s op zijn minst gouden randjes aan de niet-roze wolkjes hebben. En voor het nieuwe jaar wens ik alle aankomende moeders realistische verwachtingen toe, die nog uitkomen ook.
(Terwijl ik dit schrijf luister ik naar Ella Fitzgerald: liederen vol van hoge en gebroken verwachtingen. Triestheid kan zulke prachtige muziek maken. Maar het blijft triest.)
Voor mij als opgroeiend meisje was december een onaangename maand. De verwachtingen waren hoog en de uitkomsten navenant laag, teleurstellend. Vooral tijdens de kerstdagen overviel mij vrijwel zonder uitzondering, zittend in mijn zondagse jurk, onder de smaakvol in zilver opgetuigde boom met echte kaarsje erin en het traditionele boek eronder, het gevoel ‘’is dit het nu?’’. Het was echt wel gezellig, maar dat allesoverweldigende gevoel van wereldvrede en vriendschap dat kwam maar niet. Kerstverhalen over miraculeuze herenigingen en het-komt-net-op-tijd-allemaal-nog-goed-ervaringen op kerstavond vonden bij mij weinig weerklank. Het is overduidelijk dat mijn verwachtingen te hoog gespannen waren. Onrealistisch. Onrealistische verwachtingen kunnen niet anders dan tot teleurstelling en verdriet leiden. Vrouwen die moeder worden hebben vaak ook allerlei verwachtingen over het kind dat zij gaan krijgen, over hoe hij zal slapen en wat hij zal eten. Over hoe het zal zijn om moeder te zijn. Die verwachtingen hebben vaak een vrij hoog roze-wolk-gehalte en zijn niet altijd erg accuraat. De verwachtingen van aanstaande ouders hebben veel te maken met hoe de maatschappij waarin ze leven aankijkt tegen kinderen. Het beeld dat onze maatschappij heeft van baby’s is, om het vriendelijk te stellen, rooskleurig. baby’s drinken op gezette tijden (die in de loop van de eerste weken en maanden steeds verder uit elkaar komen te liggen) vastgestelde (en oplopende) hoeveelheden melk, ze vullen met het afval daarvan op gezette tijden hun luier en verder slapen ze. Het gaat even wennen zijn, maar na een paar weken heb je dat als moeder onder de knie en pak je je gewone leven weer op. De verwachting van de baby is echter heel anders en totaal niet beïnvloed door maatschappelijke ideeën. Baby verwacht vrijwel constante lichamelijke nabijheid en vaak een beetje eten aan de borst. Over slaap en luiers vullen verwacht hij niet veel, dat komt zoals het komt en gaat zoals het gaat. Na de eerste ‘’Wauw! Dit is het dus om moeder te zijn!’’ in de adrenaline-high van de eerste dagen, komt er, via het stadium van ‘’Wat overkomt me nu, haal me hieruit!’’ tijdens de baby-blues dagen, al gauw een permanent schijnend zombie-robot gevoel. De baby wil niet in zijn eigen bedje, is het niet eens met voedingen om de drie uur, zijn poep spuit de luier uit tot aan zijn oren (waar ook nog een rest van zijn laatste spuug-episode zit), hij doet hier en daar een hazenslaapjes en hij is alleen tevreden zolang hij in armen is. Zowel moeder als kind zitten tussen de scherven van gebroken verwachtingen: ‘’Is dit het nu? Is dit waarnaar ik zo uitkeek?’’ De verwachtingen van de baby, daar is niets aan te doen, die zitten in zijn genetische opmaak verankerd. De verwachtingen van moeders, daar kunnen we wel wat mee. Als moeders als ze in verwachting zijn voorzien worden van realistische verwachtingen (bijvoorbeeld dezelfde die de baby zal hebben) dan zal de schok voor moeder en kind een stuk minder zijn. Laten we de roze wolk verbannen en moeders voorbereiden op realiteit. Dat kan over komen als een grote grijze regenwolk, maar als een moeder daar eenmaal niet meer onder, maar bovenop zit met haar kind, dan kan het zomaar zijn dat ze achter wolk de gouden gloed van de zon ziet. Haar wolk wordt er niet roze van, maar wie wil roze als ze goud kan krijgen!
Moge de komende feestdagen van alle moeders en baby’s op zijn minst gouden randjes aan de niet-roze wolkjes hebben. En voor het nieuwe jaar wens ik alle aankomende moeders realistische verwachtingen toe, die nog uitkomen ook.
(Terwijl ik dit schrijf luister ik naar Ella Fitzgerald: liederen vol van hoge en gebroken verwachtingen. Triestheid kan zulke prachtige muziek maken. Maar het blijft triest.)