Foto: Eddy Murphy als Prof. Sherman Klump in The Nutty Professor
Moedermelk is, net als de melk van alle zoogdieren, een complex geheel van water, eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen, mineralen, sporenelementen en levende cellen. Afhankelijk van de groei- en ontwikkelingsbehoefte van de jongen van elke soort wisselen de hoeveelheden, specifieke stoffen en onderlinge verhoudingen van de ingrediënten. Niet door een of andere Nutty Professor in een laboratorium in elkaar geknutseld, maar op maat gemaakt, beproefd en getest door generatie na generatie zoogdieren. Dat wat werkte bleef, wat niet werkte verdween of werd aangepast. Bij mensen werkte het zo goed dat er van elke generatie nageslacht genoeg exemplaren bleven leven, volwassen werden en zich voortplantten en ondertussen het overlevingsmechanisme, een hoge intelligentie, verder te ontwikkelen om onze soort tot de dominante soort op aarde te maken. Die status bereik je natuurlijk niet zomaar. Als er al te veel flagrante fouten in het ontwerp zouden zitten zou die ontwikkeling van de soort mens niet zo succesvol hebben kunnen zijn. Toch is het nu juist die hoog-ontwikkelde intelligentie die het succes van borstvoeding de das om lijkt te doen. Met een verhoogde intelligentie kwamen ook de vrije wil en de hoogmoed. Met de vrije wil kunnen we besluiten dingen anders te doen dan voor de hand ligt – en soms heeft dat tot de mooiste uitvindingen en ontwikkelingen geleid – en de hoogmoed leidt ertoe te denken dat wij het beter kunnen dan de oorspronkelijke ontwerpers en ontwikkelaars. En soms werkt dat ook zo. Innovatie industrie drijft voor een belangrijk deel op intensieve bedrijfsspionage, het ontleden en analyseren van producten van de concurrent en het waar mogelijk in een verbeterde vorm namaken. Namakers van moedermelk hebben het ook geprobeerd. Tevergeefs. Hun maaksels lijken slechts in de verte op melk. Van dichtbij ruik je al dat het iets heel ander moet zijn en onder de microscoop lijkt het zelfs op een totaal tegenovergestelde substantie. Waar de namakers wel goed in geslaagd zijn is doen alsof ze geslaagd zijn in het maken van een gelijkend en misschien zelfs moedermelk evenarend product. Zo goed zelfs dat hun product door velen wordt gezien als norm voor zuigelingenvoeding en van moedermelk wordt gedacht dat het waarschijnlijk deficiënt is in een aantal nutriënten. De waarheid ligt niet in het midden in dit geval, maar breeduit aan het moedermelk uiteinde. Moedermelk substituten zijn in ongeveer de helft van de nutriënten van moedermelk niet alleen deficiënt, ze zitten er helemaal niet in. Van een aantal andere stoffen zit er dan weer een overdosis in, om ervoor te zorgen dat er voldoende van kan worden opgenomen. Moedermelk daarentegen is van een relatief constante kwaliteit, weliswaar met kleine onderlinge verschillen en kleine verschuivingen naarmate de borstvoedingperiode evolueert, maar, indien de baby of peuter de kans krijgt alle melk uit de borst die beschikbaar is, altijd ineen ideale verhouding van nutriënten. Het resultaat is uit grootscheepse onderzoeken bekend: kijkend naar grote groepen kinderen zie je dat de kinderen die geen of weinig borstvoeding krijgen afwijkende groei vertonen, die de kans op overgewicht en daarmee samenhangende aandoeningen later vergroot, dat zij zich gemiddeld minder goed ontwikkelen en dat zij gemiddeld vaker en ernstiger ziek zijn. Er zit dus wel degelijk wat in, in die moedermelk. Ook als ze er anders uitziet dan het vervangingsproduct uit de fabriek.
Veldhuizen-Staas CGA van, Kleintjes S: Borstvoeding: volwaardige zuigelingenvoeding
Samenstelling van moedermelk
Moedermelk is, net als de melk van alle zoogdieren, een complex geheel van water, eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen, mineralen, sporenelementen en levende cellen. Afhankelijk van de groei- en ontwikkelingsbehoefte van de jongen van elke soort wisselen de hoeveelheden, specifieke stoffen en onderlinge verhoudingen van de ingrediënten. Niet door een of andere Nutty Professor in een laboratorium in elkaar geknutseld, maar op maat gemaakt, beproefd en getest door generatie na generatie zoogdieren. Dat wat werkte bleef, wat niet werkte verdween of werd aangepast. Bij mensen werkte het zo goed dat er van elke generatie nageslacht genoeg exemplaren bleven leven, volwassen werden en zich voortplantten en ondertussen het overlevingsmechanisme, een hoge intelligentie, verder te ontwikkelen om onze soort tot de dominante soort op aarde te maken. Die status bereik je natuurlijk niet zomaar. Als er al te veel flagrante fouten in het ontwerp zouden zitten zou die ontwikkeling van de soort mens niet zo succesvol hebben kunnen zijn. Toch is het nu juist die hoog-ontwikkelde intelligentie die het succes van borstvoeding de das om lijkt te doen. Met een verhoogde intelligentie kwamen ook de vrije wil en de hoogmoed. Met de vrije wil kunnen we besluiten dingen anders te doen dan voor de hand ligt – en soms heeft dat tot de mooiste uitvindingen en ontwikkelingen geleid – en de hoogmoed leidt ertoe te denken dat wij het beter kunnen dan de oorspronkelijke ontwerpers en ontwikkelaars. En soms werkt dat ook zo. Innovatie industrie drijft voor een belangrijk deel op intensieve bedrijfsspionage, het ontleden en analyseren van producten van de concurrent en het waar mogelijk in een verbeterde vorm namaken. Namakers van moedermelk hebben het ook geprobeerd. Tevergeefs. Hun maaksels lijken slechts in de verte op melk. Van dichtbij ruik je al dat het iets heel ander moet zijn en onder de microscoop lijkt het zelfs op een totaal tegenovergestelde substantie. Waar de namakers wel goed in geslaagd zijn is doen alsof ze geslaagd zijn in het maken van een gelijkend en misschien zelfs moedermelk evenarend product. Zo goed zelfs dat hun product door velen wordt gezien als norm voor zuigelingenvoeding en van moedermelk wordt gedacht dat het waarschijnlijk deficiënt is in een aantal nutriënten. De waarheid ligt niet in het midden in dit geval, maar breeduit aan het moedermelk uiteinde. Moedermelk substituten zijn in ongeveer de helft van de nutriënten van moedermelk niet alleen deficiënt, ze zitten er helemaal niet in. Van een aantal andere stoffen zit er dan weer een overdosis in, om ervoor te zorgen dat er voldoende van kan worden opgenomen. Moedermelk daarentegen is van een relatief constante kwaliteit, weliswaar met kleine onderlinge verschillen en kleine verschuivingen naarmate de borstvoedingperiode evolueert, maar, indien de baby of peuter de kans krijgt alle melk uit de borst die beschikbaar is, altijd ineen ideale verhouding van nutriënten. Het resultaat is uit grootscheepse onderzoeken bekend: kijkend naar grote groepen kinderen zie je dat de kinderen die geen of weinig borstvoeding krijgen afwijkende groei vertonen, die de kans op overgewicht en daarmee samenhangende aandoeningen later vergroot, dat zij zich gemiddeld minder goed ontwikkelen en dat zij gemiddeld vaker en ernstiger ziek zijn. Er zit dus wel degelijk wat in, in die moedermelk. Ook als ze er anders uitziet dan het vervangingsproduct uit de fabriek.
Veldhuizen-Staas CGA van, Kleintjes S: Borstvoeding: volwaardige zuigelingenvoeding
Samenstelling van moedermelk