In de zorg voor pasgeborenen wordt veel gewerkt met protocollen en vaste routines. Dit kan helpen om die zorg beter en veiliger te maken. Het is wel van belang dat deze protocollen op deugdelijke wetenschappelijke basis zijn gebouwd. Ook voor preventie zou in protocollen plaats moeten zijn. De Academy of Breastfeding Medicin (ABM) heeft een hele serie ''evidence based'' protocollen voor de zorg rond pasgeborenen, waarbij wordt uitgegaan van borstvoeding als de norm.
Geelzucht is een toestand die tot op zekere hoogte fysiologisch is in de eerst levensweek. Ongeveer 40% van alle pasgeborenen heeft op de leeftijd van 24 uur bilirubinewaarden van 5mg=dL en rond de 36 uur 7mg/dL (120µmol/L). Kinderen die onvoldoende voeding binnenkrijgen worden ernstiger geel en hebben al bij kleine voedingstekorten sneller stijgende bilirubinewaarden. Dit verschijnsel zien we vooral in de eerst week, maar kan alsnog optreden in de hele eerst levensmaand. Belangrijkste preventie maatregel is dan ook om vanaf de geboorte te zorgen voor optimale borstvoedingstechnieken en frequente voedingen (minimaal 10-12 per etmaal). Als er om een of ander reden onvoldoende melktransfer is, moet worden bijgevoed met afgekolfd eigen melk, donormoedermelk of kunstvoeding (in die volgorde van voorkeur).
The Academy of Breastfeeding Medicine Protocol Committee: ABM Clinical Protocol #22: Guidelines for Management of Jaundice in the Breastfeeding Infant Equal to or Greater Than 35 Weeks’ Gestation. BREASTFEEDING MEDICINE, 5(2), 2010
Geelzucht is een toestand die tot op zekere hoogte fysiologisch is in de eerst levensweek. Ongeveer 40% van alle pasgeborenen heeft op de leeftijd van 24 uur bilirubinewaarden van 5mg=dL en rond de 36 uur 7mg/dL (120µmol/L). Kinderen die onvoldoende voeding binnenkrijgen worden ernstiger geel en hebben al bij kleine voedingstekorten sneller stijgende bilirubinewaarden. Dit verschijnsel zien we vooral in de eerst week, maar kan alsnog optreden in de hele eerst levensmaand. Belangrijkste preventie maatregel is dan ook om vanaf de geboorte te zorgen voor optimale borstvoedingstechnieken en frequente voedingen (minimaal 10-12 per etmaal). Als er om een of ander reden onvoldoende melktransfer is, moet worden bijgevoed met afgekolfd eigen melk, donormoedermelk of kunstvoeding (in die volgorde van voorkeur).
The Academy of Breastfeeding Medicine Protocol Committee: ABM Clinical Protocol #22: Guidelines for Management of Jaundice in the Breastfeeding Infant Equal to or Greater Than 35 Weeks’ Gestation. BREASTFEEDING MEDICINE, 5(2), 2010